direct naar inhoud van 4.2 Cultuurhistorie
Plan: Buitengebied Oostflakkee
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42

4.2 Cultuurhistorie

4.2.1 Wettelijk kader

Wet op de Archeologische Monumentenzorg

Ter implementatie van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. In deze wet is vastgelegd dat gemeenten in het kader van ruimtelijke ordening ook rekening dienen te houden met het archeologisch erfgoed. In dat kader dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan inventariserend archeologisch onderzoek te worden gedaan, zodat in het plan - indien nodig - een passende regeling kan worden getroffen om aanwezige archeologische waarden te beschermen.

Naar aanleiding van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg heeft Goeree-Overflakkee een eigen archeologisch beleid opgesteld. De Beleidsnota archeologische monumentenzorg voor de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee is hiervoor opgesteld. Bij deze beleidsnota hoort ook een archeologische kaart.

De in het ISGO samenwerkende gemeenten moeten in juridische zin bestemmingsplannen ‘archeoproof’ maken. De gemeente Oostflakkee moet aangeven welke archeologische waarden in het geding zijn en op welke wijze de gemeente daarmee wil omgaan. Dit ‘archeoproof’ maken gebeurt door op de plankaart van het desbetreffende bestemmingsplan aan te geven welke gebieden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' krijgen. Deze gebieden zijn over te nemen vanuit de archeologische beleidskaart.

De vier gemeenten van Goeree-Overflakkee gaan een plan van aanpak opstellen over hoe te handelen om cultuurhistorie onderdeel van het bestemmingsplan te maken. Het betreft hier een verplichting die door de minister van OCW in het kader van de herziening van de monumentenzorg (MoMo) is voorbereid. Als gevolg van die verplichting wordt een aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voorbereid. Naar verwachting zal die verplichting gemeenten worden opgelegd. Met een plan van aanpak krijgt de gemeente zicht op de mogelijkhedezn om cultuurhistorie in nieuwe bestemmingsplannen te verankeren en zijn ze goed voorbereid op deze aanstaande regelgeving.

Modernisering Monumentenwet

Het MoMo is per 01-01-2012 in werking getreden. De monumentenzorg is op drie hoofdpunten gemoderniseerd:

  • 1. Nieuwe bestemmingen voor oude gebouwen;
  • 2. Eenvoudige regelgeving voor eigenaren monumenten;
  • 3. Cultuurhistorie onderdeel van ruimtelijke plannen.

Het Rijk wil dat leegstaande monumenten worden hergebruikt. Dit voorkomt leegstand en verval en behoudt monumenten voor de toekomst. Om herbestemming te stimuleren kunnen monumenteneigenaren subsidie aanvragen voor het wind- en waterdicht houden van hun monumenten en voor een haalbaarheidsstudie voor het herbestemmen. Met het Nationaal Programma Herbestemming wordt kennis over het herbestemmen gedeeld.

Voor monumenteneigenaren wordt het makkelijker een monument te onderhouden omdat het aanvragen van subsidie eenvoudiger en spoediger verloopt. Voor gemeentelijke en provinciale monumenten geldt de reguliere procedure van acht weken voor het aanvragen van een vergunning en voor een aantal kleine ingrepen in rijksmonumenten is helemaal geen vergunning meer nodig.

De regering heeft in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) vastgelegd dat gemeenten vanaf 1 januari 2012 in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden met aanwezige cultuurhistorische waarden. Burgers krijgen hiermee het recht om bij de planning van bouwwerkzaamheden aan te geven of er cultureel erfgoed wordt geraakt.

4.2.2 Situatie plangebied

Goeree-Overflakkee is ontstaan uit een reeks eilandjes en platen die werden ingepolderd en met bedijkingen van nieuwe aanwassen steeds werden vergroot. De oudste polders zijn nog te herkennen aan hun ringvormige dijkstructuur. Aanwaspolders hebben vaak een langwerpige vorm, die als schil tegen oudere polders ligt.

In het plangebied komen een aantal bloemdijken voor. De bloemdijken zijn van belang voor graslanden en struwelen. De variatie en afwisseling kan groot zijn door verschillen in microklimaat, afgetrapte randen langs schapenpaadjes en vochtige stukken aan de voet van de dijk.

Met uitzondering van de dorpskern van Oude-Tonge en Ooltgensplaat en het voormalige Fort Prins Frederik met nabijgelegen oevers (allen buiten het plangebied) zijn in de gemeente Oostflakkee geen archeologische waarden bekend.

In het plangebied komen enkele cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor. Vijf panden binnen dit plangebied zijn aangewezen als rijksmonument. Daarnaast is in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) een aantal panden als waardevol aangemerkt.

De volgende adressen staan op de Monumentenlijst:

  • Schaapsweg 25;
  • Groeneweg 2;
  • Molendijk 33;
  • Oudelandsedijk 11;
  • Tonisseweg 1.
4.2.3 Ontwikkelingen

De ontwikkeling van de campings heeft geen invloed op de aanwezige cultuurhistorische aspecten.