Plan: | Veegplan 2019-2020 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1924.GOVeegplan20192020-BP30 |
het bestemmingsplan Veegplan 2019-2020 met identificatienummer NL.IMRO.1924.GOVeegplan20192020-BP30 van de gemeente Goeree-Overflakkee.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
in een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke woning slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of het gebied heeft gemaakt.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Goedereede 2008 als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
onder permanente bewoning wordt verstaan een recreatiewoning, kampeermiddel of recreatieappartement te gebruiken als hoofdverblijf.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel of recreatief nachtverblijf gedurende het gehele jaar, inclusief bij dat kampeermiddel of nachtverblijf behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een bouwwerk dat bedoeld is om uitsluitend recreatief door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt, zoals een recreatiewoning, chalet, stacaravan of hiermee gelijk te stellen onderkomen; onder recreatief verblijf wordt niet verstaan het verblijf noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden of arbeid.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend recreatief door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt; onder recreatief verblijf wordt niet verstaan het verblijf noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden of arbeid.
ingezaaide of beplante zandwal met een hoogte variërend van 2 m tot 3 m, veelal met een toegevoegde waarde op natuurlijk, landschappelijk en/of cultuurhistorisch gebied.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.2 met inachtneming van de volgende regels:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden is het verboden de gronden buiten de bouwvlakken te gebruiken voor mestopslag.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.4 ten behoeve van het opslaan van mest buiten het bouwvlak, mits:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het uitoefenen van ondergeschikte nevenactiviteiten in de bestaande bedrijfsgebouwen naast de agrarische bedrijfsfunctie, waarbij de volgende functies zijn toegestaan:
De onder lid 3.5.2 genoemde vergunning kan slechts worden verleend onder de voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van wonen ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van een agrarisch bedrijf te wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer burgerwoningen onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden gelegen binnen een bouwvlak te wijzigen, bij algehele bedrijfsbeëindiging van agrarische bedrijven, ten behoeve van één of meer van de volgende functies in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of categorie 3 indien de activiteit qua aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2 (zie bijlage):
Onder de voorwaarde dat:
De voor 'Agrarisch - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 1 Nevenfuncties, bij recht toegestaan
Nevenfuncties | |
wonen / hobbyboer / terreinbeheer- en onderhoud | |
kleinschalige natuurontwikkeling | |
intensieve kwekerij bij wijze van neventak | |
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, niet zijnde wandel-, voet- en fietspaden | |
kleinschalige horeca in het hoofdverblijf | |
aan huis gebonden beroepen | |
opslag en stalling van agrarische producten | |
verkoop van zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde agrarische producten | |
kinderboerderij | |
paardenstalling | |
verhuur van fietsen | |
kleinschalig kamperen | |
educatie | |
zorglandbouw, uitsluitend in de vorm van dagbesteding | |
bed & breakfast |
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
en gelden de volgende regels:
Tabel 2
max. aantal | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) | 1 | 750 m3 | - | bedrijfswoning 6 m, uitbouw 3 m | bedrijfswoning 10 m, uitbouw 6 m | ||||
bijgebouwen per bedrijfswoning (inclusief overkappingen) | - | - | 75 m2 | 3 m | bijgebouwen 6 m, overkappingen 2,7 m | ||||
bebouwing ten behoeve van een intensieve kwekerij | - | - | bestaand | - | - | ||||
overige bedrijfsgebouwen | - | - | volledig bouwvlak | 6 m | 10 m | ||||
mestsilo's | - | 2.500 m3 * | - | - | 6 m | ||||
foliebassins en mestzakken | - | - | - | - | 4 m | ||||
silo's | - | - | - | - | 12 m | ||||
windturbines | 3 in totaal | - | - | - | 120 m | ||||
terreinafscheidingen: - voor de voorgevel van de bedrijfswoning - op overige plaatsen |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | - | - | - | - | 3 m |
* met een maximum van 40 m3 per hectare per bedrijf;
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van de op de verbeelding aangegeven begrenzing van een bouwvlak en het bepaalde in lid 4.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het toestaan van grotere goot- en bouwhoogten voor bedrijfsgebouwen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het toestaan van mestsilo's en mestplaten, sleufsilo's en kuilvoerplaten buiten het bouwvlak met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het toestaan van nieuwbouw voor nevenfuncties zoals opgenomen in lid 4.1 met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3 met inachtneming van het volgende:
Tabel 3 Nevenfuncties via afwijking
Nieuwe functies / gebruik |
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
veehandelsbedrijven |
foeragehandel |
sierviskwekerij |
dierenartspraktijk |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zonder maatgevend milieuaspect 'Verkeer' |
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten |
hoveniersbedrijven |
paardenhouderij |
dierenpension voor kleine huisdieren |
kampeerboerderijen |
zorgboerderij met dagverblijf |
bezoekerscentra |
extensieve poldersport en boerengolf op omliggende weilanden mits niet begrensd als natuurgebied |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties, anders dan bij recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 onder b, c en d om de omvang van intensieve veehouderij te vergroten, met dien verstande dat is aangetoond dat hiertoe de noodzaak bestaat om aan wettelijke eisen te kunnen voldoen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 onder k om de productie van energie uit biomassa toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 4.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de betrokken waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch - 1 te wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer burgerwoningen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch - 1 met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch - 1 zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – vervolgfuncties zoals opgenomen in tabel 4 zijn toegestaan met inachtneming van het volgende:
Tabel 4 Vervolgfuncties
Vervolgfuncties |
wonen |
ambachtelijke landbouwproduct verwerkende bedrijven, zoals slachterij, vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij en riet- en vlechtwerk |
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
bedrijven in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; |
bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf geen Wgh-inrichting is en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; |
veehandelsbedrijven |
foeragehandel |
hoveniersbedrijven |
hoefsmederij |
sierviskwekerij |
dierenartspraktijk |
kampeerboerderij binnen het hoofdverblijf |
zorgboerderij met nachtverblijf |
paramedische dienstverlening, zoals privékliniek, kuuroord of groepspraktijk |
educatie en voorlichting |
commerciële dienstverlening zoals een geluidsstudio |
opslag/stalling van agrarische producten, caravans, auto's, boten en ten behoeve van elders gevestigde ambachtelijke bedrijven of detailhandel |
kinderboerderij |
paardenstalling |
kinderopvang |
paardenhouderij |
dierenpension voor kleine huisdieren |
kampeerboerderijen |
bezoekerscentra |
theeschenkerij |
kantoren zonder baliefunctie |
expositieruimten / ateliers |
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de onder 2 en 3 genoemde bouwwerken niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zonder bebouwing';
max. aantal | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen) | 1, tenzij anders middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven | 750 m3 | 6 meter, tenzij op de verbeelding met de aanduiding 'maximum goothoogte' een andere goothoogte is aangegeven | ||||||
bijgebouwen per bedrijfswoning (incl. overkappingen) | 75 m2 | 3 m | |||||||
kassen binnen het bouwvlak en achter de bedrijfswoning | 300 m2 | ||||||||
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 6 m, tenzij op de verbeelding met de aanduiding 'maximum goothoogte' een andere goothoogte is aangegeven | 10 m | ||||||
hooibergen, krachtvoer-, kunstmest- en ruwvoedersilo's | 12 m | ||||||||
mestsilo's | 6 m* | ||||||||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
* de hoogte van de verticale wand(en) van de mestsilo's - gemeten vanaf het peil - mag niet hoger zijn dan 4 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub a voor overschrijding van de grenzen van het bouwvlak met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub d voor de uitbreiding en/of verbouw van een bedrijfswoning om daarin extra woongelegenheid op te nemen ten behoeve van een tweede huishouden, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 5.2 sub d aangegeven goot- en bouwhoogtematen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder c om erfbebouwing op een afstand van tenminste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel van de woning te bouwen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 en 5.4 om bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van mestopslag buiten het bouwvlak toe te staan met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van het toestaan van nieuwbouw voor nevenfuncties zoals opgenomen in lid 5.1 met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van het toestaan van één of meer nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 5.1 met inachtneming van het volgende:
Tabel 5.1 Nevenfuncties via afwijking
Nevenfunctie/gebruik |
Agrarisch verwante bedrijven |
Ambachtelijke bedrijven gericht op de be- en verwerking van de eigen agrarische producten |
Opslag agrarisch goederen |
Zorgboerderij met dagverblijf |
Minicamping met maximaal 25 standplaatsen |
Kleinschalige horecagelegenheid (theetuin) |
Manege |
Overige dagrecreatieve voorzieningen |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.4onder e ten behoeve van het realiseren van een paardenbak buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover zij voor wat betreft hun plaats, hun omvang en hun wijze van uitvoering, de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate aantasten dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind, en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming binnen bouwvlakken met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden geheel of gedeeltelijk mogen wijzigen ten behoeve van de functies:
met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden te wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer burgerwoningen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming Natuur - 1, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Groen met de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
op gronden zonder aanduiding:
Het verbod van lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover zij voor wat betreft hun plaats, hun omvang en hun wijze van uitvoering de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate aantasten dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind, en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatieve voorzieningen zoals een jachthaven, een ijsbaan, een scoutingcentrum en sport- en speelvoorzieningen. Alsmede voor bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal | max. inhoud | max. opper- vlak | max. goot- hoogte | max. bouw- hoogte | |||||
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen | 1, tenzij anders middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven | 750 m³ | 6 m |
|
|||||
bijgebouwen per bedrijfswoning (incl. overkappingen) | 75 m² | 3 m | |||||||
overige gebouwen | het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak | 6 m, tenzij op de verbeelding met de aanduiding 'maximum goothoogte' een andere goothoogte is aangegeven | 10 m tenzij op de verbeelding met de aanduiding 'maximum bouwhoogte' een andere bouwhoogte is aangegeven | ||||||
vrijstaande antennemast voor mobiele telecommunicatie | 50 m | ||||||||
overige bouw- werken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor bij woningen behorende tuinen, dan wel voor onbebouwde erven, toegangspaden tot de gebouwen, parkeren en andere verhardingen, met de daarbij behorende andere bouwwerken alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van de bouw van een erker/entreeportaal aan de voorgevel, alsmede de zijgevel, voor zover gelegen aan de openbare weg, van een hoofdgebouw binnen de aangrenzende bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Verkeer met de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
op gronden zonder aanduiding:
Het verbod van lid 10.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover zij voor wat betreft hun plaats, hun omvang en hun wijze van uitvoering de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate aantasten dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind, en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats' mag het college van burgemeester en wethouders de bestemming wijzigen om de bouw van algemene voorzieningen in de vorm van gebouwen en overkappingen mogelijk te maken, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de binnen de bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.2.2 voor het toestaan van meer bijgebouwen met dien verstande dat:
Ter plaatse van de binnen de bestemming bedoelde gronden is de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.1 ten behoeve van het toestaan van wonen ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 onder d voor het vergroten van het toegestane gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen tot ten hoogste 150 m², indien reeds meer dan 75 m² op het betreffende erf is gerealiseerd en het gezamenlijk grondoppervlak van het meerdere met minimaal de helft wordt teruggebracht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de inhoudsmaat, zoals opgenomen in lid 14.2 onder b, ten behoeve van de uitbreiding van de inhoud van voormalige agrarische bedrijfswoningen met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik geldt dat onder strijdig gebruik niet wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen voor kantoor- en praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 ten behoeve van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.4 ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
overige gronden | |||
gronden die onder erven vallen | de bij de woning behorende gronden die zijn gelegen 3 m achter (het denkbeeldige verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de woning | ||
plaatsing bijgebouwen en overkappingen | ten minste 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de woning |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de inhoudsmaat, zoals opgenomen in lid 15.2 onder c, ten behoeve van de uitbreiding van de inhoud van voormalige agrarische bedrijfswoningen met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 onder g voor het vergroten van het toegestane gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen tot ten hoogste 150 m², indien reeds meer dan 75 m² op het betreffende erf is gerealiseerd en het gezamenlijk grondoppervlak van het meerdere met minimaal de helft wordt teruggebracht, met dien verstande dat hierdoor de landschappelijke, natuurlijke of de cultuurhistorische waarden niet mogen worden aangetast.
Met betrekking tot het gebruik geldt dat onder strijdig gebruik niet wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen voor kantoor- en praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.4 ten behoeve van:
met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Wonen - 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 15.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 15.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
De voor 'Wonen - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de inhoudsmaat, zoals opgenomen in lid 16.2 onder b, ten behoeve van de uitbreiding van de inhoud van voormalige agrarische bedrijfswoningen met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder k voor het vergroten van het toegestane gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen indien reeds meer dan 75 m² aan bijgebouwen en overkappingen op het betreffende erf zijn gerealiseerd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens in verband met de verkeersveiligheid.
Met betrekking tot het gebruik geldt dat onder strijdig gebruik niet wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen voor kantoor- en praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 ten behoeve van een bed & breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.4 ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens in verband met de verkeersveiligheid.
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 26.1 voor het voeren van een bed & breakfast aan huis, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 18.2 voor het bepaalde in:
Ter plaatse van de binnen de bestemming bedoelde gronden is de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 19.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 19.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 19.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 20.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 20.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn op basis van de Monumentenwet 1988 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen als beschermd (archeologisch) rijksmonument.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden voor de 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 22.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te (laten) leggen of de volgende werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod van lid 23.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 5 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te (laten) leggen of de volgende werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod van lid 19.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 19.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden voor de 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 25.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 25.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de cultuurhistorische waarden.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming de van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden welke samenhangen met het historisch kerngebied van het beschermde dorps- of stadsgezicht.
Voor het bouwen op gronden zonder de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en zonder de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend mag worden gebouwd overeenkomstig c.q. aansluitend op bestaande:
Voor het bouwen op gronden met de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend mag worden gebouwd overeenkomstig c.q. aansluitend op bestaande:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden nadere eisen stellen aan:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen wordt de gemeentelijke Monumentencommissie om advies gevraagd.
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.
De in lid 26.4.1 genoemde omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in lid 26.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 26.5.1 zijn toelaatbaar, mits:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 27.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is gekomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.1.1 voor het overschrijden van de aangegeven bouwgrenzen met ten hoogste 1,5 m, indien het overige ondergeschikte bouwdelen betreft, zoals:
Vlaggenmasten, antennemasten, schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen de voor dat gebouw toegestane maximale bouwhoogte met niet meer dan 5 m overschrijden.
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,5 m en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.4.1 ten behoeve van ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop ' de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - bedrijfswoning bij windturbinepark’ wordt de bedrijfswoning tevens aangemerkt als behorende bij een windturbinepark.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De onder lid 31.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2
teneinde een extra woning toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'gemeentelijk monument'
of 'rijksmonument', met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Veegplan 2019-2020'.