5.2 Opzet
De planregels zijn als volgt opgebouwd.
- In hoofdstuk 1 komen de Inleidende regels aan bod. Het betreft hier de Begrippen en de Wijze van meten.
- In hoofdstuk 2 Bestemmingsregels, zijn de regels, behorende bij de verschillende bestemmingen, opgenomen. Per hoofdfunctie (agrarisch, wonen, bedrijf en dergelijke) is een bestemmingsregeling opgenomen, bestaande uit:
-
1. bestemmingsomschrijving: waarvoor mogen de gebouwen en gronden worden gebruikt;
-
2. bouwregels: een beschrijving van de toelaatbare bouwwerken;
-
3. en indien van toepassing:
-
a. nadere eisen: de nadere eisen die aan het bouwen gesteld worden;
-
b. afwijken van de bouwregels: bevoegdheid van burgemeester en wethouders;
-
c. specifieke gebruiksregels: verbod op bepaald gebruik van gronden;
-
d. afwijken van de gebruiksregels: bevoegdheid van burgemeester en wethouders;
-
e. omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
-
f. wijzigingsbevoegdheden: mogelijkheden om het bestemmingsplan te wijzigen.
- Hoofdstuk 3 Algemene regels, bevat verschillende algemene bepalingen die van toepassing zijn op elke bestemming uit hoofdstuk 2.
- Tot slot zijn de Overgangs- en slotregels opgenomen in hoofdstuk 4.