direct naar inhoud van 4.6 Niet-agrarische bedrijven, horeca en detailhandel
Plan: Landelijk Gebied Goedereede
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.GDRLandelijkgebied-BP30

4.6 Niet-agrarische bedrijven, horeca en detailhandel

De bestaande niet-agrarische bedrijven, voor zover niet illegaal gevestigd, hebben de bestemming 'Bedrijf' (B) gekregen. Ter plaatse zijn bedrijven uit categorie 1 en 2 uit de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten (Standaard SvB) algemeen toelaatbaar. Indien hier in de huidige situatie een bedrijf aanwezig is dat niet binnen de algemene toelaatbaarheid past, krijgt dit bedrijf een specifieke bedrijfsaanduiding.

Agrarisch aanverwante bedrijven zijn voorzien van de bestemming Bedrijf - agrarisch verwant bedrijf (B-AVB).

Elke vorm van horeca wordt specifiek bestemd overeenkomstig de Staat van Horeca-activiteiten (Horeca I t/m VI).

Horeca wordt niet als zelfstandige (vervolg)functie toegestaan, maar slechts toegestaan als ondergeschikte nevenfunctie bij een andere hoofdactiviteit. Reden hiervoor is dat de gemeente deze functies in principe in de kernen wil concentreren.

Voor het bedrijventerrein bij Goedereede is een afzonderlijke bestemming opgenomen. Om deze bedrijfsgronden altijd voor bedrijvigheid beschikbaar te houden, wordt in deze bestemming geen regeling opgenomen voor vervolgfuncties.

Uitbreidingsmogelijkheden

In de planregels is aangegeven dat via afwijking het bedrijf op basis van de bestaande bouwrechten met 10% mag worden vergroot. De bestaande bouwmogelijkheden zijn met een maximaal bebouwingspercentage op de verbeelding aangegeven.

Agrarisch aanverwante bedrijven mogen via afwijking met ten hoogste 30% worden vergroot.

Bedrijfswoningen

Het bestemmingsplan gaat uit van handhaving van de bestaande bedrijfswoningen. Wanneer geen bedrijfswoning aanwezig is, is dit expliciet op de verbeelding aangegeven. Oprichting of uitbreiding van het aantal bedrijfswoningen is niet toegestaan. Bedrijfswoningen mogen een inhoud hebben van maximaal 750 m³ met een goothoogte van maximaal 6 m.

Nieuwvestiging

Nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijvigheid in het landelijk gebied is niet mogelijk. Nieuwvestiging zou leiden tot een ongewenste verstedelijkingsdruk en verdichting van het buitengebied. De gebiedswaarden en functies in het landelijk gebied kunnen daardoor worden aangetast. Wel zijn er mogelijkheden voor vestiging in vrijkomende agrarische bebouwing. Het beleid hiervoor staat beschreven in paragraaf 4.2.7.

Vrijkomende bedrijvigheid

Bij beëindiging van het bedrijf zijn er twee keuzemogelijkheden. Of het betreffende bedrijf wordt verkocht en door een ander voortgezet, of de functie wordt gewijzigd in Wonen. Voor de laatste mogelijkheid is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten de bestaande dienstwoning te gebruiken als burgerwoning.

Indien het bedrijf wordt verkocht en door een ander wordt voortgezet, speelt de algemene toelaatbaarheid een rol. In algemene zin worden alleen bedrijven die gerekend worden tot de categorieën 1 en 2 van de Standaard SvB in het plangebied toelaatbaar geacht. Dit zijn bedrijven die, gelet op hun aard en invloed op de omgeving, toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing (in gebieden met gemengde functies). Indien een bedrijf vertrekt, kan zich ter plaatse elk bedrijf uit genoemde categorieën vestigen. De milieuhinder wordt beperkt door de categorisering en het beleid is in lijn met de mogelijkheden die geboden worden voor bedrijven die als vervolgfuncties in vbb mogelijk gemaakt worden.

Haven van Stellendam

In het plangebied is de Haven van Stellendam en het daaraan grenzende bedrijventerrein gelegen. De Haven bestaat uit de binnen- en buitenhaven. Voor de buitenhaven wordt een apart ontwikkelingsgericht bestemmingsplan opgesteld. De buitenhaven is dan ook geen onderdeel van het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk Gebied.

De haven vormt een belangrijk concentratiepunt van verschillende havenactiviteiten en belangrijke verkeersvoorzieningen. Onderdeel van de haven is een gezoneerd industrieterrein.

De Binnen- en Buitenhaven staan in directe verbinding met de Noordzee en het Haringvliet, waarin zeevaart toe- en doorgelaten wordt. Hierbij zijn er internationale verplichtingen (ISPS) waarbij de gemeente en Rijkswaterstaat als beheerder gezamenlijk een havenveiligheidsplan hebben.

Voor de Haven van Stellendam geldt een specifieke vigerende regeling. Gezien de aard van de Haven is ervoor gekozen de vigerende bestemmingsregeling over te nemen in een specifieke bestemming Bedrijf - Haven. De bedrijven binnen deze bestemming zijn voorzien van een specifieke bedrijfsaanduiding.

Binnen de bestemming Bedrijf - Haven zijn de goot- en bouwhoogten conform het vigerende bestemmingsplan met maatvoeringaanduidingen.