direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
Plan: Landelijk Gebied Dirksland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.DLDLandelijkgebied-BP30

Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van toeristische standplaatsen en jaarplaatsen met bijbehorende voorzieningen, alsmede voor:
    • 1. gebouwen ten dienste van de bestemming;
    • 2. sport- en speelvoorzieningen;
    • 3. paden en groenvoorzieningen;
    • 4. ten minste 1 parkeerplaats per standplaats;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. beheers- en dienstgebouwen (uitgezonderd detailhandel);
  • b. gebouwen voor sanitaire voorzieningen;
  • c. bergingen;
  • d. bedrijfswoningen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. kantine;
  • g. overigens geldt per bouwvlak het volgende:
  max. oppervlak/inhoud   max. aantal   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
- beheers- en dienstgebouwen- kantine
- bedrijfswoning
 
gezamenlijk: 1.110 m² met dien verstande dat de inhoud van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 750 m³   -

1
1  
3 m

3 m
4 m
 
5 m

5 m
9 m  
bergingen   6 m² per berging   1 per jaarplaats     2,5 m  
trekkershutten   20 m² per hut   2   3 m   4 m  
terreinafscheidingen         2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde         3 m  

met dien verstande dat:

  • h. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'sport en spelvoorzieningen' uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van sport en speelvoorzieningen zijn toegestaan.
13.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. het totaal aantal kampeermiddelen bedraagt ten hoogste het aantal zoals aagegeven middels de aanduiding 'maximum aantal kampeermiddelen';
  • b. de hoogte van kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 3,3 m;
  • c. de oppervlakte van kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 25% van de oppervlakte van de standplaats;
  • d. ten hoogste 75 standplaatsen mogen als jaarplaats worden gebruikt of ingericht;
  • e. op ten hoogste 8 jaarplaatsen bedraagt de vloeroppervlakte van het kampeermiddel ten hoogste 60 m²;
  • f. van de overige kampeermiddelen bedraagt de vloeroppervlakte ten hoogste 35 m².