direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid: geen belemmering voor het plan
Plan: Lemmer Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1921.002100-0004

4.9 Externe veiligheid: geen belemmering voor het plan

In het kader van "externe veiligheid" zijn 18 ramptypes te onderscheiden (indeling op basis van de Leidraad maatramp). Deze ramptypes zijn niet allemaal ruimtelijk relevant. Voor dit bestemmingsplan zal alleen worden ingegaan op de ramptypes "Ongevallen met brandbare/explosieve stoffen" en "Ongevallen met giftige stoffen".

 

De ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.

Ad Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

In het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig als bedoeld in het Bevi. Nabij het plangebied is het tankstation Slump Retail BV aanwezig. Hier wordt lpg verkocht. Gelet op de doorzet moet een afstand van 45 meter vanaf het vulpunt worden aangehouden, 15 meter vanaf de afleverzuil en 25 meter vanaf het ondergrondse reservoir. Deze zones vallen buiten onderhavig plangebied. Zie voor de ligging van deze én de groepsrisicocontouren Bijlage 2 Ligging veiligheidscontouren tankstation.

Groepsrisico

Conform artikel 13 lid 1 Bevi wordt hierna voor het tankstation ingegaan op de volgende aspecten:

  • a. de aanwezige en op grond van het bestemmingsplan te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de risicovolle inrichting;
  • b. het groepsrisico per inrichting op moment vaststelling bestemmingsplan en de bijdrage van de toegelaten (beperkt) kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico;
  • c. indien mogelijk: de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door degene die de inrichting drijft;
  • d. indien mogelijk: de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die in het bestemmingsplan zijn opgenomen;
  • e. de voorschriften ter beperking van het groepsrisico die aan de milieuvergunning worden verbonden;
  • f. de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico;
  • g. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst;
  • h. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval in de risicovolle inrichting;
  • i. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied om zich in veiligheid te brengen.

ad a en b.

Voor standaardsituaties kan het groepsrisico bij lpg-tankstations berekend worden met behulp van de berekeningsmodule van www.groepsrisico.nl. Deze rekentool vervangt de tabel met kengetallen voor personendichtheden bij lpg-tankstations, zoals is opgenomen in de "Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico" van augustus 2004 en de update van 2007. Onder standaardsituaties wordt verstaan een lpg-tankstation waarbij het lpg-vulpunt op minder dan 50 meter van de (al dan niet ondergrondse) lpg-voorraadtank is gelegen en in de omgeving (in een straal van 150 meter rondom het tankstation) uitsluitend woningen, woongebouwen, kantoren, scholen en bedrijven zijn gelegen.

In dit verband kan evenwel gebruik worden gemaakt van het onderzoek dat door SAVE recent is uitgevoerd in het kader van de verbouwing van de voormalige mastenmakerij aan de Polderdijk 1 tot hotel, aangezien er verder in het onderhavige plan geen enkele verandering wordt mogelijk gemaakt als gevolg waarvan het groepsrisico zou kunnen toenemen.

Daarom wordt verwezen naar Bijlage 3 Rapport SAVE. Hieruit blijkt, dat het berekende groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde blijft.

ad c.

In het Besluit lpg-tankstations milieubeheer zijn voorschriften opgenomen voor de exploitatie van het tankstation. De exploitant heeft hieraan te voldoen. Verder is van belang dat de lpg-branche thans maatregelen voorbereidt die tot vermindering van het groepsrisico zullen leiden. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • het gebruiken van een verbeterde vulslang. Hierdoor daalt de kans op een lek of breuk en vermindert het aantal knelpunten met het plaatsgebonden risico;
  • het aanbrengen van hittewerende coating op lpg-tankauto's. Deze coating geeft de brandweer bij een ongeluk meer tijd en meer mogelijkheden om een explosie (een zogenoemde warme 'BLEVE': Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) te voorkomen.

In de onderhavige situatie is het niet direct noodzakelijk om de aflevering overdag te laten plaatsvinden.

ad d.

In het invloedsgebied zijn bestemmingsplannen vigerend. Dit zijn gedetailleerde bestemmingsplannen, die bij recht nauwelijks tot geen ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. Dit geldt ook voor het deel van het plangebied waarover het invloedsgebied valt. De personendichtheden zijn daarmee indirect verankerd in het bestemmingsplan.

ad e.

In de milieuvergunning is de lpg-doorzet begrensd tot 1.000 m3 per jaar. De feitelijk verkochte hoeveelheid ligt een stuk onder die hoeveelheid.

ad f.

Ruimte is schaars en de invulling van de ruimte wordt door tal van factoren bepaald. Het groepsrisico als gevolg van een lpg-tankstation is er daar één van. Het gemeentelijke beleid richt zich in beginsel op de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Het onderhavige plan brengt geen potentiële verandering van het groepsrisico ten opzichte van het geldende plan met zich mee. Gelet op de bestaande belangen is er geen streven naar verlaging van het groepsrisico door middel van het onderhavige bestemmingsplan.

ad g en h.

Een belangrijk aspect betreft bestrijdbaarheid. Bestrijding van de direct optredende effecten is in het geval van een BLEVE niet realistisch, omdat een BLEVE zich te snel ontwikkelt. De inzet van de brandweer zal derhalve voornamelijk gericht zijn op het bestrijden van secundaire branden. Bronbestrijding ligt -indien mogelijk- in de regel in het blussen van het object dat de lpg-tankauto aanstraalt.

In geval van een dreigende BLEVE kan de brandweer bij tijdige aankomst trachten de lpg-tankwagen te koelen. Zijn ze niet tijdig aanwezig dan gaat de brandweer op afstand staan en wordt de inzet met name op de bescherming van de omgeving gericht. Om te koelen is bluswater nodig en de bluswatervoorziening in de directe omgeving zal daar op afgestemd moeten zijn. Tevens kan een sprinklerinstallatie voor koeling zorgen. Hierdoor wordt drukopbouw in de tank, die tot een BLEVE leidt voorkomen.

ad i.

Een belangrijk aspect in het kader van het groepsrisico dat bestaat ten gevolge van het lpg-tankstation betreffen de mogelijkheden ten aanzien van de zelfredzaamheid van de bevolking. De tijd tussen het begin van een brand en een BLEVE (een explosie van een lpg-tankwagen) varieert tussen circa 10 en 30 minuten. De beschikbare tijd voor personen om zichzelf in veiligheid te brengen is dus slechts kort. Aangezien het evacueren van de bevolking in zo'n korte tijd organisatorisch naar alle waarschijnlijkheid niet realiseerbaar is, wordt verondersteld dat het merendeel van de aanwezigen in de omgeving zichzelf in veiligheid kan brengen. Het verloop van de wegenstructuur rond het lpg-station is zodanig dat een ieder zich bij een (dreigende) explosie in veiligheid kan brengen (binnen 150 meter is het advies vluchten en schuilen en daarbuiten is het schuilen). In veiligheid brengen is vluchten en dat betekent weg van de brand.

Ad Buisleidingen

In het plangebied noch in de omgeving daarvan zijn buisleidingen gelegen waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

Ad Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

Er is geen weg in de omgeving gelegen die is aangewezen als route gevaarlijke stoffen. Het centrum van Lemmer vormt ook geen (mogelijk) aandachtspunt voor het groepsrisico. Er is geen spoorweg in de omgeving van het plangebied aanwezig.

Het op relatief grote afstand gelegen Prinses Margrietkanaal maakt deel uit van de belangrijke hoofdvaarweg: Amsterdam- Delfzijl. Dit kanaal ligt echter op meer dan 200 meter afstand. Hier hoeft dus geen nader onderzoek naar gedaan te worden.

Overstromingsrisico

Op de Risicokaart is aangegeven dat enkele kleine gebiedjes aan de zuidzijde van het plangebied in buitendijksgebied zijn gelegen en derhalve gevoelig zouden kunnen zijn voor een overstroming. De hoogteligging van het plangebied is evenwel zodanig dat he

t buiten de schaalindeling valt van de eventuele overstromingsdiepte. Zie voor het overstromingsrisico ook paragraaf 4.10 Waterparagraaf: water vormt geen belemmering voor het plan.