Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.lg2011-0010 |
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de situering en/of begrenzing van op de verbeelding aangegeven bouwvlakken en/of bestemmingsvlakken wordt gewijzigd.
Voor de toepassing van de in lid 35.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' als bedoeld in artikel 9 van dit plan, ten behoeve van het bouwen van nieuwe nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwen en andere nutsgebouwen, voor zover deze noodzakelijk zijn en niet binnen de in het plan reeds opgenomen bestemming 'Bedrijf - Nutvoorziening' kunnen worden gerealiseerd.
Voor de toepassing van de in lid 35.2 genoemde wijzigingsbevoeldheid, gelden de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur - Landschapselement' als bedoeld in artikel 12, ten behoeve van de aanleg van nieuwe landschapselementen die een groter oppervlak beslaan dan 250 m², ter plaatse van gronden die in dit plan aangewezen zijn met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' en/of 'Natuur', indien zulks gewenst is uit het oogpunt van landschapsbouw en/of natuurontwikkeling.
Voor de toepassing van de in 35.3 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur' als bedoeld in artikel 11, ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden dan wel natuurreservaten ter plaatse van gronden, die in dit plan zijn aangewezen met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en/of 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden', indien zulks gewenst is uit het oogpunt van natuurontwikkeling en ecologie op grond van rijks-, provinciaal en/of gemeentelijk beleid. In deze wijzigingsbevoegdheid is inbegrepen, de bevoegdheid om aan de bestemming teven de aanduiding 'agrarisch' (ten behoeve van agrarisch medegebruik) toe te kennen of de bevoegdheid tot wijziging van de bestemming van de in dit plan begrepen gronden in de bestemming 'Natuur - Landschapselement', overeenkomstig het bepaalde in lid 35.3 en voor zover zulks aan de orde is.
Voor de toepassing van de in 35.4 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan, onder andere langs dijken, bermen en houtsingels, wordt gewijzigd in de bestemming 'Waarde - Ecologie' als bedoeld in 28, ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe ecologische verbindingen tussen natuur(ontwikkelings)gebieden, indien zulks gewenst is uit het oogpunt van natuurontwikkeling en ecologie op grond van rijks-, provinciaal en/of gemeentelijk beleid. In deze wijzigingsbevoegdheid is inbegrepen de bevoegdheid tot wijziging van de bestemming van de in dit plan begrepen gronden in de bestemming 'Natuur' overeenkomstig het bepaalde in lid 35.4voor zover zulks aan de orde is.
Voor de toepassing van de in 35.5 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden: