direct naar inhoud van Artikel 13 Water
Plan: De Rietvink 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.bprv-0020

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. waterberging;
  • c. waterkering;
  • d. waterlopen en waterpartijen;
  • e. waterwegen ten behoeve van verkeer over water;
  • f. water- en oeverrecreatie;
  • g. oeververbindingen ten behoeve van fietsers en voetgangers;
  • h. voorzieningen ten behoeve van de bestemming zoals oeverbeschoeiingen, remmingswerken, dukdalven, stuwdammen, duikers en inlaatwerken;
  • i. ter plaatse van de aanduiding (wl) zijn de gronden mede bestemd voor de ligplaats van een woonschip;
  • j. ter plaatse van de aanduiding (lp) zijn de gronden mede bestemd voor een ligplaats voor een vaartuig;
  • k. ter plaatse van de aanduiding (bg) zijn de gronden mede bestemd voor een balkengat, waar ten behoeve van de molen balken in het water liggen.
13.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in artikel 13.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming "Waarde - Archeologie" en/of "Waterstaat - Waterkering", zijn de gronden ter plaatse mede bestemd voor de nader aangegeven bestemming en geldt daarbij tevens het bepaalde in de artikelen 17 en/of 18.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Op dan wel in deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woonschepen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2.2 Nadere bouwregels

Voor het bouwen als bedoeld in lid 13.2.1 gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • c. voor het bouwen van een oeververbinding geldt dat een doorvaarthoogte van tenminste 1,25 meter moet worden gerealiseerd c.q. gewaarborgd;
  • d. alvorens te beslissen op een aanvraag om bouwvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de waterbeheerder.
13.3 Ontheffing van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 13.2.2voor het bouwen van oeververbindingen hoger dan 5 meter, gemeten ten opzichte van het gemiddeld waterpeil ter plaatse;
  • b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 13.1 voor de aanleg van steigers en vlonders ten dienste van de waterrecreatie;
  • c. alvorens te beslissen op een aanvraag om ontheffing winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de waterbeheerder.
13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en/of bouwwerken op een wijze die de waterhuishouding dan wel het waterbergend vermogen op enige wijze negatief beïnvloedt.

13.5 Aanlegvergunning

Met betrekking tot de gronden met deze bestemming is het bepaalde in artikel 28.1 van toepassing.