Plan: | De Rietvink 2009 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.bprv-0001 |
Sinds 15 november 2007 zijn de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm) en bijbehorende besluiten (w.o. Besluit 'niet in betekenende mate bijdragen'). Hiermee is het Besluit luchtkwaliteit 2005 vervallen. De luchtkwaliteitseisen (grenswaarden) uit het Blk 2005 zijn overgenomen in de nieuwe wet. Nieuw is de introductie van het begrip 'niet in betekenende mate' en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In artikel 5.16, lid 1 Wm is bepaald onder welke voorwaarden burgemeester en wethouders onder meer een bestemmingsplan mogen vaststellen of wijzigen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van deze bevoegdheid:
Indien aannemelijk gemaakt kan worden dat tenminste aan één van bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, is het uitvoeren van een uitgebreid luchtkwaliteitsonderzoek wettelijk niet meer verplicht. Voor het bestemmingsplan De Rietvink geldt dat er voor één locatie uitgebreid luchtkwaliteitsonderzoek is verricht. Dit betreft de voormalige gemeentewerf waarop een appartementencomplex en grondgebonden woningen worden gerealiseerd. Ook voor het gehele plangebied dient vervolgens aangegeven te worden of voldaan wordt aan het Besluit luchtkwaliteit.
Het in 2005 uitgevoerde onderzoek van DHV, zoals opgenomen in bijlage 3, toonde aan dat in 2005 de luchtkwaliteit langs de wegen nabij het bouwplan De Cascade en op de kavelgrenzen aan de grenswaarden voor de twee meest kritische stoffen, stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) voldeed. In augustus 2007 is door DHV een nieuw onderzoek naar de luchtkwaliteit gedaan omdat er wijzigingen waren aangebracht in het bouwplan. Tevens is het onderzoek toen aangepast op de gewijzigde regelgeving ten aanzien van de luchtkwaliteit. Het rapport uit 2007, opgenomen in bijlage 4, vervangt dan ook het onderzoek uit 2005. Ook de resultaten van het onderzoek uit 2007 laten zien dat ter hoogte van het bouwplan Cascade geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde
Daarnaast kan aan de hand van de verwachte verkeerstoename aannemelijk gemaakt worden dat het plan Cascade niet in betekenende mate bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Het bouwplan Cascade levert een verkeerstoename van circa 150 voertuigbewegingen per etmaal. In onderstaande tabel vermeld het met de VMK berekende effect op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingsweg van het plan, De Rietvinklaan in 2008.
Situatie | Verkeersintensiteit Rietvinklaan | Jaargemiddelde NO2 | Jaargemiddelde PM10 | Aantal dagen boven de etmaalnorm PM10 (50 µg/m³) | |||
autonoom | 2130 mvt/etmaal | 28,9 µg/m³ (40) | 21,9 µg/m³ (40) | 17 (35) | |||
met plan (+ 150) | 2280 mvt/etmaal | 29,0 µg/m³ (40) | 21,9 µg/m³ (40) | 17 (35) |
Hieruit blijkt dat de 150 extra verkeersbewegingen in 2008 leiden tot een toename van de jaargemiddelde concentratie voor NO2 van circa 0,1 microgram/m³ en minder dan 0,1 microgram/m³ voor PM10. Er is geen effect op het aantal overschrijdingsdagen van de etmaalnorm. Conform het Besluit 'niet in betekenende mate bijdragen' is een bouwplan van deze geringe omvang geen project dat in betekenende mate (meer dan 0,4 microgram/m³) bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit.
De conclusie uit het bovenstaande is dat de luchtkwaliteitseisen geen belemmering vormen voor de realisatie van het bouwplan Cascade, omdat er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde en het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit.
Om aannemelijk te maken dat in de toekomst geen overschrijding van een grenswaarde optreedt in het gehele plangebied, is de luchtkwaliteit in de toetsjaren 2008 en 2018 berekend met behulp van de gemeentelijke verkeersmilieukaart (VMK). De VMK is gebaseerd op de meest recente versie van het verkeersmodel en het wettelijk voorgeschreven CAR II - model voor de berekening van de luchtkwaliteit. De etmaalintensiteiten uit het verkeersmodel zijn gebruikt voor de luchtberekeningen. Het verkeersmodel wijst uit dat de Oude Trambaan de drukste en zwaarstbelaste weg is binnen het plangebied is, zie daarvoor onderstaande afbeelding.
Afbeelding 22: Verkeersintensiteit in 2008 (aantal motorvoertuigen per etmaal per rijrichting)
De blauwe lijnen geven aan dat er over deze wegen maximaal 1000 motorvoertuigen (500 per rijrichting) per etmaal rijden. Op de met donkergroen markeerde wegvakken rijden per etmaal tussen de 1000 en 2000 motorvoertuigen (maximaal 1000 per richting). De in lichtgroen aangegeven wegvakken hebben een etmaalintensiteit tussen de 2000 en 4000 motorvoertuigen per etmaal. De in geel gemarkeerde wegvakken zijn het drukst bereden met 4000 tot 6000 motorvoertuigen per etmaal. Binnen het plangebied is de Oude Trambaan de drukste weg, en daardoor de meest kritische weg met de hoogste concentraties NO2 en fijnstof. Dit betekent dat als langs de Oude Trambaan aan de grenswaarden wordt voldaan, langs alle andere wegen in het gehele plangebied ook aan de grenswaarden wordt voldaan. In onderstaande tabel is de met de VMK berekende luchtkwaliteit in 2008 en 2018 langs de Oude Trambaan opgenomen.
Toetsjaar | Verkeersintensiteit | jaargemiddelde NO2 | jaargemiddelde PM 10 | Aantal dagen boven etmaalnorm PM10 (50 µg/m³) | |||
2008 | 5300 mvt/etmaal | 31 µg/m³ (40) | 23 µg/m³ (40) | 17 (35) | |||
2018 | 6850 mvt/etmaal | 23 µg/m³ (40) | 18 µg/m³ (40) | 8 (35) |
Tabel 4: Berekening luchtkwaliteit langs Oude Trambaan, tussen haakjes staat de norm (bron VMK)
Uit de tabel blijkt dat in 2008 langs de Oude Trambaan de hoogste jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) 31 microgram/m³ bedraagt en dat deze voor fijn stof (PM10) op 23 microgram/m³ ligt. In 2018 zijn deze concentraties 23 voor NO2 respectievelijk 18 voor PM10. De etmaalnorm voor PM10 (50 microgram/m³) wordt in 2008 17 maal en in 2018 acht maal overschreden. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingsdagen is 35.
Het bovenstaande betekent dat in 2008 en 2018 langs alle wegen binnen het plangebied ruimschoots wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen.
Daarnaast is nagegaan of de rijksweg A4 in het kader van de luchtkwaliteit voor het bestemmingsplan van belang is. De Rietvink ligt op minimaal 500 meter van de A4. De bijdrage van de A4 aan de luchtkwaliteit in het plangebied is te herleiden uit de rapportage luchtkwaliteit die Rijkswaterstaat jaarlijks opstelt. De meest recente jaarrapportage luchtkwaliteit is die over 2007 (RBL2007). In de onderstaande grafiek is de luchtkwaliteit in 2007 aan weerszijden van de A4 ter hoogte van De Rietvink weergegeven (t.h.v. hectometerpaal 42,7).
Uit de figuur blijkt dat op 500 meter afstand de bijdrage van de rijksweg aan de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) circa 0,2 microgram/m³ bedraagt bovenop de heersende achtergrondconcentratie van 20,4 microgram/m³. De grenswaarde is 40 microgram/m³. Het aantal dagen per jaar dat de etmaalnorm voor PM10 (= 50 microgram/m³) wordt overschreden is op 500 m van de A4 gelijk aan het achtergrondniveau van 15 dagen (de grenswaarde is 35 dagen). Verder blijkt dat op een afstand van 500 m de rijksweg circa 0,8 microgram/m³ bijdraagt aan de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) bovenop de achtergrondconcentratie van 25,7 µg/m³. De grenswaarde is 40 microgram/m³.
Dit betekent dat ook rijksweg A4 geen feitelijke of toekomstige overschrijding van de luchtkwaliteitseisen veroorzaakt binnen het plangebied.