direct naar inhoud van Artikel 5 Detailhandel -1
Plan: De Rietvink 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.bprv-0001

Artikel 5 Detailhandel -1

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Detailhandel -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

op de begane grond:

  • a. detailhandel, niet zijnde detailhandel in volumineuze goederen, verkoop van motorbrandstoffen en opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;

vanaf de 1e verdieping:

  • b. wonen;

met de daarbij behorende:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. ontsluitingswegen;
  • f. paden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. terrassen;
  • i. waterpartijen en -lopen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de goothoogte, respectievelijk de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • c. de voorgevels van hoofdgebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
5.2.3 Aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en tegen het hoofdgebouw aangebouwde bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak worden opgericht;
  • b. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mogen uit ten hoogste 1 bouwlaag bestaan, waarbij de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het bijbehorende hoofdgebouw plus 0,30 meter;
  • c. aan de achtergevel mogen over de gehele breedte van de oorspronkelijke achtergevel van het bijbehorende hoofdgebouw aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd met een diepte van maximaal 3 meter;
  • d. aan de zijgevel mogen aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. op ten minste 3 meter achter het verlengde van de oorspronkelijke voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw;
    • 2. waarvan de breedte maximaal de helft mag bedragen van de breedte van het bijbehorende hoofdgebouw, met dien verstande dat de breedte van de aan- en uitbouw of het aangebouwde bijgebouw in elk geval 3 meter mag bedragen;
    • 3. waarvan de achterzijde maximaal 3 meter achter de oorspronkelijke achtergevel van het bijbehorende hoofdgebouw mag liggen.
5.2.4 Vrijstaande bijgebouwen

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. vrijstaande bijgebouwen mogen uitsluitend binnen de bestemmingsvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat deze op ten minste 3 meter achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw dienen te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen buiten het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in artikel 20;
5.2.6 Bebouwingspercentage
  • a. Het bouwvlak mag met maximaal het op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd;
  • b. indien op de plankaart geen percentage is opgenomen, mag het bouwvlak voor 100% worden bebouwd;
  • c. indien op de plankaart een bebouwingspercentage is opgenomen buiten het bouwvlak mag dat niet worden overschreden;
  • d. daar waar buiten het bouwvlak geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bijbehorende perceel, met een maximum van 40 m².
5.3 Ontheffing van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het realiseren van een dakterras ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2.3 met toepassing van de regels gesteld in de Nota "Het dak op";
  • b. burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2.3voor een bouwhoogte van maximaal 6 meter, indien de helling van het dak van de woning wordt voortgezet of herhaald bij de aanbouw, de uitbouw of het aangebouwde bijgebouw, mits deze verhoging niet onevenredig nadelig is voor de lichttoetreding in aangrenzende percelen.
5.4 Aanlegvergunning

Met betrekking tot de gronden met deze bestemming is het bepaalde in artikel 28.1 van toepassing.