28.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn,
behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor
het beschermd dorpsgezicht en monumenten, voor welke de gronden bestemd
zijn voor behoud, versterking en herstel van de cultuurhistorische
en/of architectonische waarde van de gronden welke niet zijn beschermd
ingevolge de Monumentenwet.
Op de in lid 28.1 bedoelde gronden mag de uitwendige
hoofdvorm van het betrokken object of bouwwerk, bepaald door
goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, kapvorm, dakhelling en
gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk te onderscheiden is),
zoals deze was op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp
van dit plan, niet gewijzigd worden.
28.3 Ontheffing van de
bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van
het bepaalde in lid 28.2, voor het bouwen overeenkomstig hetgeen is
bepaald in het artikel behorende bij de andere bestemmingen op
voorwaarde,dat:
a. het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit; en/of
b. de handhaving van het bepaalde in het lid 28.2 niet in
redelijkheid kan worden gevergd van de eigenaar en/of gebruiker van het
bouwwerk en door middel van financiële tegemoetkomingen of
anderszins de onevenredig nadelige gevolgen voor de eigenaar en/of
gebruiker niet opgeheven kunnen worden; en/of
c. een in de regels opgenomen ontheffing respectievelijk
wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast; en/of
d. alvorens de ontheffing te verlenen winnen burgemeester en
wethouders advies in bij een ter zake onafhankelijke deskundige
commissie danwel de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Van een
negatief advies kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
Het is verboden op de in lid 28.1 bedoelde gronden de
navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te
voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een
schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en
wethouders:
a. Voor de in lid 28.1 genoemde gronden:
1. het geheel of gedeeltelijk slopen van de gebouwen en/of
het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de gevels of daken van de
gebouwen;
2. het aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel
van wegen en paden;
3. het aanleggen of aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen;
4. het ophogen en egaliseren van gronden;
5. het aanlegen en dempen van watergangen, sloten en andere
waterpartijen;
6. het kappen van bomen en rigoureus snoeien in de
beplantingsstructuur.
b. Het bepaalde in lid 28.4 onder a. is slechts toelaatbaar,
indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de
directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet
zullen leiden tot een verstoring van het beschermd dorpsgezicht en
monumenten.
c. Voor zover de in lid 28.4 onder a. genoemde werken of
werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen
leiden tot een verstoring van het beschermd dorpsgezicht en monumenten,
kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning het volgende
voorschrift wordt verbonden:
1. de verplichting de uitvoering van de werken of
werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige die voldoet aan
door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen
kwalificaties.
d. De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4 onder
a. zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden
de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de bebouwing en
andere objecten (waaronder beplantingsstructuren), die doormiddel van
de aan de gronden toegekende functie 'Waarde - Cultuurhistorie'
behouden dienen te worden niet in onevenredige mate wordt aangetast dan
wel ter voldoening aan een aanschrijving van burgemeester en wethouders.
e. Het bepaalde in lid 28.4 onder a. is niet van toepassing
op werkzaamheden:
1. van ondergeschikte betekenis en - indien het sloopwerken
of sloopwerkzaamheden betreft - door burgemeester en wethouders
schriftelijk is medegedeeld dat geen sloopvergunning is vereist;
2. voortvloeiend uit het normale onderhoud van bomen dan wel
ten gevolge van ziekte van bomen;
3. ter voldoening aan een aanschrijving of een ander besluit
van burgemeester en wethouders.
f. Alvorens omtrent het verlenen van een vergunning als
bedoeld in lid 28.4 onder a. te beslissen, winnen burgemeester en
wethouders advies in bij een ter zake onafhankelijke deskundige of
commissie, dan wel de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
28.5 Wijzigingsbevoegdheid
-
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, waarbij:
-
de
bestemming op de plankaart "Waarde-Cultuurhistorie" wordt geschrapt,
indien dit op basis van nadere inventarisatie gewenst is;
-
de
bestemming op de plankaart "Waarde-Cultuurhistorie", wordt opgenomen
indien dit op basis van nadere inventarisatie gewenst is;
- Alvorens
toepassing te geven aan de bepaling in 28.5 onder a lid 1 en 2 winnen
burgemeester en wethouders advies in van een ter zake onafhankelijke
deskundige commissie danwel de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Van een negatief advies kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.