Plan: | Landelijk Gebied West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPlgwestLGB-VG02 |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen niet toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale gezamenlijke oppervlakte in m² | Dakhelling |
Bedrijfsgebouwen tenzij anders op de plankaart aangegeven | 4 |
7,5 |
minimaal 15° en maximaal 45° | ||
Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen | 5,5 | 10 | 500 | minimaal 15° en maximaal 60° | |
Bijgebouwen en carports bij de bedrijfswoning | 3 | Vrijstaande bijgebouwen: 6 m Carports: 3,5 m |
50 | minimaal 15° en maximaal 50° |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit en de stedenbouwkundige eenheid van de gebouwde omgeving nadere eisen stellen aan:
Het bepaalde in artikel 39 Algemene procedureregels is tevens van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor een verhoging van het bebouwingspercentage waarbij de oppervlakte van gebouwen mag worden vergroot met maximaal 15%, indien zulks uit overwegingen van bedrijfsuitoefening en/of bouwkundige constructie noodzakelijk blijkt.
Indien een ruimtelijke ontwikkeling, zoals genoemd in 6.4.1 wordt gerealiseerd, waarbij het verhard oppervlak uitbreidt met meer dan 1000 m2, dient, omwille van het tegengaan van de verslechtering van de waterhuishouding, de versnelde afvoer te worden voorkomen of te worden gecompenseerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor het plat afdekken van bijgebouwen en bedrijfsgebouwen, onder de voorwaarde dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingspatroon.
Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval begrepen detailhandel. Niettemin is de verkoop toegestaan van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 sub a voor het vestigen van bedrijven die zijn genoemd in categorie 3.2 van de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein', indien die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn toegestaan in zoals bepaald in lid 6.1 onder a.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor het bouwen van een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: