direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Landelijk gebied, regels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPlgmaarssenLGM-VG02

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    • 1. bedrijven, zoals genoemd in lid 6.1 onder b;

met de daarbij behorende:

    • 1. erven;
    • 2. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
    • 3. groenvoorzieningen en water;
    • 4. overig functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen.
  • b. De in lid 6.1 onder a bedoelde bedrijven zijn:
straatnaam   nummer   bedrijf   aanduiding  
Dwarsdijk   naast 24   gemaal   (gm)  
Nieuweweg   17   opslag   (op)  
Veenkade   20   aannemer   (sb-1)  
Laan van Niftarlake   137   aannemer   (sb-1)  
Laan van Niftarlake   95   aannemer   (sb-2)  
Laan van Niftarlake   77   aannemer   (sb-1)  
Laan van Niftarlake   47   transportbedrijf   (sb-3)  
Laan van Niftarlake   39a   algemene opslag en de opslag van oldtimers   (sb-4)  
Maarsseveensevaart   7   transportbedrijf   (sb-3)  
Maarsseveensevaart   9   gemaal   (gm)  
Machinekade   19   gemaal   (gm)  
Nimmerdorlaan   3   hovenier   (hv)  

  • c. Risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zijn niet toegestaan.
  • d. Bedrijven als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder zijn niet toegestaan.
  • e. Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
  • f. Per bedrijf mag niet meer dan 40% van het bedrijfsvloeroppervlak voor niet-zelfstandige kantooractiviteiten worden gebruikt.
6.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken;
    • 2. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste 1, tenzij anders met een maatvoeringaanduiding is aangegeven;
    • 3. de afstand tussen bij de bedrijfswoning behorende erfbebouwing en de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning ten minste 1 m bedraagt;
    • 4. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 2 m bedraagt;
    • 5. overigens geldt het volgende:
  max. oppervlak   max. inhoud   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en overkappingen)     600 m3   4,5 m   9 m  
bijgebouwen bij de bedrijfswoning   50 m² per bedrijfswoning   3 m   3 m*
   
6 m  
bedrijfsgebouwen   zie bijlage 1     6 m   10 m  
erfafscheidingen
- voor de voorgevel van de bedrijfswoning
- overige plaatsen binnen het bouwvlak  
      1 m
2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde         3 m  

* de maximale goothoogte van aangebouwde bijgebouwen is gelijk aan de de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder a sub 5 teneinde de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens te verkleinen, met dien verstande dat:
    • 1. aangetoond is dat situering van gebouwen op een afstand van maximaal 2 m van de perceelsgrens niet mogelijk is;
    • 2. de natuur-, landschappelijk en cultuurhistorische waarden zoals opgenomen in de omliggende bestemmingen niet onevenredig worden aangetast.

6.3.2 Windmolens
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder a sub 5 teneinde windmolens mogelijk te maken, met dien verstande dat:
    • 1. windmolens uitsluitend binnen het bouwvlak gerealiseerd worden;
    • 2. per bouwvlak ten hoogste 1 windmolen is toegestaan;
    • 3. de hoogte van de windmolen ten hoogste 15 m bedraagt;
    • 4. de natuur-, landschappelijk en cultuurhistorische waarden zoals opgenomen in de omliggende bestemmingen niet onevenredig worden aangetast.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt:

  • a. het is niet toegestaan bedoelde gronden te gebruiken voor het plaatsen van onderkomens;
  • b. het is niet toegestaan gebouwen en gronden te gebruiken voor de opslag van vuurwerk.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Ten behoeve van vervolgfuncties
  • a. Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen ten behoeve van de in tabel 6.1 genoemde vervolgfuncties, met dien verstande dat:
    • 1. de aanvrager van de wijziging aannemelijk maakt dat de bedrijfsactiviteiten geheel heeft beëindigd;
    • 2. het uitbreiden van bestaande bebouwing in geen geval is toegestaan;
    • 3. nieuwbouw in geen geval is toegestaan;
    • 4. de voormalige bedrijfswoning gehandhaafd blijft;
    • 5. het aantal woningen niet mag toenemen;
    • 6. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties in verhouding dient te staan tot de capaciteit van de betrokken wegen;
    • 7. de vervolgfunctie milieuhygiënisch inpasbaar dient te zijn;
    • 8. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven niet onevenredig worden beperkt;
    • 9. in afwijking van het bepaalde onder a sub 3 en 4 mag de voormalige bedrijfswoning worden vervangen door een nieuwe woning; de bouwregels die in dit artikel zijn genoemd met betrekking tot de bedrijfswoning blijven onverkort van kracht;
    • 10. indien de bedrijfsgebouwen, niet zijnde de bedrijfswoning, geheel gesloopt worden, mag in afwijking van het bepaalde onder a sub 3 nieuwbouw worden gerealiseerd, met inachtneming van het volgende:
      • het terug te bouwen oppervlak mag niet meer bedragen dan het gesloopte oppervlak;
      • indien meer dan 250 m² gesloopt wordt, mag ten hoogste 250 m² terug gebouwd worden.

Tabel 6.1 Vervolgfuncties via een wijzigingsbevoegdheid

wonen inclusief aan-huis-verbonden beroep en bedrijf  
expositieruimte/atelier, praktijkuitoefening  
bezoekerscentrum  
niet-agrarische bedrijven die wat betreft ruimtelijke uitstraling en externe (milieu)effecten passen in de omgeving