direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Kockengen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPkockengenKKG-VG01

Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding van het beschermd dorpsgezicht, zoals bedoeld in artikel 36 van de Monumentenwet 1988.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen

Op deze gronden gelden ten aanzien van het bouwen de volgende regels:

  • a. bij verbouwing en bij herbouw van gebouwen dient de ten tijde van de eerste ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande goothoogte en bouwhoogte gehandhaafd te blijven. Het bouwen dient te geschieden in de naar de weg toegekeerde bebouwingsgrens. Regels in dit plan met betrekking tot goothoogten en dakhellingen zijn hier niet van toepassing.
23.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaatsing van bebouwing in verband met:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
23.4 Afwijken van de bouwregels
23.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 23.2.

23.4.2 Adviesprocedure

Burgemeester en wethouders winnen alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, advies in van een door hen aan te wijzen deskundige.

23.5 Omgevingsvergunning voor uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:

  • a. het opslaan of afgraven van gronden, anders dan van tijdelijke aard en strekkende tot onderhoud van de betrokken terreinen;
  • b. het opslaan van goederen en materialen anders dan van tijdelijke aard en strekkende tot onderhoud van de betrokken terreinen en gebouwen;
  • c. het aanleggen van terreinverhardingen en bestratingen noch het wijzigen van bestaande terreinverhardingen of bestratingen voor zover van de openbare weg zichtbaar;
  • d. het dempen of graven van sloten;
  • e. het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het slopen van gebouwen en andere bouwwerken of het slopen van gedeelten daarvan of het wijzigen van de voorgevel of de dakconstructie;
  • g. het lozen of storten van voorwerpen, stoffen of producten buiten erven van bedrijfsgebouwen of woningen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het beheer en onderhoud van betrokken gronden en mits van tijdelijke aard;
  • h. het rooien van bomen;
  • i. het oprichten, wegnemen of verplaatsen van straatmeubilair, voor zover dit niet onder bouwwerken is te rangschikken;
23.5.2 Uitzonderingen

Het in sublid 23.5.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning.
23.5.3 Toelaatbaarheid

De vergunning kan slechts worden verleend, indien de uitvoering van de aldaar genoemde werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het karakter van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'. Alvorens burgemeester en wethouders een beslissing nemen op aanvraag om een omgevingsvergunning wordt de gemeentelijke monumentencommissie of een soortgelijke adviescommissie gehoord.