Plan: | Bestemmingsplan De Kwekerij |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPdekwekerijMDP-OH01 |
In de voorgaande hoofdstukken zijn de aanwezige functies, de ontwikkelingen daarbinnen en de uitgangspunten ten aanzien daarvan aan de orde geweest. Dit beleid krijgt zijn juridische vertaling in bestemmingen. Deze regelen de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden binnen het plangebied. Het bestemmingsplan geeft aan voor welke doeleinden de gronden zijn bestemd.
Het bestemmingsplan is ontwikkelingsgericht en biedt de mogelijkheid tot realisatie van woningbouw. Het bestemmingsplan kenmerkt zich door een gedetailleerde bestemmingsregeling, zowel op de verbeelding als in de regels, voor de in het gebied aanwezige functies en bebouwing.
Met dit bestemmingsplan wordt voor het plangebied een nieuwe, eenduidige regeling gemaakt, welke is gebaseerd op de standaardregels voor bestemmingsplannen van de gemeente Maarssen. Deze regels zijn gegroepeerd in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 van de regels bevat de inleidende regels, welke bestaan uit de begripsbepalingen en een bepaling over de manier waarop de in het plan genoemde maten zijn bepaald;
Hoofdstuk 2 van de regels bevat de regeling van de afzonderlijke bestemmingen;
De hoofdstukken 3 en 4 van de regels bevatten een aantal algemene en aanvullende regels. Het betreft onder meer ontheffingsregels, welke dienen om een bepaalde mate van flexibiliteit te kunnen bieden alsmede het stellen van nadere eisen om onevenredige afbreuk van omgevingsaspecten te voorkomen. Ook zijn hier de (op grond van het Bro) verplichte overgangs- en slotregels opgenomen.
Onderstaand zijn de diverse bestemmingen en artikelen nader toegelicht.
De bestemming "Groen" heeft betrekking op het buurt- en wijkgroen in het plangebied. De bestemming beoogt waarborging van de structurele groenfunctie. Bebouwing binnen de bestemming "Groen" is enkel toegestaan indien sprake is van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming. Ter plaatse van de daarvoor geldende aanduidingen is een muziektent toegestaan. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat enkele vormen van gebruik verboden zijn.
Om het onbebouwde karakter van voor- en enkele zijtuinen te beschermen, is daarvoor de afzonderlijke bestemming "Tuin" opgenomen. Dit dient zowel het ruimtelijk beeld als het belang van omwonenden. Bebouwing is binnen deze bestemming bij recht enkel toegestaan indien sprake is van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming. Ter wille van een zekere flexibiliteit mag een hoofdgebouw binnen de bestemming 'Wonen' overigens wel met een erker uitgebouwd worden op gronden met de bestemming "Tuin". In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
De voor "Verkeer" aangewezen gronden betreffen de openbare straten in het plangebied, met in hoofdzaak een functie voor het bestemmingsverkeer. Bebouwing in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is enkel toegestaan ten dienste van de bestemming. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. Ook zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van het toestaan van een grotere bouwhoogte.
Om te voorkomen dat de muur ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-muur" en de entreepartij ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-entree" worden gesloopt, is in de regels bepaald dat het verboden is zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de genoemde muur en entreepartij te slopen. De sloopvergunning kan enkel verleend worden indien de akoestische situatie en de beeldkwaliteit ter plaatse niet zullen verslechteren.
Het water in het plangebied heeft zowel een waterhuishoudkundige als een ruimtelijke functie, welke onder de bestemming "Water" is geregeld. Bebouwing binnen de bestemming "Water" is enkel toegestaan indien sprake is van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van een goede waterhuishouding en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing. Ook zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van het toestaan van een grotere bouwhoogte.
Op gronden met de bestemming "Wonen" is wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis, met de daarbij behorende erven, toegangswegen en dergelijke, toegestaan.
De bestemming 'Wonen' is op de verbeelding aangegeven met een bestemmingsvlak. Binnen de bestemmingsvlakken zijn meerdere bouwvlakken gesitueerd. De hoofdgebouwen dienen binnen deze bouwvlakken opgericht te worden. In de regels en op de verbeelding zijn maatvoeringen ten aanzien van ondermeer de bebouwingstypologie en de maximaal toegestane (bouw)hoogte opgenomen. Voorts het aantal hoofdgebouwen per bouwvlak vastgelegd. Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het mogelijk de bouwhoogte te verhogen ten behoeve van een bouwkundige verbijzondering (bouwaccent).
Binnen het gehele bestemmingsvlak is oprichting van bouwwerken - waaronder erfbebouwing - toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte van erfbebouwing bedraagt niet meer dan 50 m² per hoofdgebouw.
Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding ten behoeve van de realisatie van een muur, welke naast erfafscheiding dient als geluidwerende voorziening, een afwijkende bouwhoogte ten opzichte van de overige toegestane bouwhoogten van erfafscheidingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan situering van geluidgevoelige ruimten in woningen in verband met de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer. Ook kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden nadere eisen worden gesteld aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Voorts zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van verschuiving van het bouwvlak, het oppervlak aan bijgebouwen alsmede het toestaan dat een bouwwerk op een kortere afstand tot de perceelsgrens wordt gebouwd.
In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat het gebruik van hoofd- en erfbebouwing ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis, in overeenstemming is met de bestemming, indien wordt voldaan aan de daartoe gestelde voorwaarden. Tevens is bepaald dat gebruik van hoofd- en erfbebouwing ten behoeve van mantelzorg enkel is toegestaan indien ontheffing is verleend.
Om te voorkomen dat de muur ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-muur" en de entreepartij ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-entree" worden gesloopt, is in de regels bepaald dat het verboden is zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de genoemde muur en entreepartij te slopen. De sloopvergunning kan enkel verleend worden indien de akoestische situatie en de beeldkwaliteit ter plaatse niet zullen verslechteren.
In het bestemmingsplan is ook de dubbelbestemmingen Waterstaat - waterkering opgenomen. Dit is een bestemming die andere bestemmingen overlapt. Deze bestemming is opgenomen om de bestaande secundaire directe waterkering, de Zandweg, te beschermen middels een aanlegvergunningstelsel.
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een bouwvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.
In de bouwverordening zijn ook voorschriften opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vóór deze bepalingen, maar in dit artikel is bepaald welke voorschriften uit de bouwverordening naast het bestemmingsplan van kracht blijven. Het gaat daarbij om voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals de bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer en brandblus-voorzieningen, bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, de ruimte tussen bouwwerken en parkeergelegenheid bij gebouwen.
Deze bepaling geeft aan dat het verboden is om een bouwwerk te gebruiken, te doen of te laten gebruiken in strijd met de bestemmingen.
Hierin zijn onder meer de ontheffingsregelingen opgenomen, die kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een ontheffing verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten (waaronder percentages) en het overschrijden van bouwgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.
In dit artikel is de procedure beschreven die doorlopen dient te worden bij het stellen van nadere eisen of bij het gebruik maken van een afwijking op de regels danwel het gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid.
Deze bepaling heeft tot doel een regeling te creëren voor bebouwing die afwijkt van het plan.
In principe mag die bebouwing worden gehandhaafd en zelfs gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. Alleen als deze bebouwing door een calamiteit verloren gaan, is algehele herbouw mogelijk. Voorwaarde daarbij is wel, dat de aanvraag om bouwvergunning binnen 2 jaar na het teniet gaan van het bouwwerk wordt ingediend.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor een eenmalige vergroting van de inhoud van een bestaand bouwwerk dat afwijkt van het plan. Deze vergroting is echter beperkt tot maximaal 10 % van de inhoud.
Van de overgangsbepaling zijn die bouwwerken uitgezonderd die bestaan op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan maar die zijn gebouwd in strijd met het voorgaande bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden. Het overgangsrecht is dus niet van toepassing op illegale bebouwing.
Deze bepaling heeft tot doel een regeling te creëren voor gebruik dat afwijkt van het plan. Het tijdstip waarop gebruik als bestaand gebruik in de zin van deze bepaling wordt aangemerkt is, op grond van vaste jurisprudentie, de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
In principe mag het afwijkende gebruik worden gehandhaafd en mag er zelfs een wijziging in worden aangebracht. Die wijziging moet dan wel leiden tot een vermindering van de gebruiksafwijking, zowel naar aard als naar omvang. Dit betekent, dat in gevallen van afwijkend gebruik een intensivering van dat afwijkende gebruik niet is toegestaan.
Ook hier is een uitzondering op. Het gebruik dat al in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden, valt niet onder deze overgangsregeling.
De strafbepaling is noodzakelijk om bij overtredingen van de gebruiksbepalingen, van de overgangsbepaling ten aanzien van gebruik op te kunnen treden. Overtreding van die bepalingen is daarom aangemerkt als een economisch delict in de zin van artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Dat betekent, dat bij geconstateerde overtredingen straffen in de vorm van boetes kunnen worden opgelegd, afhankelijk van de ernst van de overtreding en de mate van onherstelbaarheid van de gevolgen van de overtreding.