direct naar inhoud van Artikel 16 Water - Natuur
Plan: Breukelen Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPcentrumBKL-VG02

Artikel 16 Water - Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1

De voor 'Water - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Het behoud dan wel het herstel van de ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde;
  • b. water;
  • c. de waterhuishouding;
  • d. een waterweg ten behoeve van scheepvaartverkeer;
  • e. aanlegplaatsen voor schepen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. versterking en ontwikkeling van natuurwaarden van de Vecht;
  • h. beschoeiing;

met de daarbij behorende:

  • i. bruggen, sluizen, duikers, coupures, dammen en overige kunstwerken;
  • j. straatmeubilair;
  • k. voet- en fietspaden;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. overige functioneel met de bestemming 'Water - Natuur' verbonden voorzieningen, met uitzondering van ligplaatsen voor schepen.
16.1.2

Overkappingen en voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, met een kap zijn niet toegestaan.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde (waaronder begrepen kunstwerken) ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten ten behoeve van obstakelverlichting niet meer dan 12 m bedraagt;
  • b. per woning of bedrijfswoning, waarvan het perceel is gelegen aan de Vecht of het Zandpad mag één steiger worden gebouwd, mits de afstand van de woning tot Vecht niet meer dan 25 m bedraagt;
  • c. de breedte van steigers mag niet meer dan 6 m bedragen en de diepte gemeten haaks op de aangrenzende gronden niet meer dan 1,20 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde in artikel 2 'Wijze van meten', wordt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gemeten ten opzichte van het hoogste punt van de aangrenzende oever;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 4 m bedraagt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dient de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk is te onderscheiden), zoals deze was op het moment van inwerkingtreding van dit plan, gehandhaafd te worden.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2 onder b. voor de bouw van een steiger ten behoeve van een woning die op een grotere afstand van de Vecht is gelegen dan genoemde 25 m, met dien verstande dat:

  • a. niet reeds een steiger bij de woning is gebouwd;
  • b. de steiger wordt gebouwd binnen het verlengde van de zijdelingse grenzen van het perceel behorende bij de woning.
16.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2 onder f indien:

  • a. het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit, dan wel;
  • b. handhaving van het bepaalde in lid 16.2 onder f niet in redelijkheid kan worden gevergd van de eigenaar en/of gebruiker van het bouwwerk en door middel van financiële tegemoetkomingen of anderszins de onevenredig nadelige gevolgen voor de eigenaar dan wel gebruiker niet kunnen worden opgeheven;
  • c. advies is gevraagd van de monumentencommissie.