Plan: | Herontwikkeling voormalig kloostercomplex Rijksweg 8-18 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1903.BPPVM0001-OH01 |
Met betrekking tot het aspect wegverkeerslawaai kan worden opgemerkt dat in de Wet geluidhinder (Wgh) de verplichting is opgenomen om bij de opstelling van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek uit te voeren naar de geluidsbelasting vanwege de weg op de gevels van geprojecteerde woningen en andere geluidgevoelige objecten. Deze onderzoeksverplichting geldt in principe voor alle wegen. Afhankelijk van bepaalde omgevingssituaties zijn daartoe in de Wgh zones van een bepaalde breedte aangegeven waarbinnen - zonder nader akoestisch onderzoek - geen geluidgevoelige objecten mogen worden gebouwd. Er behoeft geen akoestisch onderzoek te worden verricht voor wegen:
Aangezien hier in het onderhavige geval geen sprake van is dient om te kunnen beoordelen of de plannen voldoen aan de normen op grond van de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek te worden verricht. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door omliggende wegen op de zogenaamde geluidgevoelige objecten in het plangebied, in dit geval het kloostercomplex aan de Rijksweg 8-18 te Cadier en Keer.
Door ARCADIS is, d.d. 10 oktober 2011 met kenmerk 075774209:A - Definitief, het akoestisch onderzoek voor het kloostercomplex Cadier en Keer geluidbelasting wegverkeer opgesteld. Onderzocht is de geluidbelasting van nieuw te realiseren bouwblokken rond het kloostercomplex te Cadier en Keer.
Deze nieuwe woningen zijn gelegen in het buitenstedelijk gebied. Voor enkele woonblokken zijn door de architect verschillende varianten uitgewerkt. Deze zijn allen in het akoestisch onderzoek betrokken. Uit de rekenresultaten blijkt dat er maatregelen noodzakelijk zijn om de geluidbelasting vanwege wegverkeer over de Rijksweg N278 te reduceren tot minimaal te maximaal te ontheffen waarde van 53 dB. Navolgende tabel geeft een samenvatting van de te treffen wettelijke maatregelen.
Aanvullende maatregelen om de geluidbelasting verder te reduceren tot aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB zijn financieel afgewogen conform de "Handreiking procedure hogere grenswaarden Wgh door gemeenten" uit 2007 van de Regiegroep geluid Limburg. Hieruit blijkt dat aanvullende maatregelen niet financieel doelmatig zijn alsmede bezwaren zullen ontmoeten van stedenbouwkundige of landschappelijke aard. Er zijn derhalve voor de betreffende woningen in de verschillende varianten hogere waarden aangevraagd.
Bij de realisatie van de woningen dient voldaan te worden aan de eisen uit het Bouwbesluit. Dat wil zeggen dat voldaan dient te worden aan een (karakteristiek) binnenniveau van 33 dB. Hierdoor gelden eisen aan de geluidisolatie van de gevels. Bij de gevels waar een ontheffing aan de orde is, is de geluidbelasting niet meer dan 53 dB(A) waardoor er in de praktijk nauwelijks extra geluidwerende maatregelen noodzakelijk zijn. Ook voor de dove gevels gelden eisen aan de geluidwering, hier is echter wel te rekenen op een verzwaarde gevelopbouw (met name de beglazing).
Het akoestisch onderzoek is als bijlage 2 bijgevoegd.