direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene afwijkingsregels
Plan: Woningbouw Heiligerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPLKOM1003-VG01

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

16.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid
16.1.1 gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van het openbare nut

Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels van het plan ten aanzien van de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen
  • b. de inhoud ten hoogste 50 m3 mag bedragen.

16.1.2 Afwijken met 10%

Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de in de deze regels genoemde percentages, hellingen en maten, mits:

  • a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
  • b. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. niet reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een omgevingsvergunning is verleend, mag niet nogmaals een omgevingsvergunning worden verleend uit hoofde van dit artikel.

16.1.3 Zendmasten

Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels van het plan ten aanzien van het plaatsen van zendmasten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering met een maximale hoogte van 40.00 m mits:

  • a. de mast past binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • b. andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

16.1.4 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in artikel 16.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid.

16.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid
16.2.1 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de waarden, welke het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • c. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
16.2.2 Weigering omgevingsvergunning

Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 16.2.1 onder a en b onevenredig worden geschaad en/of de 16.2.1onder c en d genoemde uitvoerbaarheid/inpasbaarheid niet is aangetoond en/of de 16.2.1onder e genoemde verkeerssituatie onevenredig wordt beïnvloed, vindt de afwijkingsbevoegdheid geen toepassing.