Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
9.1 Algemene afwijkingsregels ten behoeve van geringe afwijkingen
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een omgevingsvergunning ter afwijking te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
-
a. geringe afwijkingen van het plan indien blijkt dat uitsluitend ten gevolge van onnauwkeurigheden in de verbeelding (plankaart) of in deze regels, deze geringe afwijkingen in het belang van een juiste verwerkelijking of toepassing van het plan gewenst of noodzakelijk zijn, of welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
-
b. afwijkingen van de bebouwingspercentages van ten hoogste 10% (gemeten ten opzichte van de totale in aanmerking te nemen oppervlakte), waarbij de in de bestemmingsregels voorziene afwijkingsmogelijkheden buiten beschouwing blijven;
-
c. afwijkingen van de in het plan voorgeschreven maten, zoals goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen, tot maximaal 10%.
9.2 Afwijkingsbevoegdheid mantelzorg
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning ter afwijking te verlenen ten behoeve van het gebruik van het bestaande hoofdgebouw of de bestaande bijgebouwen als tijdelijke woonruimte bij de woning ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
-
a. het maximaal aantal woningen op het bouwvlak niet mag toenemen;
-
b. de woning bij gebruik door twee huishoudens een duidelijke uitstraling dient te hebben van één woning met eventueel bijgebouwen;
-
c. er geen extra inritten of bruggen mogen worden aangelegd;
-
d. de woning maximaal één toegang mag hebben;
-
e. de zorgbehoefte moet zijn aangetoond via een indicatiebesluit of een verklaring van de GGD, met uitzondering van zorgbehoevenden ouder dan 75 jaar;
-
f. bij beëindiging van de mantelzorg het gebruik van de woning, aan- of uitbouw of bijgebouw als tijdelijke woonruimte wordt beëindigd.
9.3 Afwijkingsbevoegdheid gastenverblijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning ter afwijking te verlenen ten behoeve van het gebruik van het bestaande hoofdgebouw of de bestaande bijgebouwen als tijdelijke woonruimte bij de woning ten behoeve van een gastenverblijf met dien verstande dat:
-
a. het maximaal aantal woningen op het bouwvlak niet mag toenemen;
-
b. de maximale inhoudsmaat van de woning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 575 m³ mag bedragen;
-
c. de oppervlakte van het bijgebouw dat wordt gebruikt als tijdelijke woonruimte niet dan 80 m² mag bedragen;
-
d. er geen extra inritten of bruggen mogen worden aangelegd;
-
e. de woning maximaal één toegang mag hebben;
-
f. de gebruiker een reëel hoofdverblijf elders dient te hebben;
-
g. de woning bij gebruik door twee huishoudens een duidelijke uitstraling dient te hebben van één woning met eventueel bijgebouwen.
9.4 Afwijkingsbevoegdheid brug
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning ter afwijking te verlenen ten behoeve van de bouw van nieuwe bruggen met dien verstande dat:
-
a. bij een woning maximaal 1 brug is toegestaan indien dit strikt noodzakelijk is voor de ontsluiting van die woning;
-
b. de brug een maximale breedte mag hebben van 3 meter en het landhoofd een maximale breedte van 6 meter.
9.5 Voorwaarden
De in 9.1, 9.2 en 9.3 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Voorts dient de stedenbouwkundige waarde van de omgeving te zijn gewaarborgd.