direct naar inhoud van Artikel 30: Waterstaat - Waterkering
Plan: Workum - Kom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.055007-OH01

Artikel 30: Waterstaat - Waterkering

30.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. waterkering;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

30.2. Bouwregels
30.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en), geen gebouwen worden gebouwd. Deze regeling is niet van toepassing op bestaande gebouwen.

30.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de basisbestemming, geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd. Deze regeling is niet van toepassing op bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

30.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de waterkerende functie, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

30.4. Afwijken van de bouwregels

Met inachtneming van de waterkerende functie kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 30.2 in die zin dat de binnen de andere daar voorkomende bestemming(en) toegestane bouwwerken worden gebouwd, op voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie van de dijk.

30.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.5.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen en afgraven van gronden;
  • b. het aanbrengen van beplanting.
30.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 30.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, het gebruik en het beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
30.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie en aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de waterkering.