direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - Vrijstaand
Plan: Bestemmingsplan Woonwijken Zwartewaterland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1896.BP0002-VS01

Artikel 22 Wonen - Vrijstaand

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen – Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' mede voor een praktijkruimte;
  • d. de uitoefening van een beroep aan huis.

22.2 Bouwregels

Ter plaatse van de binnen de bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

22.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de gebouwen dienen minimaal 3 m uit de zijdelingse bouwperceelgrens te worden gebouwd, dan wel bestaande afstand indien deze minder is;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwoppervlakte' mag het bouwoppervlakte van hoofdgebouw, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gezamenlijk niet meer bedragen dan 450 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal wooneenheden niet meer bedragen dan is aangegeven.

22.2.2 Bijgebouwenregeling

Ten aanzien van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bij ieder hoofdgebouw zijn, op een afstand van minimaal 3 m achter (het denkbeeldig verlengde van) de voorgevel van dat hoofdgebouw, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan;
  • b. de bijgebouwen dienen minimaal 1 m uit de zijdelingse bouwperceelgrens te worden gebouwd of op de zijdelingse bouwperceelgrens;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw mag maximaal 20 m² bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw maximaal 70 m² bedragen, mits niet meer dan 50 % van het zij- en achtererf van dat hoofdgebouw wordt bebouwd;
  • e. bijgebouwen binnen het bouwvlak worden niet meegerekend in de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouw aanduiding - bouwoppervlakte' geldt in afwijking van het bepaalde onder c, d en e dat de bouwoppervlakte van hoofdgebouw, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gezamenlijk niet meer bedragen dan 450 m²;
  • g. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,25 m;
  • h. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, maar nooit meer dan 6,5 m;
  • i. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m respectievelijk 5 m bedragen;
  • j. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen.

22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag bedragen:
    • 1. maximaal 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voorzover gelegen voor de (verlengde van de) naar de weg gekeerde gevel;
    • 2. maximaal 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. het bepaalde in lid 22.2.2 sub a en toestaan dat een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd;
  • b. lid 22.2.2 sub c voor de vergroting van gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw tot maximaal 80 m2 ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel van 40 % niet mag worden overschreden.

22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Beroep aan huis

Ten aanzien van een beroep aan huis gelden de volgende specifiek gebruiksregels:

  • a. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen beslaan met een maximum van 100 m2;
  • b. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • c. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;
  • d. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
  • e. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
  • f. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • g. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand.

22.5 Ontheffing van de gebruiksregels
22.5.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing verlenen van het bepaalde in:

lid 22.1 voor de uitoefening van een bedrijf aan huis:

  • a. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
  • b. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;
  • c. het bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • d. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
  • e. de voor de bedrijfsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen beslaan met een maximum van 100 m2;
  • f. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand.