direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene aanduidingsregels
Plan: Finsterwolde, Drieborg, Ganzedijk/Hongerige Wolf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1895.22BP0001-0401

Artikel 29 Algemene aanduidingsregels

29.1 vrijwaringszone - molenbiotoop
29.1.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mag op of in deze gronden niet hoger worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. buiten een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.
29.1.2 Uitzondering

De regels genoemd in lid 29.1.1 gelden niet voor bestaande gebouwen en bouwwerken.

29.1.3 Afwijken van de bouwregels

Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken worden van:

  • a. het bepaalde in lid 29.1.1 onder a en b in die zin dat de in de andere aangewezen bestemming(en) genoemde gebouwen en andere bouwwerken, worden gebouwd, met een hogere bouwhoogte dan genoemd in lid 29.1.1, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de molen als landschapselement;
    • 3. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen.
29.1.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen van gronden hoger dan de in lid 29.1.1 aangegeven toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
  • b. het beplanten met opgaande beplanting hoger dan de in lid 29.1.1 aangegeven toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
  • c. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de in lid 29.1.1 aangegeven toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken.

b Uitzondering

Het bepaalde in lid a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud dan wel het normale gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.

c Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de molen als landschapselement;
  • c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen.