direct naar inhoud van Regels
Plan: Chw bestemmingsplan Bad Nieuweschans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1895.11BP0006-0401

Regels

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels Deelgebiedregels

Wat onder 'deelgebiedregels' wordt verstaan is toegelicht in paragraaf 4.3 van de toelichting

Artikel 1 Bedrijven

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.3

1.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

Ambitie voor de kartonfabriek is het vastleggen en faciliteren van het bestaande bedrijf. Het bedrijf vormt qua milieu (geluid) een belemmering voor nieuwe ontwikkelingen, zoals woningen. Maar het is een belangrijke werkgever voor het dorp en dus voor de economie van de gemeente relevant.

Ambitie voor bedrijventerrein Het Bolwerck is dat het een visitekaartje vormt voor Bad Nieuweschans. De toekomstige invulling is uitgewerkt in het stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitplan (opgenomen als bijlage bij de toelichting). Een groot deel van het terrein is nog niet ingevuld. De ambitie is dat het wel nader ingevuld wordt met bedrijven, de regeling uit het geldende bestemmingsplan voldoet nog prima en vormt tot nu toe geen belemmering voor de uitgifte. Het Chw bestemmingsplan faciliteert deze invulling. Het deel dat in het hiervoor geldende bestemmingsplan was bestemd als Agrarisch met een wijzigingsbevoegdheid voor bedrijventerrein is in dit plan opgenomen als deelgebied 'Energielandschap'. De ambitie is hier dus niet langer te transformeren naar bedrijventerrein. Dat deel van het stedenbouwkundig en beeldkwaliteitplan is dus niet van toepassing.

1.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan op deze locatie

Op de bedrijfslocaties zijn toegestaan:

  • a. op Het Bolwerck zijn bedrijven toegestaan zoals genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 en andere naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven;
  • b. de bestaande kartonfabriek gevestigd aan de Hoofdstraat 34 en Europaweg 3;
  • c. de bestaande gasdrukmeet- en regelstations gevestigd aan de Hoofdstraat 34 en Europaweg 2T;
  • d. bijbehorende voorzieningen.
1.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Zware bedrijvigheid, woningen die geen bedrijfswoningen zijn, detailhandel, geluidzoneringsplichtige inrichtingen (met uitzondering van de bestaande kartonfabriek), risicovolle inrichtingen (met uitzondering van de bestaande gasdrukmeet- en regelstations) en vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan op de bedrijfslocaties.

Op de locatie van de kartonfabriek zijn ook geen bedrijfswoningen toegestaan.

1.4 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan met omgevingsvergunning

Op het perceel Hoofdweg 34 en Europaweg 3 mogen lichte bedrijven worden gevestigd, zoals opgenomen in bijlage 1 onder categorie 1 en 2, en bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit aanvragen bij de gemeente. Voordat u de vergunningaanvraag kunt indienen moet u voldoen aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven) en moet u de omwonenden hebben geïnformeerd over de plannen en hen in de gelegenheid stellen hierop een reactie te geven. Lichte bedrijvigheid is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 (Procedure- en beoordelingsregels).

1.5 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

1.5.1 Gebouwen

Bestaande en nieuwe gebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw is maximaal 10 meter, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
  • b. de afstand tot de perceelgrens is minimaal 3 meter.
1.5.2 Overige bouwwerken
  • a. De bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding is maximaal 2,50 meter.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 4 meter.
1.6 Bouwregels

Wat moet ik doen als ik hoger wil bouwen dan is toegestaan

De bouwhoogte van gebouwen mag worden uitgebreid als de grotere bouwhoogte past in de omgeving. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Het bouwen van een gebouw met een grotere bouwhoogte is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 (Procedure- en beoordelingsregels).

Artikel 2 Beschermd dorpsgezicht

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.4

2.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

De ambitie voor het beschermd dorpsgezicht is het behoud en herstel van de cultuurhistorisch ruimtelijke structuur en het historisch bebouwingsbeeld. Kwaliteiten zijn rust en ruimte. Hoofdfunctie van het deelgebied is wonen, met daarnaast passende functies ter versterking van levendigheid en toeristisch-recreatieve betekenis van het dorp en passend bij het dorpse karakter van Bad Nieuweschans. De cultuurhistorische waarde van de bebouwde omgeving in dit deelgebied bepaalt in grote mate de karakteristiek en uitstraling.

2.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan op deze locatie

In het beschermd dorpsgezicht zijn activiteiten toegestaan die passen binnen de functies wonen, het werken in de vorm van detailhandel, lichte bedrijvigheid, (maatschappelijke) dienstverlening, kunst & cultuur, bed&breakfast, recreatie en toerisme met bijbehorende voorzieningen en aansluiten bij de 'Ambitie' van dit deelgebied 2.1 (Ambitie).

2.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Nieuwe horecabedrijven (anders dan bed&breakfast), volkstuinen, zware bedrijvigheid en seksinrichtingen zijn niet toegestaan in het beschermd dorpsgezicht.

2.4 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan met omgevingsvergunning

Een horecabedrijf mag worden gevestigd als er geen aantasting plaats vindt van de karakteristieken van het beschermd dorpsgezicht zoals beschreven in de toelichting, geen terras in het openbaar gebied wordt gerealiseerd en omwonenden geen overlast ondervinden van het horecabedrijf.

Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit aanvragen bij de gemeente. Voordat u de vergunningaanvraag kunt indienen moet u voldoen aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven) en de omwonenden hebben geïnformeerd over de plannen en hen in de gelegenheid stellen hierop een reactie te geven. De vestiging van een horecabedrijf is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 (procedure- en beoordelingsregels).

2.5 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

  • a. de bestaande verschijningsvorm van gebouwen (de oppervlakte, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling, de dakvorm en de plaatsing op het bouwperceel) mag niet worden veranderd;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter;
  • c. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • e. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd.
2.6 Bouwregels

Wat moet ik doen als ik de bestaande verschijningsvorm van een gebouw wil veranderen

Bestaande gebouwen mogen worden uitgebreid als er geen aantasting plaats vindt van de karakteristieken van het beschermd dorpsgezicht zoals beschreven in de toelichting in paragraaf 3.4. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Verandering van een gebouw is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente.

2.7 Bouwregels

Wat mag ik bouwen bij afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 2.5 (Wat mag ik bouwen op deze locatie), mits:

  • a. het bouwwerk draagt bij aan het karakter dan wel passend binnen de karakteristieken van het beschermd dorpsgezicht zoals beschreven in de toelichting in paragraaf 3.4.
  • b. het bouwwerk past binnen de stedenbouwkundige structuur van de omgeving.
2.8 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor welke werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning nodig

  • a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 100 m²;
  • b. het aanbrengen of verwijderen van bomen en struiken;
  • c. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeerplekken;
  • d. het verharden van gronden groter dan 100 m²;
  • e. het slopen of veranderen van muren aan de Achterstraat.

Voordat u met deze activiteiten start moet u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. De omgevingsvergunning wordt verleend als de activiteiten niet leiden tot een aantasting van de karakteristieken van het beschermde dorpsgezicht.

Een vergunning is niet nodig als het gaat om normaal onderhoud en beheer of als voor de activiteiten al een omgevingsvergunning is verleend.

2.9 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Voor welke sloopwerkzaamheden is een omgevingsvergunning nodig

  • het (gedeeltelijk) slopen van gebouwen.

Voordat u gaat slopen moet u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Slopen is alleen toegestaan als een omgevingsvergunning is verleend.

De omgevingsvergunning kan worden verleend als de activiteiten niet leiden tot een aantasting van de karakteristieken van het gebouw.

Een vergunning is niet nodig als het gaat om normaal onderhoud en beheer of als voor de activiteiten al een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 3 Bovenlokale infrastructuur

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.5

3.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

Bad Nieuweschans is over de weg, water en het spoor goed bereikbaar en moet dat ook blijven. De bestaande bovenlokale infrastructuur moet daarom behouden blijven.

3.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn hier toegestaan

Binnen de bovenlokale infrastructuur is de bestaande Rijksweg A7 met de aanwezige verzorgingsplaats, tankstation, snellaadstation voor elektrische voertuigen, wegrestaurant, de bestaande spoorlijn Groningen - Leer en de bestaande watergang Westerwoldsche Aa met bijbehorende voorzieningen zijn toegestaan.

3.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Alle overige functie die niet zijn opgesomd in lid 3.2 (Welke functies zijn hier toegestaan) zijn niet toegestaan.

3.4 Bouwregels

Wat mag ik hier bouwen

  • a. alleen bestaande gebouwen in de bestaande verschijningsvorm (de oppervlakte, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling, de dakvorm en de plaatsing op het bouwperceel) zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 6 meter.
3.5 Bouwregels

Wat moet ik doen als ik een gebouw wil wijzigen of nieuw wil bouwen

De verschijningsvorm van gebouwen mag worden gewijzigd, zolang deze passen in het beeld van dit deelgebied en wordt aangesloten op de welstandscriteria ten aanzien van 'plaatsing' en 'hoofdvorm', zoals vermeld in de welstandsnota Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving.

Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Verandering van een gebouw of nieuwbouw van een gebouw is alleen toegestaan als een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 (Procedure- en beoordelingsregels).

Artikel 4 Centrumgebied

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.6

4.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

Ambitie voor het centrumgebied is een goede mix van functies. In dit deelgebied bevinden zich naast de winkels ook de horecabedrijven. Levendigheid staat in dit deelgebied voorop, waarbij het ook goed wonen moet zijn. In het centrumgebied is ruimte voor (nieuwe) functies die het centrum-karakter ondersteunen, zoals de vestiging van nieuwe horecabedrijven en winkels.

4.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan op deze locatie

Binnen het centrumgebied zijn functies als detailhandel, lichte bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, horeca, kantoren en wonen met bijbehorende voorzieningen toestaan.

4.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Zware bedrijvigheid, verblijfsrecreatie en seksinrichtingen zijn niet toegestaan.

4.4 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan met omgevingsvergunning

Binnen een groenvoorziening mag een volkstuin worden gevestigd. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit aanvragen bij de gemeente. Voordat u de vergunningaanvraag kunt indienen moet u voldoen aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven) en moet u de omwonenden hebben geïnformeerd over de plannen en hen in de gelegenheid stellen hierop een reactie te geven. Een volkstuin is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 (Procedure- en beoordelingsregels).

4.5 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

4.5.1 Wonen
a Percelen

De totale oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen bij elkaar opgeteld achter de voorgevel is maximaal:

  • a. 200 m², bij een perceel met een kleinere oppervlakte dan 600 m²;
  • b. 300 m², bij een perceel met een grotere oppervlakte dan 600 m²;
  • c. als de bestaande oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen meer dan de hierboven aangegeven gezamenlijke oppervlakte is, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum oppervlakte;

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.1

b Hoofdgebouwen

Bestaande en nieuwe hoofdgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen niet richting een weg of openbaar gebied worden uitgebreid;
  • b. de oppervlakte van een hoofdgebouw is maximaal de in lid a aangegeven oppervlakte;
  • c. een hoofdgebouw bestaat uit het bestaande aantal bouwlagen, voorzien van een kap of plat dak;
  • d. het aantal bouwlagen van een nieuw hoofdgebouw moet passen in de omgeving van de betreffende locatie en mag worden voorzien van een kap of een plat dak;
  • e. een nieuw hoofdgebouw wordt op minimaal 3,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. bestaande hoofdgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande hoofdgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.2

c Bijgebouwen

Bestaande en nieuwe bijgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen is maximaal in lid a aangegeven oppervlakte;
  • b. bijgebouwen worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 5,5 meter;
  • d. een bijgebouw mag worden voorzien van en kap of een plat dak;
  • e. een nieuw bijgebouw wordt op minimaal 2,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een platte afdekking met een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter op de erfgrens worden gebouwd;
  • g. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een kap met een goothoogte van maximaal 3,00 meter op de erfgrens worden gebouwd;
  • h. een nieuw bijgebouw mag aan het hoofdgebouw of los van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • i. bestaande bijgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande bijgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.3

4.5.2 Overige functies

Bestaande gebouwen, overkappingen en bouwwerken zijn toegestaan in de bestaande verschijningsvorm (de oppervlakte, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling, de dakvorm en de plaatsing op het bouwperceel). Het perceel mag voor maximaal 80% wordt bebouwd.

4.5.3 Overige bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.4

4.6 Bouwregels

Wat mag ik bouwen bij afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels, zolang bouwwerken passen in het beeld van dit deelgebied en wordt aangesloten op de welstandscriteria ten aanzien van 'plaatsing' en 'hoofdvorm', zoals vermeld in de welstandsnota Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Verandering van een gebouw of nieuwbouw van een gebouw is alleen toegestaan als een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55.4 Procedure- en beoordelingsregels).

Artikel 5 Energielandschap

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.7

5.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

De Omgevingsvisie van de gemeente en de Dorpsvisie van Bad Nieuweschans zetten in op de opwekking van duurzame energie. Daarom zijn op de gronden naast het bedrijventerrein Bolwerck mogelijkheden voor de opwekking van duurzame energie in de vorm van een zonnepark.

5.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan op deze locatie

In dit deelgebied is een zonnepark toegestaan.

5.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan met omgevingsvergunning

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor een zonnepark zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit. Voordat u de vergunningaanvraag kunt indienen moet u voldoen aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven). De omgevingsvergunning wordt verleend indien het zonnepark goed landschappelijk worden ingepast en voldoende afstand tot woningen wordt aangehouden. Hiervoor wordt een landschappelijk inpassingsplan aangeleverd.

5.4 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

  • a. de bouwhoogte van een zonnepaneel met bijgebouw is maximaal 3 meter;
  • b. de bouwhoogte van een transformatorstation is maximaal 4 meter;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter.

Artikel 6 Ontwikkelingsgebied

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.9

6.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

Ruimte bieden voor ontwikkeling en initiatief op het vlak van toerisme en recreatie. Verder uitbouwen van watergerelateerde voorzieningen, gekoppeld aan de jachthaven. Ontwikkelen van de Locomotievenloods aan de Oudezijl tot hét centrum van de ‘Graanrepubliek’.

Een van de ambities en vertrekpunten voor dit Chw bestemmingsplan is het uitnodigen tot ontwikkeling en initiatief. Deze ambitie is met name voor dit deelgebied van belang. Zie ook paragraaf 2.1 van de toelichting.

6.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn hier toegestaan

Naast de bestaande functies (waaronder wonen) zijn de volgende functies passend in het ontwikkelingsgebied, waaronder galeries, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, educatieve activiteiten, evenementen, horeca, dienstverlening, detailhandel, zoals het bewerken en verkopen van streekgebonden producten, maximaal 25 ligplaatsen voor vaartuigen met bijbehorende voorzieningen. In dit deelgebied is voldoende ruimte voor ontwikkeling en het behoud van karakteristieke panden.

6.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Alle overige functies die niet zijn opgesomd in lid 6.2 (Welke functies zijn hier toegestaan) zijn niet toegestaan.

6.4 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan met omgevingsvergunning

Bij functiewijziging, voor zover passend in de ambitie en genoemd in lid 6.2 (Welke functies zijn hier toegestaan), kunt u een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit aanvragen bij de gemeente. Voordat u de vergunningaanvraag kunt indienen moet u voldoen aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven). De functiewijziging is alleen toegestaan als daarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

6.5 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

6.5.1 Wonen
a Percelen

De totale oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen bij elkaar opgeteld achter de voorgevel is maximaal:

  • a. 200 m², bij een perceel met een kleinere oppervlakte dan 600 m²;
  • b. 300 m², bij een perceel met een grotere oppervlakte dan 600 m²;
  • c. als de bestaande oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen meer dan de hierboven aangegeven gezamenlijke oppervlakte is, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum oppervlakte;

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.1

b Hoofdgebouwen

Bestaande en nieuwe hoofdgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen niet richting een weg of openbaar gebied worden uitgebreid;
  • b. de oppervlakte van een hoofdgebouw is maximaal de in lid a aangegeven oppervlakte;
  • c. een hoofdgebouw bestaat uit het bestaande aantal bouwlagen, voorzien van een kap of plat dak;
  • d. het aantal bouwlagen van een nieuw hoofdgebouw moet passen in de omgeving van de betreffende locatie en mag worden voorzien van een kap of een plat dak;
  • e. een nieuw hoofdgebouw wordt op minimaal 3,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. bestaande hoofdgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande hoofdgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.2

c Bijgebouwen

Bestaande en nieuwe bijgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen is maximaal in lid a aangegeven oppervlakte;
  • b. bijgebouwen worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 5,5 meter;
  • d. een bijgebouw mag worden voorzien van en kap of een plat dak;
  • e. een nieuw bijgebouw wordt op minimaal 2,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een platte afdekking, met een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter, op de erfgrens worden gebouwd;
  • g. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een kap, met een goothoogte van maximaal 3,00 meter, op de erfgrens worden gebouwd;
  • h. een nieuw bijgebouw mag aan het hoofdgebouw of los van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • i. bestaande bijgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande bijgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.3

6.5.2 Overige functies

Bestaande gebouwen, overkappingen en bouwwerken zijn toegestaan in de bestaande verschijningsvorm (de oppervlakte, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling, de dakvorm en de plaatsing op het bouwperceel). Het perceel mag voor maximaal 80% wordt bebouwd.

6.5.3 Overige bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter.
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter.
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.4

6.6 Bouwregels

Wat mag ik bouwen bij afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels, mits:

  • a. het bouwwerk past binnen de stedenbouwkundige structuur van de omgeving;
  • b. voldoet aan de ruimtelijke kwaliteitseisen in de omgeving;
  • c. voldoet aan de duurzaamheidsaspecten;
  • d. voldoet aan de verkeers- en vervoeraspecten;
  • e. de bouwhoogte van het bouwwerk passend is in de omgeving;
  • f. voldoet aan de regels zoals opgenomen in artikel 55 (Nieuwe initiatieven).

Artikel 7 Wellnesscentrum

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.8

7.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

Wellnesscentrum Thermen Bad Nieuweschans is een belangrijke pijler onder het totaalconcept van het "kuurdorp Bad Nieuweschans". Thermen Bad Nieuweschans heeft de ambitie om door te groeien in zowel kwaliteit als capaciteit om zich meer toekomstbestendig te maken en de rol van (toeristische) trekpleister in het dorp en de regio te vergroten. Het Chw bestemmingsplan wil daar in voldoende mate de ruimte toe bieden.

Voor de (nabije) toekomst zijn er plannen voor de verdere ontwikkeling van Thermen Bad Nieuweschans. Het betreft zowel renovatie, upgrading als uitbreiding. Deze plannen zijn niet allemaal mogelijk binnen het vigerend bestemmingsplan. Om deze ontwikkelingen in planologisch opzicht mogelijk te maken is besloten hiertoe een regeling op te nemen in het ontwerp-Chw bestemmingsplan Bad Nieuweschans. In het vigerend bestemmingsplan is een bouwvlak toegekend van circa 2,9 hectare. Het de nieuwe plannen wordt een vergroting van het bouwvlak voorgestaan van circa 1,13 hectare.

De nieuwe plannen voor Thermen Bad Nieuweschans bestaan uit:

  • een nieuwe entreegebouw ( hoogte ruim 7 meter);
  • een uitbreiding van de brasserie (twee bouwlagen);
  • een nieuw hotelgebouw ( drie volledige bouwlagen tot 9 meter, met een terugliggende vierde bouwlaag tot 12 meter);
  • de uitbreiding van het restaurant;
  • 5 nieuwe paviljoens van circa 300 m2, 5 meter hoog (exacte vorm en positie nader te bepalen).

Het aantal hotelkamers gaat toenemen van 67 naar 152. De bestaande parkeerplaatsen worden uitgebreid van 355 naar 500 (een toename van 145 parkeerplaatsen).

7.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn hier toegestaan

Binnen het deelgebied 'Wellnesscentrum' zijn de volgende functies toegestaan die aansluiten bij de 'Ambitie' van dit deelgebied 7.1 (Ambitie).

  • a. een wellnesscentrum, kuurpark en bronnenbad, inclusief behandelruimtes, ruimtes voor onderzoek en therapie, spreekkamers, kleedkamers, zonnestudio's, sauna's, vergaderruimtes, kapsalons, dienstruimtes, expositieruimtes en entree- en ontvangstruimtes;
  • b. een hotel met maximaal 152 kamers;
  • c. winkels tot een maximale oppervlakte van 350 m2, cafés en restaurants;
  • d. parkinrichting, groen en bestaande waterpartijen;
  • e. een extra waterberging van een minimale oppervlakte van 784 m²;
  • f. wegen, paden en parkeerterreinen met totaal minimaal 500 parkeerplaatsen.

Artikel 8 Woongebied

Een toelichting op dit deelgebied en de regels is opgenomen in paragraaf 3.10

8.1 Bestemmingsomschrijving

Ambitie

In het deelgebied 'Woongebied' is het over het algemeen goed wonen en dat moet zo blijven. Er zijn woningen voor alle doelgroepen, ook voor starters en ouderen. De leefbaarheid van het dorp is belangrijk, dit komt tot uitdrukking in rust en ruimte en een groene omgeving. Aandachtspunten zijn het beheer van de openbare ruimte en de inrichting en het gebruik van het privé terrein. Ruimtelijke kwaliteit en uitstraling is punt van aandacht.

8.2 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn toegestaan op deze locatie

In het woongebied is primair de functie wonen toegestaan. Daarnaast zijn activiteiten toegestaan die passen in een woonomgeving waarbij het werken in de vorm van lichte bedrijvigheid, waaronder (maatschappelijke) dienstverlening, ondergeschikt is aan de woonfunctie en aansluiten bij de 'Ambitie' van dit deelgebied 8.1 (Ambitie).

8.3 Bestemmingsomschrijving

Welke functies zijn niet toegestaan op deze locatie

Horecabedrijven, zware bedrijvigheid en seksinrichtingen zijn niet toegestaan.

8.4 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

8.4.1 Wonen
a Percelen

De totale oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen bij elkaar opgeteld achter de voorgevel is maximaal:

  • a. 200 m², bij een perceel met een kleinere oppervlakte dan 600 m²;
  • b. 300 m², bij een perceel met een grotere oppervlakte dan 600 m²;
  • c. als de bestaande oppervlakte van een hoofdgebouw en bijgebouwen meer dan de hierboven aangegeven gezamenlijke oppervlakte is, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum oppervlakte;

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.1

b Hoofdgebouwen

Bestaande en nieuwe hoofdgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. hoofdgebouwen mogen niet richting een weg of openbaar gebied worden uitgebreid;
  • b. de oppervlakte van een hoofdgebouw is maximaal de in lid a aangegeven oppervlakte;
  • c. een hoofdgebouw bestaat uit het bestaande aantal bouwlagen, voorzien van een kap of plat dak;
  • d. het aantal bouwlagen van een nieuw hoofdgebouw moet passen in de omgeving van de betreffende locatie en mag worden voorzien van een kap of een plat dak;
  • e. een nieuw hoofdgebouw wordt op minimaal 3,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. bestaande hoofdgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande hoofdgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.2

c Bijgebouwen

Bestaande en nieuwe bijgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen is maximaal in lid a aangegeven oppervlakte;
  • b. bijgebouwen worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 5,5 meter;
  • d. een bijgebouw mag worden voorzien van en kap of een plat dak;
  • e. een nieuw bijgebouw wordt op minimaal 2,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een platte afdekking, met een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter, op de erfgrens worden gebouwd;
  • g. in afwijking van lid e. mag een bijgebouw met een kap, met een goothoogte van maximaal 3,00 meter, op de erfgrens worden gebouwd;
  • h. een nieuw bijgebouw mag aan het hoofdgebouw of los van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • i. bestaande bijgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande bijgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.3

8.4.2 Overige functies

Bestaande gebouwen, overkappingen en bouwwerken zijn toegestaan in de bestaande verschijningsvorm (de oppervlakte, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling, de dakvorm en de plaatsing op het bouwperceel). Het perceel mag voor maximaal 80% worden bebouwd.

8.4.3 Overige bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.4

8.5 Bouwregels

Wat moet ik doen als ik een hoofdgebouw of bijgebouw wil wijzigen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels, zolang bouwwerken passen in het beeld van dit deelgebied en wordt aangesloten op de welstandscriteria ten aanzien van 'plaatsing' en 'hoofdvorm', zoals vermeld in de welstandsnota Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Verandering van een gebouw of nieuwbouw van een gebouw is alleen toegestaan als een omgevingsvergunning is verleend. Voordat de aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie ook lid 55 (Nieuwe initiatieven).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Locatiegebonden regels

Artikel 9 Bebouwing Wellnesscentrum

Binnen het gebied 'Bebouwing Wellnesscentrum' is de bebouwing voor het wellnesscentrum toegestaan.

9.1 Bouwregels

Welke bouwregels gelden op deze locatie voor het Wellnesscentrum

9.1.1 Bebouwing
  • a. De bouwhoogte van de bebouwing mag niet hoger zijn dan 13 meter;
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing is maximaal 20.000 m².
9.1.2 Overige bouwwerken
  • a. De bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter;
  • b. De bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter;
  • c. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 6 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid c. is de bouwhoogte van beelden en sculpturen maximaal 10 meter.
9.2 Bouwregels

Wat mag ik bouwen bij afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 9.1 (Welke bouwregels gelden op deze locatie voor het Wellnesscentrum), mits:

  • de bouwwerken passen in het beeld van het deelgebied 'Wellnesscentrum' en wordt aangesloten op de welstandscriteria ten aanzien van 'plaatsing', 'hoofdvorm', 'aanzicht' en 'opmaak', zoals vermeld in de welstandsnota 'Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving'. De gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing mag met maximaal 10% toenemen binnen het gebied 'Bebouwing Wellnesscentrum', waarvan de totale oppervlakte van de bebouwing niet meer mag zijn dan maximaal 50 % van het gebied 'Bebouwing Wellnesscentrum'. Hiervoor kunt u een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. Verandering van een gebouw of nieuwbouw van een gebouw is alleen toegestaan als een omgevingsvergunning is verleend. Voordat een aanvraag wordt ingediend is vooroverleg nodig met de gemeente, zie hiervoor ook lid 55.4 (Procedure- en beoordelingsregels).

Artikel 10 Bedrijf tot en met categorie 3.2

Bedrijven tot en met categorie 3.2 uit bijlage 1 zijn toegestaan.

Artikel 11 Bedrijfswoning

Per bedrijf is 1 bedrijfswoning toegestaan.

11.1 Bouwregels

Welke bouwregels gelden op deze locatie voor bedrijfswoningen

11.1.1 Bedrijfsgebouwen bij een bedrijfswoning
  • de oppervlakte van een bedrijfsgebouw bij een bedrijfswoning is minimaal 200 m².
11.1.2 Percelen

De totale oppervlakte van een bedrijfswoning en bijgebouwen bij elkaar opgeteld achter de voorgevel is maximaal:

  • a. 200 m², bij een perceel met een kleinere oppervlakte dan 600 m²;
  • b. 300 m², bij een perceel met een grotere oppervlakte dan 600 m²;
  • c. het bouwperceel mag tot maximaal 80% worden bebouwd;
  • d. als de bestaande oppervlakte van een bedrijfswoning en bijgebouwen meer dan de hierboven aangegeven gezamenlijke oppervlakte is, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum oppervlakte.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.1

11.1.3 Bedrijfswoningen

Bestaande en nieuwe bedrijfswoningen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. bedrijfswoningen mogen niet richting een weg of openbaar gebied worden uitgebreid;
  • b. de oppervlakte van een bedrijfswoning is maximaal de in lid 11.1.2 aangegeven oppervlakte;
  • c. een bedrijfswoning bestaat uit het bestaande aantal bouwlagen, voorzien van een kap of plat dak;
  • d. het aantal bouwlagen van een nieuwe bedrijfswoning moet passen in de omgeving van de betreffende locatie en mag worden voorzien van een kap of een plat dak;
  • e. een nieuwe bedrijfswoning wordt op minimaal 3,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • f. bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande bedrijfswoningen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.2  

11.1.4 Bijgebouwen

Bestaande en nieuwe bijgebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen is maximaal in lid 11.1.2 aangegeven oppervlakte;
  • a. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 5,5 meter;
  • b. bijgebouwen worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd;
  • c. een bijgebouw mag worden voorzien van en kap of een plat dak;
  • d. een nieuw bijgebouw wordt op minimaal 2,00 meter vanuit de erfgrens gebouwd;
  • e. in afwijking van lid d. mag een bijgebouw met een platte afdekking, met een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter, op de erfgrens worden gebouwd;
  • f. in afwijking van lid d. mag een bijgebouw met een kap, met een goothoogte tot 3,00 meter op de erfgrens worden gebouwd;
  • g. een nieuw bijgebouw mag aan het hoofdgebouw of los van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • h. bestaande bijgebouwen zijn toegestaan op de bestaande locatie, met uitzondering van de vervanging van bestaande bijgebouwen.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.3

11.1.5 Overige bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevel is maximaal 1 meter.
  • b. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding achter de voorgevel is maximaal 2 meter.
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 meter;
  • d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden achter of in lijn met de voorgevel gebouwd.

Een toelichting op deze regel is opgenomen in paragraaf 4.7.4

Artikel 12 Begraafplaats

Een begraafplaats met bestaande gebouwen en bouwwerken is toegestaan. Voor de begraafplaats gelden daarnaast de regels zoals opgenomen in de Verordening op het beheer en het gebruik van de begraafplaatsen voor de gemeente Oldambt.

Artikel 13 Camperstandplaatsen

Op deze locatie zijn 8 camperstandplaatsen toegestaan.

Artikel 14 Dagrecreatie

Op deze locatie is ook dagrecreatie toegestaan, zoals een ijsbaan, kinderboerderij en volkstuinen.

Per volkstuin mag een bijgebouw worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 10 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 15 Detailhandel

Op deze locatie is ook detailhandel toegestaan.

Artikel 16 Gasdrukmeet- en regelstation

Op deze locatie is een gasdrukmeet- en regelstation met ondergrondse- en bovengrondse leidingen en toebehoren toegestaan.

16.1 Bouwregels

Welke bouwregels gelden op deze locatie voor een gasdrukmeet- en regelstation

16.1.1 Algemeen

Op deze locatie zijn uitsluitend gebouwen en overige bouwwerken voor het gebruik van een gasdrukmeet- en regelstation toegestaan.

16.1.2 Gebouwen

Bestaande en nieuwe gebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregel:

  • De goot- en bouwhoogte van een gebouwen is maximaal 3,5 meter, tenzij de bestaande goot- en bouwhoogte groter is, dan geldt de bestaande goot- en bouwhoogte als maximum.
16.1.3 Overige bouwwerken

Bestaande en nieuwe overige bouwwerken moeten voldoen aan de volgende bouwregel:

  • de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal 3,5 meter;

Artikel 17 Geluid producerende bedrijven niet toegestaan

Op deze locatie zijn geluid producerende bedrijven niet toegestaan.

Artikel 18 Geluid producerende bedrijven toegestaan

Op deze locatie zijn geluid producerende bedrijven toegestaan.

Artikel 19 Gezoneerd industrieterrein

Op deze locatie is een gezoneerd industrieterrein toegestaan, die door de uitoefening van activiteiten door bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

Artikel 20 Groenvoorziening

De bestaande groenstructuren en waterpartijen worden gehandhaafd.

Artikel 21 Horeca

Op deze locatie zijn ook horecabedrijven van categorie 1 toegestaan.

Artikel 22 Kantoor

Op deze locatie is een kantoorgebouw met bijbehorende voorzieningen toegestaan.

22.1 Bouwregels

Wat mag ik bouwen op deze locatie

22.1.1 Gebouwen

Bestaande gebouwen moeten voldoen aan de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw is maximaal 10 meter, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
  • b. de afstand tot de perceelgrens is minimaal 3 meter.
22.1.2 Overige bouwwerken
  • a. De bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding is maximaal 2,50 meter.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 4 meter.

Artikel 23 Karakteristieke panden

Voor karakteristieke panden (zie Bijlage 2) gelden nadere regels voor het behoud van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen:

  • a. de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit de oppervlakte, goot- en bouwhoogte, nokrichting en dakhelling van de zodanig aangeduide (delen van) gebouwen mogen niet meer dan 10% afwijken van de bestaande maatvoering;
  • b. het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning is verboden;
  • c. het bepaalde onder b. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. die op basis van het voorheen geldende plan niet vergunningplichtig waren en die reeds in uitvoering waren ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een ten tijde van de inwerkingtreding van het plan reeds verleende omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk;
  • d. de in lid b genoemde vergunning wordt alleen verleend indien:
    • 1. uit objectief advies van een onafhankelijke deskundige blijkt van de bebouwing vanwege ernstige gebreken niet in stand kan worden gehouden of waaraan dermate hoge kosten van herstel zijn verbonden, zonder dat door de overheid een financiële tegemoetkoming kan worden gedaan, dat instandhouding redelijkerwijze niet kan worden gevergd;
    • 2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld en/of;
    • 3. het delen van het gebouw of bijgebouwen betreft die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken en door sloop daarvan geen aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt;
  • e. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het in sub a voor een grotere afwijking van de bestaande maatvoering, mits wordt voldaan aan de overige bouwregels die ter plaatse van toepassing zijn; indien in combinatie met de bouwwerkzaamheden ook sloopwerkzaamheden plaatsvinden dient tevens de onder sub b genoemde vergunning te zijn verleend.

Artikel 24 Laadstation elektrische voertuigen

Op deze locatie is een snellaadstation voor elektrische voertuigen toegestaan.

24.1 Bouwregels

De bouwhoogte van een overkapping is maximaal 7,50 meter.

Artikel 25 Ligplaatsen

Voor ligplaatsen van woonschepen en recreatievaartuigen geldt de beleidsregel Aanwijsbesluit ligplaatsen.

Artikel 26 Maatschappelijk

Op deze locatie zijn ook maatschappelijke voorzieningen toegestaan.

Artikel 27 Nieuwbouwlocatie

Op deze locatie zijn twee nieuwbouwwoningen toegestaan.

Artikel 28 Onderdoorgang

Op deze locatie is ook een onderdoorgang toegestaan.

Artikel 29 Reclamemast

Op deze locatie is een reclamemast van maximaal 32 meter toegestaan.

Artikel 30 Rijksmonumenten

Voor rijksmonumenten gelden de regels, zoals vastgelegd in de Erfgoedwet: 'beschermd monument als bedoeld in de Erfgoedwet'.

Artikel 31 Ruimtelijk relevante evenementen

Op deze locatie zijn ruimtelijk relevante evenementen toegestaan met de volgende kenmerken:

Artikel 32 Sportvoorzieningen

Op deze locatie zijn ook sportvoorzieningen toegestaan.

Artikel 33 Tankstation met lpg verkoop

Op deze locatie is een tankstation met verkoop van lpg met aan de functie ondergeschikte detailhandel toegestaan.

Artikel 34 Tankstation zonder lpg verkoop

Op deze locatie is een tankstation zonder de verkoop van lpg met aan de functie ondergeschikte detailhandel toegestaan.

Artikel 35 Verblijfsrecreatie

Op deze locatie is een bestaande camping met vier trekkershutten toegestaan. Permanente bewoning is niet toegestaan.

Hoofdstuk 3 Bestemmingsregels Aanvullende regels

Wat onder 'aanvullende regels' wordt verstaan is toegelicht in paragraaf 4.5 .

Artikel 36 Archeologie 1

36.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

De gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede aangewezen voor het behoud van archeologische waarden.

36.2 Bouwregels

Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen functies gelden de volgende bouwregels:

  • a. Voor bouwwerken groter dan 50 m2 wordt alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
    • 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    • 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  • b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld onder b, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

36.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik waarbij sprake is van een permanente verlaging van het waterpeil, is alleen mogelijk indien rekening is gehouden met het belang van de archeologische waarden. Dit is het geval indien:

  • a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door werken en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt genomen:
    • 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
    • 3. een verplichting de werken en/of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
36.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
    • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden over een oppervlakte groter dan 50 m2;
    • 2. het woelen, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden dieper dan 40 cm;
    • 3. het graven of dempen van watergangen;
    • 4. het dempen van kolken;
    • 5. het aanbrengen van systematische drainage in agrarische percelen dieper dan 40 cm;
    • 6. het graven van sleuven breder dan 50 cm en dieper dan 100 cm ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen, drainage, funderingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 7. het permanent verlagen van het waterpeil.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien:
    • 1. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. één of meer van de volgende voorschriften in acht wordt genomen:
      • een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • een verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
      • een verplichting de werken en of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

  • c. De regel onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en het normale agrarische gebruik betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
    • 4. plaatsvinden in of op gronden waarvan schriftelijk is aangetoond dat de bodem ter plaatse reeds is verstoord.

Artikel 37 Archeologie 2

37.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

De gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede aangewezen voor het behoud van archeologische waarden.

37.2 Bouwregels

Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen functies gelden de volgende bouwregels:

  • a. Voor bouwwerken groter dan 100 m2 wordt alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
    • 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    • 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  • b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld onder b, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

37.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik waarbij sprake is van een permanente verlaging van het waterpeil, is alleen mogelijk indien rekening is gehouden met het belang van de archeologische waarden. Dit is het geval indien:

  • a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door werken en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt genomen:
    • 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
    • 3. een verplichting de werken en/of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
    • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 100 m2;
    • 2. het woelen, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden over een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 40 cm;
    • 3. het graven of dempen van watergangen;
    • 4. het dempen van kolken;
    • 5. het aanbrengen van systematische drainage in agrarische percelen dieper dan 40 cm;
    • 6. het graven van sleuven breder dan 50 cm en dieper dan 100 cm ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen, drainage, funderingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 7. het permanent verlagen van het waterpeil.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien:
    • 1. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. één of meer van de volgende voorschriften in acht wordt genomen:
      • een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • een verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
      • een verplichting de werken en of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

  • c. De regel onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    • 1. te maken hebben met de aanleg van systematische drainage in percelen waar een cultuurlandschappelijk lijnelement doorheen loopt;
    • 2. het normale onderhoud en het normale agrarische gebruik betreffen;
    • 3. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
    • 5. plaatsvinden in of op gronden waarvan schriftelijk is aangetoond dat de bodem ter plaatse reeds is verstoord.

Artikel 38 Archeologie 3

38.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

De gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede aangewezen voor het behoud van archeologische waarden.

38.2 Bouwregels

Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen functies gelden de volgende bouwregels:

  • a. Voor bouwwerken groter dan 200 m2 wordt alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
    • 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    • 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  • b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld onder b, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

38.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik waarbij sprake is van een permanente verlaging van het waterpeil, is alleen mogelijk indien rekening is gehouden met het belang van de archeologische waarden. Dit is het geval indien:

  • a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door werken en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt genomen:
    • 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
    • 3. een verplichting de werken en/of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
    • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 200 m2;
    • 2. het woelen, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden over een oppervlakte groter dan 200 m2 en dieper dan 45 cm;
    • 3. het graven of dempen van watergangen;
    • 4. het dempen van kolken;
    • 5. het graven van sleuven breder dan 50 cm en dieper dan 100 cm ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen, drainage, funderingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 6. het permanent verlagen van het waterpeil.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien:
    • 1. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. één of meer van de volgende voorschriften in acht wordt genomen:
      • een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • een verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
      • een verplichting de werken en of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

  • c. De regel onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en het normale agrarische gebruik betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
    • 4. plaatsvinden in of op gronden waarvan schriftelijk is aangetoond dat de bodem ter plaatse reeds is verstoord.

Artikel 39 Archeologie 4

39.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

De gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede aangewezen voor het behoud van archeologische waarden.

39.2 Bouwregels

Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen functies gelden de volgende bouwregels:

  • a. Voor bouwwerken groter dan 500 m2 wordt alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
    • 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    • 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  • b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld onder b, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

39.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik waarbij sprake is van een permanente verlaging van het waterpeil, is alleen mogelijk indien rekening is gehouden met het belang van de archeologische waarden. Dit is het geval indien:

  • a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door werken en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt genomen:
    • 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
    • 3. een verplichting de werken en/of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 500 m2 en dieper dan het aanwezige kleipakket;
    • 2. het woelen, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden over een oppervlakte groter dan 500 m2 en dieper dan het aanwezige kleipakket;
    • 3. het graven of dempen van watergangen;
    • 4. het dempen van kolken;
    • 5. het graven van sleuven breder dan 50 cm en dieper dan 100 cm ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen, drainage, funderingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    • 6. het permanent verlagen van het waterpeil.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend indien:
    • 1. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
    • 2. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
    • 3. één of meer van de volgende voorschriften in acht wordt genomen:
      • een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • een verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;
      • een verplichting de werken en of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

  • c. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en het normale agrarische gebruik betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
    • 4. plaatsvinden in of op gronden waarvan schriftelijk is aangetoond dat de bodem ter plaatse reeds is verstoord.

Artikel 40 Bergingsgebieden

Bergingsgebieden zijn bedoeld om de waterberging te waarborgen. Op deze gronden zijn alleen hoogwaterbestendige bouwwerken en infrastructuur toegestaan.

Artikel 41 Buitengebied

41.1 Bouwregels

(reclamemasten)

De bouwhoogte van een reclamemast is maximaal 6 meter met uitzondering van de bestaande reclamemast, ter plaatse van de locatie Reclamemast.

Artikel 42 Gasleiding

42.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

De gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede aangewezen voor een gastransportleiding en de daarbijbehorende belemmeringenstrook met de daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

42.2 Bouwregels
42.2.1 Voorrangsregel

De regels van dit artikel hebben voorrang boven de andere daar voorkomende artikelen.

42.2.2 Bouwverbod

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende functies mogen op of in deze gronden, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de gasleiding.

42.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 42.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen.
42.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 42.2.2 in die zin dat de in de andere op de gronden voorkomende functie (s) toegelaten gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
  • b. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
  • c. de gronden en bouwwerken niet worden gebruikt als kwetsbaar object.
42.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met Gasleiding wordt in ieder geval gerekend:

  • het opslaan van goederen, met uitzondering van de opslag van goederen voor de inspectie en het onderhoud van de aardgastransportleiding;
  • het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegestaan.
42.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
42.5.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het mengen, diepploegen, woelen, aanleggen van drainage, ontginnen, egaliseren en ophogen van gronden en/of overige grondbewerkingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. het in de grond brengen van voorwerpen;
  • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen, wegen of paden;
  • e. het rooien en planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
42.5.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 42.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
42.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Artikel 43 Gereserveerd tracé spoorverbinding

Binnen de functie 'gereserveerd tracé spoorverbinding' mogen geen nieuwe ontwikkelingen worden gerealiseerd voor zover deze de mogelijkheid voor de aanleg van een spoorverbinding hinderen.

Artikel 44 Grootschalig open landschap

Binnen het 'Grootschalig open landschap' wordt gestreefd naar het behoud, het herstel en de uitbouw van de landschappelijke waarden van het grootschalig open landschap. Nieuwe houtteelt en de aanleg van nieuwe bossen en boomgaarden is niet toegestaan.

Artikel 45 Industrielawaai

45.1 Bestemmingsomschrijving

Omschrijving

Op grond van de Wet geluidhinder geldt er een geluidzone rondom de kartonfabriek. Voor de geluidgevoelige objecten zoals woningen geldt dat per woning voldaan moet worden aan de vastgestelde hogere grenswaarden c.q. de voorkeursgrenswaarde. Nieuwvestiging van woningen binnen deze zone is in beginsel niet toegestaan en ook niet wenselijk omdat het bedrijf anders in de mogelijkheden wordt beperkt. Anderzijds moet het bedrijf zich ook houden aan de wet en mogen de vastgestelde hogere grenswaarden op de woningen niet worden overschreden.

45.2 Bouwregels

Een op grond van de daar voorkomende functie(s) toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

45.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 45.2 in die zin dat de ingevolge de daar voorkomende functie(s) toegelaten geluidsgevoelige objecten kunnen worden gebouwd, mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met deze gebiedsspecifieke regel gereserveerde ruimte voor het industrieterrein;
  • b. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.
45.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met Industrielawaai, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van niet-geluidsgevoelige gronden en bouwwerken als geluidsgevoelig object.
45.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 45.4 in die zin dat de ingevolge de daar voorkomende functie(s) toegelaten geluidsgevoelige objecten kunnen worden gebruikt, mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met deze gebiedsaanduiding gereserveerde ruimte voor het industrieterrein;
  • b. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.

Artikel 46 Karakteristieke waterlopen

Het beloop en het profiel van de waterloop moet worden beschermd.

Artikel 47 Leefgebied akkervogels

Binnen het leefgebied akkervogels moeten bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen inzicht worden gegeven welke maatregelen er nodig zijn om mogelijke schade aan de waarden van het leefgebied van de akkervogels te voorkomen dan wel de restschade elders te compenseren. Normaal agrarische gebruik is toegestaan.

Artikel 48 Natuurnetwerk Nederland natuurgebieden

Binnen de Natuurnetwerk Nederland natuurgebieden worden de natuurwaarden van deze gebieden gerespecteerd. Onder strikte voorwaarden mogen de gronden worden gewijzigd. Voorwaarde daarbij is dat die wijziging niet leidt tot een significante aantasting van de oppervlakte van de gronden of tot een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gronden.

Artikel 49 Regionale waterkeringen

Binnen de regionale waterkering dient de waterkering voor de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de regionale waterkering.

Artikel 50 Veiligheidszone bedrijven 1

50.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde dat elders in de regels is bepaald, mogen op of in de gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

50.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met Veiligheidszone bedrijven 1 wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken voor beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten.

Artikel 51 Veiligheidszone bedrijven 2

51.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde dat elders in de regels is bepaald, mogen op of in de gronden geen kwetsbare objecten worden gebouwd.

51.2 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met Veiligheidszone bedrijven 2 wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kwetsbare objecten.

Artikel 52 Veiligheidszone lpg

De gronden zijn aangewezen voor het tegengaan van de vestiging van objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen, waarbij de gebouwen en terreinen niet worden gebruikt als een (beperkt) kwetsbaar object. Het bestaande gebruik mag worden voortgezet.

Artikel 53 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen

De gronden zijn aangewezen voor het tegengaan van de vestiging van objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen, waarbij de gebouwen en terreinen niet mogen worden gebruikt als een (beperkt) kwetsbaar object. Het bestaande gebruik mag worden voortgezet.

Hoofdstuk 4 Bestemmingsregels Algemene regels

Wat onder Algemene regels wordt verstaan is verder toegelicht in paragraaf 4.6 .

Artikel 54 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 55 Nieuwe initiatieven

55.1 Bestemmingsomschrijving

Algemene randvoorwaarden

  • a. het nieuwe initiatief moet passend zijn in één (of meerdere) van de drie lagen in Bad Nieuweschans, zoals omschreven in Bijlage 2 van de toelichting;
  • b. het nieuwe initiatief moet voldoende onderbouwd zijn conform de voorwaarden 'Ladder duurzame verstedelijking';
  • c. nieuwe bouwinitiatieven moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand, zoals omschreven in de welstandsnota Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving;
  • d. nieuwe initiatieven moeten passen binnen de stedenbouwkundige structuur van Bad Nieuweschans;
  • e. er moet sprake zijn van een goede stedenbouwkundig- en landschappelijk verantwoorde inpassing;
  • f. woningbouw moet passen binnen de geldende gemeentelijke Woonvisie.
55.2 Bestemmingsomschrijving

Randvoorwaarden verbrede reikwijdte

55.3 Bestemmingsomschrijving

Randvoorwaarden fysieke leefomgeving

  • a. het nieuwe initiatief moet voldoen aan de randvoorwaarden zoals omschreven in Hoofdstuk 6 Milieu- en omgevingsaspecten en/of paragraaf 5.4 Gemeentelijk beleid en aan de onderstaande randvoorwaarden:
    • 1. de capaciteit van de omliggende wegen is voldoende voor een veilige afwikkeling van de verkeerstoename;
    • 2. er moet worden voldaan aan de richtafstanden uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering 2009', zie paragraaf 6.1 Bedrijven en milieuzonering;
    • 3. een goed woon- en leefklimaat wordt nagestreefd voor wat betreft geurhinder, zie paragraaf 6.2 Geur;
    • 4. er vindt geen onevenredige aantasting van natuurwaarden plaats, zie paragraaf 6.6 Ecologie;
    • 5. de bodemkwaliteit is geschikt voor de beoogde functie, zie paragraaf 6.3 Bodem;
    • 6. de waterkwaliteit wordt niet nadelig beïnvloed, zie paragraaf 6.7 Water ;
    • 7. een toename van het verhard oppervlak wordt gecompenseerd, zie paragraaf 6.7 Water
    • 8. er is geen nadelige invloed op oppervlaktewateren en waterkeringen, zie paragraaf 6.7 Water;
    • 9. er worden geen nieuwe zeer kwetsbare-, beperkt kwetsbare- en kwetsbare objecten binnen 10-6-contouren van inrichtingen, transportroutes of leidingen gerealiseerd tenzij wordt voldaan aan de regels met betrekking tot veiligheidszones (Artikel 50, 51, 52 en 53) zie paragraaf 6.10 Externe veiligheid;
    • 10. voor ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van een risicobron vindt een verantwoording van het groepsrisico plaats, zie paragraaf 6.10 Externe veiligheid;
    • 11. geen nieuwe woningen worden gerealiseerd binnen de wettelijke vastgestelde geluidzones en binnen het gebied voorzien van de zone 'Industrielawaai', tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de Wet geluidhinder;
    • 12. er vindt geen onevenredige aantasting plaats aan de archeologische- en cultuurhistorische waarden plaats;
    • 13. er moet worden voldaan aan de gestelde geldende luchtkwaliteitseisen.
55.4 Bestemmingsomschrijving

Procedure- en beoordelingsregels

55.4.1 Gemeentelijk vooroverleg

Voordat een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, dient de initiatiefnemer in overleg te treden met de gemeente Oldambt met als doel de nieuwe activiteit voor te bespreken, de haalbaarheid te beoordelen en in beeld te brengen welke documenten bij de aanvraag gevoegd moeten worden om een volledige toets aan dit plan uit te kunnen voeren.

55.4.2 Overleg Ketenpartners

Voordat een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, dient de initiatiefnemer in overleg te treden met de ketenpartners (o.a. provincie Groningen, het waterschap en de Veiligheidsregio) met als doel de nieuwe activiteit voor te bespreken, de haalbaarheid te beoordelen en in beeld te brengen welke documenten bij de aanvraag gevoegd moeten worden om een volledige toets aan dit plan uit te kunnen voeren.

55.4.3 Dialoog met de omgeving
  • a. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit wordt aangegeven of burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken.
  • b. Als burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken, verstrekt de aanvrager bij de aanvraag gegevens over hoe zij zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.

Artikel 56 Overgangsrecht

56.1 Bestemmingsomschrijving

Overgangsrecht bouwwerken

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het Chw bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  • c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
56.2 Bestemmingsomschrijving

Overgangsrecht gebruik

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het Chw bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het Chw bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 57 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Chw bestemmingsplan Bad Nieuweschans,

van de gemeente Oldambt.

Behorend bij het besluit van 14 september 2020.

Artikel 58 Welk gebruik is niet toegestaan in Bad Nieuweschans

Het volgende gebruik is op deze locatie niet toegestaan:

  • a. het gebruik van gronden voor de opslag van aan het oorspronkelijk verkeer onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
  • b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
  • c. de toename van het bestaande aantal woningen en bedrijfswoningen, met uitzondering van de locatie Bedrijfswoning en Nieuwbouwlocatie, waar nieuwe (bedrijfs)woningen zijn toestaan;
  • d. het splitsen van een woonhuis of bedrijfswoning in meerdere woningen;
  • e. een ruimtelijk relevant evenement buiten de locatie Ruimtelijk relevante evenementen;
  • f. een seksinrichting of prostitutiebedrijf;
  • g. een amusementshal;
  • h. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de locatie Camperstandplaatsen en Verblijfsrecreatie;
  • i. kamerverhuur;
  • j. het gebruik van de gronden voor het vestigen van nieuwe glastuinbouwbedrijven;
  • k. het gebruik van de gronden voor de aanleg van bos en nieuwe houtteelt;
  • l. het gebruik van de gronden en bouwwerken als zeer kwetsbare-, beperkt kwetsbare- en kwetsbare objecten binnen 200 meter van transportroutes voor vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • m. met uitzondering van het bovengenoemde bestaande gebruik.

Artikel 59 Welk gebruik is toegestaan bij afwijking

Met een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 58, mits:

  • a. het gebruik van een nieuwe (hoofd)gebouw voor wonen, wanneer dit passend is binnen de geldende gemeentelijke Woonvisie;
  • b. ruimtelijk relevante evenementen zijn toegestaan als uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de richtwaarden uit de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter (1996);
  • c. het gebruik van bouwwerken als een zeer kwetsbare-, beperkt kwetsbare- en kwetsbare object , wanneer:
    • 1. er sprake is van zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen;
    • 2. is aangetoond dat er hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen;
    • 3. de beheerder van de risicobron om advies is gevraagd.
  • d. wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 55.

Artikel 60 Welke regels gelden voor afvalstoffen

De regels uit de Afvalstoffenverordening zijn van toepassing.

Artikel 61 Welke regels gelden voor archeologische opgraving en begeleiding

Voor archeologische opgraving en begeleiding gelden de regels, zoals vastgelegd in de gemeentelijke Monumenten(erfgoed)verordening van Oldambt

Artikel 62 Welke regels gelden voor duurzaamheid

62.1 Bestemmingsomschrijving

Zonne-energie

Voor de opwekking van zonne-energie geldt de beleidsregel Beleidsnotitie zonne-energie van Oldambt.

62.2 Bestemmingsomschrijving

Windenergie

Windturbines zijn niet toegestaan, met uitzondering op het bedrijventerrein met een maximale bouwhoogte van 15 meter.

Artikel 63 Welke regels gelden voor erven

Het onbebouwde deel van het erf mag voor maximaal 50% worden verhard.

Artikel 64 Welke regels gelden voor het aanleggen of wijzigen van uitritten

De regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening van Oldambt zijn van toepassing. Daarnaast gelden de Nadere regels maken en veranderen uitweg van Oldambt.

Artikel 65 Welke regels gelden voor het aanwijzen van gemeentelijke monumenten

Voor de aanwijzing van gemeentelijke monumenten geldt de regels van de Erfgoedverordening van Oldambt.

Artikel 66 Welke regels gelden voor horecaterrassen

De regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening van Oldambt zijn van toepassing. Daarnaast gelden de Nadere regels horecaterrassen gemeente Oldambt 2014 van Oldambt.

Artikel 67 Welke regels gelden voor niet ruimtelijk relevante evenementen

Evenementen zijn toegestaan voorzover zij niet ruimtelijk relevante evenementen zijn.

Artikel 68 Welke regels gelden voor openbaar gebied

Voor het openbare gebied gelden de volgende regels:

  • a. de inrichting van de openbare ruimte draagt door een uitnodigend, toegankelijk en veilig karakter bij aan de sociale samenhang;
  • b. een nutsgebouw mag in het openbare gebied worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 50 m²;
  • c. de bouwhoogte van een nutsgebouw in het openbare gebied mag niet hoger zijn dan 3,00 m;
  • d. bouwwerken, die geen gebouwen zijn, mogen niet hoger zijn dan 3,00 m;
  • e. de bouwhoogte van palen, masten en borden voor verkeersregeling, wegaanduidingen of verlichting mag niet hoger zijn dan 10,00 m;
  • f. de riolering bestaat uit een gescheiden stelsel.

Artikel 69 Welke regels gelden voor parkeren

69.1 Bestemmingsomschrijving

Voldoende parkeergelegenheid

  • a. Bij het bouwen van bouwwerken en bij functiewijzigingen moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Om te kunnen toetsen of hier aan wordt voldaan, worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
    • 1. de landelijke parkeerkencijfers, zoals deze door het CROW zijn uitgegeven (publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie', oktober 2012), geldend ten tijde van de vaststelling van dit Chw bestemmingsplan, zijn van toepassing.
  • b. De uit sub a voortvloeiende parkeerbehoefte wordt in eerste instantie gerealiseerd op het bouwperceel. Wanneer op het bouwperceel onvoldoende ruimte is, kan indien kan worden aangetoond dat dit niet leidt tot een onaanvaardbare verstoring van de parkeerdruk ter plaatse, worden uitgeweken naar de openbare ruimte;
  • c. Bij een omgevingsvergunning kan gemotiveerd worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien.

Artikel 70 Welke regels gelden voor reclame-uitingen

70.1 Bestemmingsomschrijving

Reclame-uitingen

Bij het maken van reclame moet rekening gehouden worden met de ruimtelijke kwaliteit, welstand (beleidsregel Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving), verkeersveiligheid en de eventuele hinder als gevolg van de reclame. Reclame-uitingen zijn toegestaan voor zover passend binnen de beleidsregel Reclamebeleid van Oldambt.

Artikel 71 Welke regels gelden voor welstand

Een bouwwerk moet voldoen aan de redelijke eisen van welstand. Of hieraan wordt voldaan wordt getoetst op basis van de beleidsregel Welstandsnota Beeldkwaliteit gebouwde omgeving van Oldambt.

Hoofdstuk 5 Inleidende regels

Verklarende regels

Artikel 72 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

72.1 het plan

het Chw bestemmingsplan Bad Nieuweschans met identificatienummer NL.IMRO.1895.11BP0006-0401 van de gemeente Oldambt;

72.2 Chw bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbijbehorende bijlagen;

72.3 achtererf:

het gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het hoofdgebouw is gelegen;

72.4 archeologisch deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie;

72.5 archeologisch onderzoek

onderzoek naar archeologische waarden (bureauonderzoek en/of boren en/of graven en/of begeleiden) verricht door een daartoe bevoegde instantie;

72.6 archeologisch waardevol gebied

een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit de omgeving;

72.7 archeologische verwachtingswaarde

een aan een gebied toegekende waarde die aangeeft dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten hoog is;

72.8 archeologische waarde

waarde die aan een gebied is toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;

72.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

72.10 bebouwingspercentage

een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een erf aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

72.11 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

72.12 bedrijfswoning

een woning op een bouwperceel met een bedrijfsbestemming die wordt bewoond door de eigenaren of huurders, tevens gebruikers van de bedrijfsbebouwing die op hetzelfde bouwperceel aanwezig is. Hierbij geldt dat de bedrijfsbebouwing structureel voor bedrijfsmatige activiteiten gebruikt moet worden;

72.13 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;

72.14 beschermd monument

beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

72.15 bestaand:
  • a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
    • 1. bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het ontwerp Chw bestemmingsplan
  • b. ten aanzien van het overige gebruik:
    • 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van het Chw bestemmingsplan;
72.16 bestaand gebruik:

ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:

  • bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het Chw bestemmingsplan;
72.17 bijbehorende voorzieningen:

ondergeschikte voorzieningen behorende bij de hoofdfunctie;

72.18 bijgebouwen

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

72.19 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;

72.20 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

72.21 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, gelegen achter de gevellijn met dezelfde bestemming, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

72.22 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

72.23 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

72.24 overig bouwwerk

een bouwwerk geen gebouw zijnde is een bouwwerk of gedeelte daarvan voor zover dat niet in een gebouw ligt;

72.25 camping

een terrein, speciaal ingericht om te kamperen;

72.26 café

een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt;

72.27 college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

72.28 cultuurhistorische waarden

waarden die zijn ontstaan door het gebruik door de mens in de loop van de geschiedenis en die behouden dienen te worden;

72.29 dak

de afdekking van een gebouw of een deel ervan, bestaande uit een kapconstructie met een of meerdere hellende vlakken (dakschild), ook dak of een horizontaal vlak (plat dak);

72.30 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van supermarkten;

72.31 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, logopedie en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf;

72.32 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten;

72.33 erf:

een al dan niet bebouwd bouwperceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

72.34 evenementen:

Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • a. bioscoopvoorstellingen;
  • b. weekmarkten;
  • c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
  • d. het in een horeca-inrichting gelegenheid geven tot dansen;
  • e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
  • f. spelbeoefeningen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren;
  • g. gebruik overeenkomstig de bestemming;

met inbegrip van:

  • h. een herdenkingsplechtigheid;
  • i. een braderie;
  • j. een optocht, anders dan een betoging als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
  • k. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;
  • l. een straatfeest of buurt barbecue;
72.35 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

72.36 geluidgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

72.37 geluidproducerende bedrijven

grote lawaaimakers zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

72.38 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

72.39 gemeentelijk monument

een overeenkomstig dit Chw bestemmingsplan of de Erfgoedverordening Oldambt als beschermd gemeentelijk monument aangewezen;

  • 1. zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;
  • 2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;
72.40 gemeentelijke monumentenlijst

de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig dit Chw bestemmingsplan als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in lid 72.39;

72.41 hogere grenswaarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

72.42 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

72.43 horecabedrijf

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

72.44 horecabedrijf categorie 1

een horecabedrijf, waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt en waar doorgaans geen overlast voor het leefklimaat wordt veroorzaakt, zoals restaurants, hotels en pensions en een horecabedrijf dat vooral is gericht op het overdag en 's avonds verstrekken van in hoofdzaak alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms, snackbars, cafetaria's en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;

72.45 huishouden

één of meer personen die in vast verband samenleven (eventueel met (hun) kinderen). Er moet daarbij sprake zijn van een band tussen de bewoners die het enkel gezamenlijk bewonen van een woning te boven gaat en dient de samenlevingswens tussen de personen die niet overwegend te worden bepaald door de beslissing om de betrokken woonruimte te delen;

72.46 infra

infrastructurele voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen;

72.47 kamerverhuur

ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is (zijn) voor of geschikt te maken is (zijn) voor (nacht)verblijf, zonder wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- of wasgelegenheid of toilet, niet vallende onder het begrip logiesverblijf als bedoeld in het Bouwbesluit en niet zijnde een zelfstandige woonruimte als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling;

72.48 kamerverhuurbedrijf

een bedrijf dat gericht is op de verhuur van een woning of woongebouw geheel of nagenoeg geheel via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- of wasgelegenheid of toilet;

72.49 kampeermiddel

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

72.50 karakteristieke gebouwen

gebouwen die behoren tot het cultureel erfgoed vanwege hun cultuurhistorische waarde, architectonische en/of kunsthistorische waarde, situationele en/of ensemblewaarde, gaafheid en/of herkenbaarheid of zeldzaamheid;

72.51 kwetsbaar object:

een kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;

72.52 lichte bedrijvigheid en (maatschappelijke) dienstverlening

lichte bedrijvigheid die geen overlast geeft voor de omgeving, waarbij het parkeren op eigen terrein plaatsvindt zoals ambachtelijke-, licht-industriële bedrijven, nijverheids-, reparatie-, verhuurbedrijven en overige (maatschappelijke) dienstverlenende bedrijven;

72.53 landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied en de herkenbaarheid van het historische ontwikkelingsproces;

72.54 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, zorg-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

72.55 normaal onderhoud:

onderhoudswerkzaamheden, als het vervangen van bestrating en dergelijke, die niet leiden tot verstoring van de ongeroerde bodem;

72.56 nutsgebouw

een gebouw ten behoeve van een nutsvoorziening, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations en gemalen;

72.57 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van milieuvoorzieningen, de telecommunicatie, de waterhuishouding, natuurbeheer en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval wordt verstaan bergbezinkbassins, centrale voorzieningen voor de afvalinzameling en zendmasten;

72.58 ondergeschikte detailhandel

detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;

72.59 openbaar gebied

het openbare gebied waaronder begrepen, openbare wegen, groenvoorzieningen en waterlopen;

72.60 peil
  • a. voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in, op of over het water wordt gebouwd:
    • 1. het Normaal Amsterdams Peil;
72.61 plan van aanpak

plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te beantwoorden;

72.62 programma van eisen

programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek;

72.63 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

72.64 reclamemast

een mast ten behoeve van een reclame-uiting;

72.65 restaurant

een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden;

72.66 risicovolle inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

72.67 risicogevoelig bouwwerk c.q. risicogevoelig object

bouwwerken en andere objecten, waaronder terreinen, die bestemd zijn voor het regelmatig verblijf van mensen, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag;

72.68 ruimtelijk relevant evenement:

een evenement in de open lucht of in tijdelijke onderkomens met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, met dien verstande dat niet als ruimtelijk relevant evenement worden aangemerkt:

  • a. het gebruik van de openbare ruimte voor:
    • 1. herdenkingsplechtigheden;
    • 2. braderieën en markten;
    • 3. optochten;
    • 4. feesten, muziekvoorstellingen of wedstrijden;
    • 5. straatfeesten en buurtbarbecues;
  • b. seizoensactiviteiten, zoals nieuwjaars-, paas-, Koningsdag-, bevrijdingsdag-, Sinterklaas-, kerst-, oudjaars- en daarmee vergelijkbare activiteiten;
  • c. wandel-, fiets-, skeeler-, schaats- en paardrijtochten;
  • d. oldtimertochten;
  • e. evenementen zonder versterkte muziek;
  • f. het gebruik van sport-, recreatie- en maatschappelijke terreinen voor sport-, spel- en verenigingsactiviteiten;
  • g. het vieren van openingen en jubilea en het houden van open dagen;
  • h. foodfestivals, buitentheatervoorstellingen, mode-, kunst- en liefdadigheidsevenementen;
  • i. maximaal 1 verkoopdag vanuit de eigen garage per jaar;
72.69 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

72.70 supermarkt

een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijks levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak;

72.71 terrein

door een type landgebruik gekarakteriseerd zichtbaar begrensd stuk grond, niet zijnde weg, spoorbaan of water;

72.72 terreinafscheiding

De afbakening van een terrein of perceel van een ernaast gelegen terrein of van de openbare ruimte;

72.73 verenigingsactiviteit

een activiteit conform het doel van een vereniging of stichting, waaronder begrepen fondsenwerving ten behoeve van de vereniging of stichting;

72.74 trekkershut

Een trekkershut is een gebouw met een eenvoudige constructie (zonder sanitaire voorziening) en een

beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten.

72.75 voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

72.76 voorkeursgrenswaarde

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

72.77 vuurwerkbedrijf

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

72.78 Wellnesscentrum

een centrum met sauna, saunacabines, zwembaden, massageruimten, relaxruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen met bijbehorende buitenruimten en voorzieningen;

72.79 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

72.80 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

72.81 woonhuis

een woonhuis is een gebouw of een deel van een gebouw dat wordt gebruikt voor particuliere bewoning. Ook bijgebouwen en terreinafscheidingen kunnen onderdeel zijn van een woonhuis;

72.82 zeer kwetsbaar object

Een zeer kwetsbaar object is een object dat bestemd is voor groepen beperkt/niet zelfredzame personen. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, (geestelijk) gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg.

72.83 zelfstandige woonruimte

de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning;

Artikel 73 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

73.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

73.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

73.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

73.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

73.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

73.6 de afstand tot de zijdelingse perceelgrens

de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens;

73.7 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;

73.8 ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen ten hoogste 1,50 m bedraagt. Ook dakkapellen worden buiten beschouwing gelaten, mits de breedte hiervan totaal niet meer dan 49% van de breedte van het dakvlak bedraagt en de zijkanten meer dan 0,5 meter van de zijkanten van het dakvlak liggen.