Artikel 54 Algemene aanduidingsregels
54.1 bolle akkers
54.1.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'bolle akkers' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle, open, bolle akkers.
54.2 concentratiegebied glastuinbouw 1
54.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'concentratiegebied glastuinbouw 1' zijn de gronden tevens bestemd als glastuinbouw concentratiegebied met mogelijkheden voor nieuwvestiging.
54.3 concentratiegebied glastuinbouw 2
54.3.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'concentratiegebied glastuinbouw 2' zijn de gronden tevens bestemd als glastuinbouw concentratiegebied met mogelijkheden voor uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven, maar zonder mogelijkheden voor nieuwvestiging.
54.4 provinciale ontwikkelingszone groen
54.4.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'provinciale ontwikkelingszone groen' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van groen.
54.5 ecologische hoofdstructuur
54.5.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de ecologische hoofdstuctuur (EHS).
54.6 geluidzone - industrie
54.6.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd.
54.6.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 54.6.1 ten behoeve van het bouwen van geluidgevoelige objecten, met dien verstande dat de geluidbelasting vanwege industrielawaai op de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
54.7 kernrandzone
54.7.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'kernrandzone' zijn de gronden tevens bestemd als buffer tussen woon- en leefkernen en het buitengebied, ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de kernen.
54.8 milieuzone - geurzone
54.8.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen geurgevoelige objecten worden gerealiseerd.
54.9 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied venlo schol
54.9.2 Bouwregels
Binnen het grondwaterbeschermingsgebied mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan met inachtneming van de voorwaarden, zoals die door de Omgevingsverordening Limburg worden gesteld.
54.10 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied roerdalslenk zone 3
54.10.2 Bouwregels
Binnen het grondwaterbeschermingsgebied mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan met inachtneming van de voorwaarden, zoals die door de Omgevingsverordening Limburg worden gesteld.
54.11 milieuzone - stiltegebied
54.11.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn storende gebruiksvormen, zoals lawaaisporten, vormen van intensieve recreatie, niet-agrarische bebouwing en infrastructuur, behalve indien het beoogde gebruik geen akoestische verstoring tot gevolg heeft, uitgesloten. Daarbij dient rekening gehouden te worden met dan wel afstemming te worden gezocht met het beleid terzake van de Omgevingsverordening Limburg en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg.
54.12 ontwikkelingszone bebouwingslinten
54.12.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'ontwikkelingszone bebouwingslinten' zijn de gronden tevens bestemd als ontwikkelingszone voor bebouwingslinten.
54.13 landschap met reliëf
54.13.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'landschap met reliëf' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en/of herstel van het karakteristieke reliëf in het landschap.
54.14 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
54.15 reconstructiewetzone - verwevingsgebied
54.16 vrijwaringszone - molenbiotoop
54.16.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bestemd voor het beschermen van:
-
a. bescherming van de functie als werktuig van de Sint Antoniusmolen in Kessel, onder andere gelet op de windvang;
-
b. bescherming van de waarde van de de onder a. genoemde molen als landschapsbepalend element.
54.16.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende regels:
-
a. binnen een straal van 100 m, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden gebouwd, hoger dan het onderste punt van de verticale staande wiek van de molen;
-
b. binnen een straal van 100 tot 400 m, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden gebouwd met een grotere hoogte dan 1/30 van de afstand, gemeten tussen de bebouwing en het onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen.
54.16.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 54.16.2, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.
54.16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de voor ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, hoger dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen:
-
a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
-
b. het ophogen van gronden;
-
c. het planten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting
b Uitzonderingen
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
-
a. normale onderhoudswerkzaamheden;
-
b. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
c Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar, mits:
-
a. daardoor de functie van de molen als werktuig en de waarde als landschapsbepalend element niet onevenredig worden geschaad;
-
b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of verlening van de omgevingsvergunning aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.
54.17 vrijwaringszone - waterstaatswerk 1
54.17.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' zijn de gronden mede bestemd als beschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen. Op deze gronden is de Keur van het waterschap van toepassing.
54.18 vrijwaringszone - waterstaatswerk 2
54.18.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 2' zijn de gronden mede bestemd als buitenbeschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen. Op deze gronden is de Keur van het waterschap van toepassing.
54.19 vrijwaringszone - weg 1
54.19.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' is het niet toegestaan om te bouwen binnen een zone van 50 meter aan beide zijden van die aanduiding.
54.20 vrijwaringszone - weg 2
54.20.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' is het niet toegestaan om te bouwen binnen een zone van 100 meter aan beide zijden van die aanduiding.
54.20.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 54.20.1 voor het bouwen van bouwwerken binnen een zone tussen 50 en 100 meter aan beide zijden van de as van de weg, mits:
-
a. voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
-
b. voldaan wordt aan de wet- en regelgeving met betrekking tot externe veiligheid;
-
c. er geen sprake is van afleidende verlichting en reclame voor de weggebruiker;
-
d. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van Rijkswaterstaat.
54.21 veiligheidzone - lpg
54.21.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidzone - lpg' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
54.21.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 54.21.1 ten behoeve van het bouwen van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat:
-
a. voldaan wordt aan de normen die gelden voor het plaatsgebonden risico;
-
b. indien sprake is van toename van het groepsrisico, hiervoor een verantwoording als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid inrichtingen plaatsvindt.
54.22 wro - zone - wijzigingsgebied 1 ob
54.22.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 1 ob' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van oude verdichte/besloten bouwlanden.
54.23 wro - zone - wijzigingsgebied 2 ko
54.23.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 2 ko' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van kleinschalige halfopen ontginningslandschappen.
54.24 wro - zone - wijzigingsgebied 3 bd
54.24.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 3 bd' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van beekdalen/rivierdal.
54.25 wro - zone - wijzigingsgebied 4 go
54.25.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 4 go' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van grootschalige open ontginningslandschappen.
54.26 wro - zone - wijzigingsgebied 5 gv
54.26.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 5 gv' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van grootschalige open veen ontginningslandschappen.
54.27 wro - zone - wijzigingsgebied 6 bn
54.27.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 6 bn' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van de bos- en natuurgebieden.
54.28 wro - zone - wijzigingsgebied 7
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming, ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone -
wijzigingsgebied 7' de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - recreatief medegebruik' te verwijderen indien het bijbehorend bouwwerk ter plaatse is gesloopt en toe te staan dat één nieuwe woning wordt gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. de afstand tussen de woning en de weg maximaal 15 meter bedraagt
-
b. de inhoud van de woning maximaal 1800 m³ bedraagt;
-
c. de lange zijde van de woning evenwijdig aan de Hummerenweg is gelegen;
-
d. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 28.
54.29 wro - zone - wijzigingsgebied 8
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming, ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone -
wijzigingsgebied 8' de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - Landgoed' met de nadere aanduiding 'agrarisch' ten behoeve van de oprichten van een professionele paardenhouderij, met dien verstande dat:
-
a. er maximaal één bedrijfswoning is togestaan;
-
b. de bedrijfswoning dient te voldoen aan dezelfde regels als opgenomen in artikel 16 ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
-
c. het bouwvlak niet wordt vergroot;
-
d. bedrijfsgebouwen worden gebouwd in of achter de gevellijn;
-
e. buiten het bouwvlak is één rijbak toegestaan;
-
f. bijbehorende voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouw zijnde, buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
-
g. aangetoond wordt dat een goed woon- en leefklimaat van de bestaande woningen en de recreatiewoningen is gegarandeerd;
-
h. geen onevenredige belangen van de buurt worden geschaad;
-
i. er geen zodanige verkeersaantrekkende activiteiten mogen plaatsvinden die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregel noodzakelijk worden.
54.30 wro - zone - wijzigingsgebied 9
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone -
wijzigingsgebied 9' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Multifunctioneel' met de aanduiding 'golfbaan', met dien verstande dat:
-
a. de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond;
-
b. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
-
c. de uitbreiding van het bestemmings- en/of bouwvlak landschappelijk wordt ingepast overeenkomstig het als bijlage 19 bij deze regels behorende natuurinrichtingsplan;
-
d. inclusief de onder c. bedoelde landschapelijke inpassing dient de uitbreiding 5 keer zo veel oppervlakte nieuw groen op te leveren als de oppervlakte te realiseren bebouwing en verharding;
-
e. voldaan wordt aan de vereisten van het kwaliteitskader;
-
f. de vergroting moet milieuhygiënisch aanvaardbaar zijn en mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende bestemmingen en functies;
-
g. door de vergroting mogen de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast.
54.31 wro - zone - wijzigingsgebied 10
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone -
wijzigingsgebied 10' te wijzigen door het opnemen van een bouwvlak ten behoeve van het bouwen van een bedrijfswoning, al dan niet met kantoorrruimte, mits:
-
a. wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
b. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond in een bedrijfsplan;
-
c. er moet een ruimtelijke borging zijn dat de beheerderswoning een onlosmakelijk gedeelte moet zijn van het (recreatie)park en er moet worden geborgd dat de woning gebruikt zal worden als bedrijfswoning bij het landgoed;
-
d. de bouw van de woning moet milieuhygiënisch aanvaardbaar zijn en mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende bestemmingen en functies;
-
e. uit een uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de woonfunctie;
-
f. uit een akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidbelasting aan de gevel van de te bouwen woning niet meer bedraagt dan 48 dB, danwel niet meer dan 53 dB en hiervoor door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde is vastgesteld;
-
g. door de bouw van de woning mogen de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
h. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 1000 m3 bedragen;
-
i. bij de woning dienen minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
-
j. het realiseren van een kantoorruimte ten dienste van de bestemming is slechts toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
1. geen sprake is van publieksfuncties;
-
2. de inhoud van de kantoorruimte bedraagt minimaal 350 m³ en maximaal 1.000 m³;
-
3. op eigen terrein dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Per 100 m² bvo dienen minimaal 6 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd;
-
k. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal respectievelijk 6 en 9 meter;
-
l. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig functioneren van het stroomvoerend rivierbed wordt gewaarborgd;
-
m. er mag -gehoord Rijkswaterstaat- geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
-
n. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk zijn;
-
o. aangetoond wordt dat de bouw van de woning per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
-
p. er dienen -gehoord Rijkswaterstaat- rivierverruimende maatregelen te worden genomen, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd dienen te zijn;
-
q. de woning dient landschappelijk te worden ingepast met gebiedseigen beplanting;
-
r. de ontwikkeling moet in voldoende mate zijn gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit. Hiertoe wordt een landschappelijk inrichtingsplan overgelegd dat als bijlage bij de regels wordt opgenomen, waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij eenonafhankelijke, objectieve commissie;
-
s. en beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits voldaan wordt aan de voorwaarden als opgenomen in artikel 27.5.3.
54.32 wro - zone - wijzigingsgebied 11
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro - zone -
wijzigingsgebied 11' te wijzigen door het opnemen van een bouwvlak voor het bouwen van maximaal zes vrijstaande paviljoens voor verblijfsrecreatieve doeleinden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de bouw van de paviljoens moet milieuhygiënisch aanvaardbaar zijn en mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende bestemmingen en functies;
-
b. middels een verkennend bodemonderzoek dient te worden aangetoond dat de bodem ter plaatse geschikt is voor de woonfunctie;
-
c. door de bouw van de paviljoens mogen de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
d. de oppervlakte per paviljoen mag niet meer dan 35 m² bedragen;
-
e. per paviljoen dient tenminste 1 parkeerplaats te worden gerealiseerd;
-
f. de goot- en bouwhoogte van de paviljoens bedraagt respectievelijk maximaal 3 en 6 meter;
-
g. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig functioneren van het stroomvoerend rivierbed wordt gewaarborgd;
-
h. er mag -gehoord Rijkswaterstaat- geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
-
i. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk zijn;
-
j. aangetoond wordt dat de bouw van de paviljoens per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
-
k. er dienen -gehoord Rijkswaterstaat- rivierverruimende maatregelen te worden genomen, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd dienen te zijn;
-
l. de ontwikkeling moet in voldoende mate zijn gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit. Hiertoe wordt een landschappelijk inrichtingsplan overgelegd dat als bijlage bij de regels wordt opgenomen, waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie.
54.33 wro-zone - wijzigingsgebied 12
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aaduiding 'wro-zone -
wijzigingsgebied 12' te wijzigen ten behoeve van het uitbreiden van het bouwvlak voor het kasteel, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de uitbreiding van het kasteel moet milieuhygiënisch aanvaardbaar zijn en mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende bestemmingen en functies;
-
b. uit een uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de verblijfsfunctie;
-
c. door de bouw van de paviljoens mogen de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
d. de uitbreiding -gehoord de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)- bijdraagt aan het behoud en/of herstel van de cultuurhistorische en monumentale waarde van het kasteel en op die manier
-
e. tevens een aanvullende kwaliteitsverbetering oplevert zoals bedoeld in het Limburgs Kwaliteitsmenu;
-
f. de goothoogte van de bebouwing bedraagt maximaal 8,5 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 14,5 meter;
-
g. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig functioneren van het stroomvoerend rivierbed wordt gewaarborgd;
-
h. er mag -gehoord Rijkswaterstaat- geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
-
i. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk zijn;
-
j. aangetoond wordt dat de uitbreiding van het kasteel per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
-
k. er dienen -gehoord Rijkswaterstaat- rivierverruimende maatregelen te worden genomen, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd dienen te zijn.