direct naar inhoud van Artikel 21 Recreatie - Multifunctioneel
Plan: Buitengebied Peel en Maas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0048-VG03

Artikel 21 Recreatie - Multifunctioneel

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Multifunctioneel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en/of herstel van de voorkomende danwel aan het gebied eigen cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurwaarden;
  • b. behoud en/of herstel van de cultuurhistorische en monumentale waarden en van het stedenbouwkundige beeld van het kasteel;
  • c. dagrecreatieve voorzieningen;
  • d. sociaal-culturele voorzieningen;
  • e. religieuze voorzieningen;
  • f. educatieve voorzieningen, uitgezonderd scholen en onderwijsinstellingen;
  • g. congresvoorzieningen;
  • h. horeca van categorie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • i. horeca van categorie 1,2,3 en 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1,2,3 en 5';
  • j. ondersteunende horeca tijdens evenementen, wedstrijden en trainingen;
  • k. kamperen tijdens evenementen, wedstrijden en trainingen;
  • l. sport- en speelvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.4.3;
  • o. agrarisch grondgebruik, uitsluitend voor grondgebonden landbouwactiviteiten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan', een golfbaan met natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing;
  • q. logiesvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', een kleinschalig kampeerterrein ondersteunend aan de bestemming, met bijbehorende sanitaire voorzieningen;
  • s. landschappelijke inpassing van bedrijfsgebouwen in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie, zoals hagen, gebiedseigen bomen en opgaande/afschermende beplanting, een en ander overeenkomstig het natuurinrichtingsplan zoals weergegeven in bijlage 19 bij deze regels;
  • t. twee bestaande kampeermiddelen in de vorm van een stacaravan;.

met daaraan ondergeschikt:

  • u. tuinen, erven verhardingen en terreinen;
  • v. parkeervoorzieningen;
  • w. natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing;
  • x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - facilitaire voorzieningen', uitsluitend facilitaire gebouwen en/of voorzieningen;
  • y. plantsoenen, parken en groenvoorzieningen;
  • z. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. ten behoeve van agrarisch grondgebruik van (een deel van) de gronden is geen bebouwing toegestaan;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c. mag het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - facilitaire voorzieningen' maximaal voor 35% worden bebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' is maximaal één clublokaal toegestaan binnen het bouwvlak;
  • f. in het bouwvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' pas worden gebouwd als de landschappelijke inpassing op en om de golfbaan is uitgevoerd en/of in stand wordt gehouden, een en ander overeenkomstig het natuurinrichtingsplan zoals is aangegeven in bijlage 19 bij deze regels;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f. kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenenvoor het bouwen van een tijdelijk clubgebouw voor het golfterrein met een door het bevoegd gezag te bepalen maximale instandhouidingstermijn;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - facilitaire voorzieningen' zijn uitsluitend bestaande bouwwerken toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' is maximaal één gebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • j. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter, tenzij op de verbeelding een andere maximale goot- en/of bouwhoogte is aangeduid;
  • k. aangetoond wordt dat in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid op eigen terrein.
21.2.2 Paviljoens

Voor het plaatsen van verplaatsbare paviljoens gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak zijn maximaal 6 paviljoens toegestaan ten behoeve van activiteiten en evenementen;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 2 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 m² per paviljoen;
  • d. aanwezige natuur- en landschapselementen mogen door de plaatsing van de paviljoens niet onevenredig worden aangetast.
21.2.3 Feesttenten

Voor het plaatsen van tijdelijke feesttenten gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak kunnen tijdelijk feesttenten worden geplaatst, uitsluitend ten behoeve van evenementen;
  • b. de maximale goothoogte van een feesttent bedraagt 3 meter en de maximale nokhoogte 7 meter;
  • c. de feesttenten zijn toegestaan voor een periode van maximaal 10 dagen, inclusief opbouwen en afbreken.
  • d. aanwezige natuur- en landschapselementen mogen door de plaatsing van de feesttenten niet onevenredig worden aangetast.
21.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3,30 respectievelijk 5 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • d. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 1 meer achter de voorgevellijn gebouwd;
  • e. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 15 meter.
21.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2,5 meter bedraagt;
    • 2. vlaggen-, reclame- en lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter bedraagt;
    • 3. (voorzieningen ten behoeve van)veiligheidsnetten ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan', waarvan, de bouwhoogte maximaal 20 meter mag bedragen;
    • 4. toegangspoorten bij de ingang(en) van het landgoed, waarvan de hoogte maximaal 7,50 meter mag bedragen.
21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen; ter waarborging van de cultuurhistorische waarde van het complex;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing;
  • g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater.
21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 16.4.2;
  • b. voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • c. voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • d. voor detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen en/of in het kader van evenementen;
  • e. voor wonen;
  • f. voor opslag, behoudens inpandige of overdekte opslag die verband houdt met de lid 1 genoemde doeleinden en behoudens opslag ten behoeve van het beheer van het landgoed, uitsluitend binnen het bouwvlak, danwel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - facilitaire voorzieningen';
  • g. als seksinrichtingen;
  • h. als casino/speelautomatenhal;
  • i. als permanente standplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens het kamperen ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit in het kader van de deelname aan activiteiten of evenementen binnen de inrichting.
21.4.2 Golfbaan
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' mogen de gronden uitsluitend worden gebruikt als golfbaan en voor natuur- en landschapsontwikkeling;
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. mogen de gronden incidenteel worden gebruikt voor en in het kader van evenementen, mits de aanwezige natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast.
21.4.3 Evenementen
  • a. De volgende evenementen zijn toegestaan binnen de bestemming:
    • 1. kleinschalige evenementen in het kader van binnen de bestemming toegestane gebruiksmogelijkheden;
    • 2. grootschalige evenementen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
      • de geluidsbelasting op de gevels van omliggende, niet tot de inrichting behorende woningen mag niet meer bedragen dan 50 dB;
      • in afwijking van het bepaalde onder a. mag de geluidsbelasting op de gevels van omliggende, niet tot de inrichting van de woning behorende woningen als gevolg van buitenevenementen 70 dB bedragen gedurende maximaal 3 buitenevenementen per jaar voor de duur van maximaal 3 dagen per buitenevenement inclusief op- en afbouw;
      • de verkeersveiligheid ter plaatse niet onevenredig wordt beïnvloed;
      • aangetoond wordt dat is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. Evenementen zijn uitsluitend tijdelijk van aard met een maximale duur van 2 weken per evenement.
21.4.4 Landschappelijke inpassing

Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de voor 'Recreatie - Multifunctioneel' aangewezen gronden conform deze regels is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 21.1 en bijlage 19 bij de regels. is gerealiseerd en/of in stand wordt gehouden.

21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van wegen en/of paden;
  • b. het verleggen of verwijderen van wegen en/of paden;
  • c. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen;
  • d. afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, egaliseren, indrijven;
  • e. onderbemalen, draineren, graven sloten, aanleg dammen, aanleg stuwen, dempen sloten, dempen
  • f. poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • g. rooien beplanting, aanleg leidingen, opplanten, het omzetten van grasland naar bouwland en
  • h. boomteelt, veranderen perceelsindeling, verharden oppervlak;
  • i. aanleg teeltondersteunende voorzieningen.
21.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 16.5.121.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
21.5.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 21.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien de in artikel 21.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

21.6 Wijzigingsbevoegdheid
21.6.1 Verplaatsing bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van verplaatsing binnen het bestemmingsvlak van het bouwvlak voor het clubgebouw op de golfbaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. verplaatsing van een bouwvlak is alleen toegestaan indien binnen het bestaande bouwvlak nog geen bebouwing is opgericht of een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend;
  • c. het bebouwde oppervlak mag niet toenemen;
  • d. de verplaatsing moet milieuhygiënisch aanvaardbaar zijn en mag geen belemmeringen opleveren voor omliggende bestemmingen en functies;
  • e. door de verplaatsing mogen de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • f. uit een uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie;
  • g. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig functioneren van het stroomvoerend rivierbed wordt gewaarborgd;
  • h. er mag -gehoord Rijkswaterstaat- geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  • i. er dient -gehoord Rijkswaterstaat- sprake te zijn van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk zijn;
  • j. aangetoond wordt dat de bouw van de woningen per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
  • k. er dienen -gehoord Rijkswaterstaat- rivierverruimende maatregelen te worden genomen, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd dienen te zijn;
  • l. de ontwikkeling moet in voldoende mate zijn gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit. Hiertoe wordt een landschappelijk inrichtingsplan overgelegd dat als bijlage bij de regels wordt opgenomen, waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie.