direct naar inhoud van Artikel 4 Agarisch - Grondgebonden
Plan: Kernen Kessel en Kessel-Eik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0047-VG01

Artikel 4 Agarisch - Grondgebonden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik, in de vorm van een grondgebonden bedrijf;
  • b. wonen in een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.3;
  • d. verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.4;
  • e. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.2;
  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
  • j. teeltondersteunende voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 4.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. een bedrijfswoning;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

4.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één grondgebonden bedrijf toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één grondgebonden agrarisch bedrijf;
  • b. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouw zijnde in de vorm van waterbassins mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • d. hoge permanente, lage permanente, hoge tijdelijke en lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen maximaal 6 maanden per jaar aanwezig mogen zijn, met dien verstande dat de constructie ten behoeve van de tijdelijke teeltondersteunende voorziening permanent aanwezig mag zijn;
    • 2. de bouwhoogte van hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen maximaal 4 meter bedraagt;
  • e. buiten het bouwvlak mogen lage tijdelijke en lage permanente teeltondersteunende voorzieningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen maximaal 6 maanden per jaar aanwezig mogen zijn, met dien verstande dat de constructie ten behoeve van de tijdelijke teeltondersteunende voorziening permanent aanwezig mag zijn.
  • f. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4.2.3, 4.2.4 en 4.2.5.

4.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 11 meter;
  • b. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd achter de bestaande voorgevelrooilijn.

4.2.4 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal, zoals aangeduid op de verbeelding;
    • 2. de bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één bedrijfswoning;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd in de bestaande voorgevellijn;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 1000 m³, danwel de bestaande inhoud;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • e. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,30 meter en 6 meter;
  • f. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • g. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 1 meter achter de bestaande voorgevellijn gebouwd;
  • h. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 15 meter.

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 3. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • b. per bedrijfswoning is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, mits de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 15 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. kamperen;
  • b. detailhandel, behoudens toegestaan krachtens artikel 4.3.4;
  • c. horeca;
  • d. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • e. nieuwvestiging van een intensieve veehouderij;
  • f. kamerverhuur;
  • g. containervelden;
  • h. huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten;
  • i. woningsplitsing;
  • j. verblijfsrecreatie;
  • k. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 4.3.2;
  • l. seksinrichtingen;
  • m. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde;
  • n. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • o. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.

4.3.2 Evenementen

Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.

4.3.3 Beroep of bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis bij de bedrijfswoning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de agrarische bestemming en is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
  • c. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  • d. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  • e. maximaal 40 % van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van:
    • 1. 25 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
    • 2. 35 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1500 m²;
    • 3. 45 m² bij bouwpercelen vanaf 1500 m²;
  • f. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  • g. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • h. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • i. de bedrijvigheid niet vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
  • j. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • k. in de woning of de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 50 m² gebruikt worden ten bate van internetverkoop waarbij ter plaatse opslag en verzending plaatsvindt. Internetverkoop waarbij ter plaatse alleen de elektronische transactie plaatsvindt en geen opslag en verzending plaatsvindt is zonder meer toegestaan;
  • l. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf;
  • m. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • n. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.

4.3.4 Verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten

Verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 25% van het vloeroppervlak van de totale bestaande bebouwing, tot maximaal 100 m².

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van nevenactiviteiten en verbrede landbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor nevenactiviteiten en verbrede landbouw, mits:

  • a. de agrarische bedrijvigheid als hoofdfunctie aanwezig is en blijft;
  • b. het gezamenlijk oppervlak van de bedrijfsbebouwing van het desbetreffende agrarisch bedrijf mag niet worden vergroot;
  • c. verblijfsrecreatie is toegestaan op een kleinschalig kampeerterrein tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing danwel tot maximaal 30 bedden/slaapplaatsen, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de hiervoor benodigde gebouwen maximaal 100 m² bedraagt;
  • d. dagrecreatie is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing en/of tot maximaal 25% van de oppervlakte van het bouwvlak;
  • e. ondergeschikte horeca is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 100 m²;
  • f. aan het agrarisch bedrijf verbonden zorgfuncties zijn toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 250 m²;
  • g. educatiefunctie is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 100 m²;
  • h. de hierboven genoemde maximaal toegestane oppervlakten zijn cumulatief van aard wat impliceert dat bij cumulatie van meerdere vormen van verbrede landbouw en/of nevenactiviteiten het maximum van 100 m² niet mag worden overschreden. Zorgfuncties zijn van de cumulatie uitgesloten;
  • i. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing mag niet onevenredig worden aangetast/belemmerd;
  • j. door de wijziging mag geen onevenredig grotere verkeersbelasting op wegen en paden plaatsvinden;
  • k. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • l. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak;
  • m. de nevenactiviteiten en verbrede landbouw dienen milieuhygiënisch verantwoord te zijn.

4.4.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kamerverhuur

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.1 ten behoeve van het gebruik als kamerverhuur in de bedrijfswoning, mits:

  • a. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
  • b. het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

4.4.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg en inwoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.1 voor het gebruik ten behoeve van mantelzorg en inwoning door maximaal twee personen in de bedrijfswoning en/of de bijbehorende bouwwerken, mits:

  • a. er geen tweede woning ontstaat;
  • b. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat;
  • c. er geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mogen worden getroffen;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • e. de omgevingsvergunning na beëindiging van de situatie zal worden ingetrokken en het bijbehorend bouwwerk niet meer mag worden gebruikt voor bewoning/mantelzorg.

4.4.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van bed en breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de bedrijfswoning/ of in de bijbehorende bouwwerken, mits:

  • a. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de (bedrijfs)woning en de bijbehorende bouwwerken die op maximaal 15 meter van de (bedrijfs)woning zijn gelegen;
  • b. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de (bedrijfs)woning;
  • c. maximaal 80 m² mag worden ingericht voor bed en breakfast, met dien verstande dat de (bedrijfs)woning een inhoud heeft van minimaal 450 m³ en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m²;
  • d. er per bouwvlak maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden toegestaan;
  • e. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
  • f. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed en breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigen bestemming Agrarisch - Grondgebonden ten behoeve van wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming met een bouwvlak en de bestaande bedrijfswoning te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat het gebruik als agrarisch bedrijf redelijkerwijs niet meer mogelijk is;
  • b. het agrarisch bedrijf dient te zijn beëindigd;
  • c. uitsluitend het deel van het perceel met de woning en het erf/de tuin mag worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak na wijziging maximaal 1.000 m² mag bedragen. De resterende grond moet gelijktijdig worden gewijzigd in een onbebouwde agrarische bestemming;
  • d. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
  • e. het gebruik van de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  • f. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • g. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft;
  • h. het bestaande aantal woningen kan niet worden gewijzigd, behalve bij woningen waarvan wordt aangetoond dat deze cultuurhistorische waarde bezitten. In dat geval kan de bestemming zodanig worden gewijzigd dat binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande bewoning, meerdere wooneenheden gerealiseerd kunnen worden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maatvoering van de woning niet wordt vergroot;
    • 2. hoofdgebouwen tot een inhoud van 1.000 m³ kunnen worden gesplitst in maximaal 2 woningen en hoofdgebouwen die groter zijn dan 1.000 m³ kunnen worden gesplitst in maximaal 3 woningen;
    • 3. de inhoud per woning minimaal 350 m³ bedraagt;
    • 4. de bestaande (agrarische) verschijningsvorm gehandhaafd blijft;
    • 5. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de naaste omgeving aanwezige ruimtelijke functies en waarden;
    • 6. de cultuurhistorische waarde van de woning behouden blijft en/of versterkt wordt;
    • 7. de woning dient te zijn gelegen buiten een milieucirkel;
    • 8. de nieuwe woning dient te voldoen aan de geldende geluidsnormering;
    • 9. indien van toepassing dient overtollige bedrijfsbebouwing te worden gesloopt;
    • 10. per wooneenheid mag maximaal 60 m² aan bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd;
    • 11. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
      • de woonsituatie;
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.