Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening) |
Status: | onherroepelijk |
Plan identificatie: | NL.IMRO.1892.BpTweemansWVMKP-On01 |
4.1 | Bestemmingsomschrijving |
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: | |
a. | bedrijven zoals genoemd in de bij dit lid behorende tabel; |
b. | uitsluitend ter plaatse van het adres Herenweg 44a een aannemingsbedrijf, zoals genoemd in categorie 3 van de bij deze regelsbehorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, en ter plaatse van Noordeinde 57 en 59, niet-agrarische bedrijven, zoals genoemd in categorie 1, 2 en 3 en een autospuitinrichting, carrosserie-, aanhangwagen- en opleggerindustrie in de categorie 4; |
c. | ondergeschikte productiegebonden detailhandel tot een oppervlakte per bedrijf van niet meer dan 125 m²; |
d. | bestaande bedrijfswoningen; |
e. | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘molen’ voor een molen en het molenbedrijf; |
f. | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘molen’ voor woningen, voor zover deze deel uitmaken van de molen; |
g. | recreatieve doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de molen op het perceel Middelweg 10; |
h. | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca’ tevens voor een horeca- inrichting; |
i. | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met LPG’ een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG; |
met daarbij behorend(e): | |
j. | wegen en paden; |
k. | parkeervoorzieningen; |
l. | geluidwerende voorzieningen; |
m. | voorzieningen van openbaar nut; |
n. | groenvoorzieningen; |
o. | opslag en stalling ten behoeve van de aanwezige bedrijvigheid; |
p. | water en waterhuishoudkundige voorzieningen; |
q. | tuinen, erven en terreinen; |
Adres | Soort niet-agrarisch bedrijf |
Moerkapelse Zijde 98a | Constructiebedrijf |
Rottedijk 8 | Gemaal |
Herenweg 44a | Aannemingsbedrijf |
Herenweg 51 | Transportbedrijf |
Herenweg 56 | Hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf |
Noordeinde 25 | Autobedrijf |
Noordeinde 47 | Reparatiebedrijf landbouwmachines |
Noordeinde 51a | Reparatiebedrijf landbouwmachines |
Noordeinde 57/59 | Truckcenter, Transportbedrijf, Truckwash, Bandenservice, Tankstation, Automotive, Autobedrijf, Auto-onderdelen, Auto-onderhoud, Autoverhuur, Autowasserij, Schadeautos, Motors, Handel/Zakelijke Dienstverlening, Verhuur bedrijfswagens, containers en aanhangwagens, Kunststof Coatings, Automatisering |
Swanlaweg 1 | Tankstation met lpg |
Tweemanspolder 12 | Horeca/botenverhuur |
4.2 | Bouwregels |
4.2.1 | Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende algemene bouwregels: |
a. | bouwwerken mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd; |
b. | ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ mag het bebouwingspercentage niet meer dan het aangegeven percentage bedragen; |
c. | er mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de in 4.1 onder a genoemde bedrijven worden gebouwd; |
d. | nieuwbouw van bedrijfswoningen is niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw. |
4.2.2 | Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels: |
a. | de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 7 meter bedragen; |
b. | de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 11 meter bedragen; |
c. | de afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder dan 15 meter bedragen, tenzij de bestaande afstand reeds minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; |
d. | de afstand tot de perceelsgrenzen mag niet minder dan 2 meter bedragen. |
4.2.3 | Voor het bouwen van een bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken gelden bovendien de volgende regels: |
a. | de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 1.000 m³ bedragen; |
b. | de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen; |
c. | de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 10 meter bedragen; |
d. | de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 60 m² bedragen; |
e. | de maximale bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 6 meter bedragen, in geval van een doorgetrokken dakvlak van het hoofdgebouw. In alle andere gevallen mag de maximale bouwhoogte niet meer dan de maximale goothoogte bedragen; |
f. | de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 respectievelijk 5,5 meter bedragen. |
4.2.4 | Ter plaatse van de aanduiding ‘molen’ gelden, voor het bouwen van gebouwen, aanvullend op, dan wel in afwijking van het bepaalde in 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3, tevens de volgende regels: |
a. | nieuwbouw van hoofdgebouwen is niet toegestaan; |
b. | de oppervlakte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte; |
c. | de goothoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte; |
d. | de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte. |
4.2.5 | Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: |
a. | in afwijking van het bepaalde in 4.2.1 onder a mogen erf- en terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd; |
b. | de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen; |
c. | de hoogte van vlaggenmasten, reclamezuilen en lichtmasten mag niet meer dan 10 meter bedragen; |
d. | de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 meter bedragen. |
4.3 | Nadere eisen |
Ter uitvoering en met inachtneming van het bepaalde in 4.2 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels – mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad – nadere eisen te stellen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (bebouwings- en verkavelingkarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op: | |
a. | de situering van nieuw op te richten bebouwing; |
b. | de nokrichting van de kappen van gebouwen. |
4.4 | Afwijken van de bouwregels |
4.4.1 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3 onder d, voor het overschrijden van de maximaal toegestane oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat: |
a. | het college tevens afwijkt van de gebruiksregels, zoals bedoeld in 4.5.1; |
b. | geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden plaatsvindt; |
c. | de bedrijfsvoering van nabij gelegen bedrijven niet wordt beperkt; |
d. | per woning niet meer dan één afwijking ten behoeve van inwoning voor mantelzorg wordt verleend; |
e. | de niet zelfstandige woonruimte niet meer dan 50 m² bedraagt en wordt gefaciliteerd middels een pre-fab-woonunit. |
4.4.2 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, met dien verstande dat: |
a. | een doelmatige bedrijfsvoering een overschrijding van de maatvoering noodzakelijk maakt; deze noodzaak is in ieder geval aanwezig, wanneer overschrijding van het bouwvlak noodzakelijk is om aan milieuregels te kunnen voldoen; |
b. | de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen bedrijven niet wordt beperkt; |
c. | de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen als bedoeld in lid 4.2.1 onder b met niet meer dan 10% wordt vergroot. |
4.4.3 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder a en b en toestaan dat de goot- en bouwhoogte wordt vergroot met niet meer dan 2 meter, met dien verstande dat: |
a. | een doelmatige bedrijfsvoering een overschrijding van de maatvoering noodzakelijk maakt; |
b. | vooraf advies wordt ingewonnen bij een onafhankelijk bedrijfsdeskundige. |
4.4.4 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 onder b en toestaan dat de oppervlakte van hoofdgebouwen wordt vergroot, met dien verstande dat: |
a. | de vergroting niet meer dan 15% van de bestaande oppervlakte mag bedragen; |
b. | het karakter van het hoofdgebouw niet mag worden aangetast. |
4.5 | Afwijking van de gebruiksregels |
4.5.1 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26 onder g, teneinde bewoning in vrijstaande bijgebouwen mogelijk te maken ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat: |
a. | met een medische verklaring de noodzaak van mantelzorg wordt aangetoond; |
b. | aangetoond wordt dat de mantelzorg tijdelijk van aard is; |
c. | de niet zelfstandige woonruimte niet meer dan 50 m² bedraagt; |
d. | geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden plaatsvindt; |
e. | de bedrijfsvoering van nabij gelegen bedrijven niet wordt beperkt; |
f. | per woning niet meer dan één afwijking ten behoeve van inwoning voor mantelzorg wordt verleend. |
4.5.2 | Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van; |
a. | het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijvigheid in milieucategorie 1 en 2, die niet voorkomt in de tabel onder 4.1, met dien verstande dat de bedrijvigheid voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten in de bijlage; |
b. | het bepaalde in 4.1 voor het toestaan van niet agrarische bedrijvigheid in milieucategorie 3, mits deze bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk is aan de toegestane bedrijvigheid in milieucategorie 1 en 2 die voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten in de bijlage; |
4.6 | Wijzigingsbevoegdheid |
4.6.1 | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen en het bepaalde in de tabel, ten aanzien van perceel Herenweg 44a, aan te passen zodat uitsluitend milieucategorie 2 bedrijven zijn toegelaten, indien sprake is van beëindiging van de huidige bedrijfsvoering. |
4.6.2 | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen ingeval van bedrijfsbeëindiging, naar de bestemming ‘Wonen’ voor de bouw van extra woningen (ruimte-voor-ruimte woningen), waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: |
a. | nieuwbouw mag alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit van het gebied verbetert; |
b. | er mag geen aantasting plaatsvinden van de bestaande of te ontwikkelen bijzondere waarden op en in de directe omgeving van het perceel; |
c. | het aantal woningen mag na wijziging niet meer dan vier bedragen, waarbij geldt dat voor elke woning 1.000 m² bedrijfsbebouwing is gesloopt en deze gebouwen zijn gebouwd voor 1 januari 2003; |
d. | indien sprake is van sloop op meerdere percelen dient per perceel minimaal 250 m² bebouwing te worden gesloopt; |
e. | op het perceel dient alle (voormalige) bedrijfsbebouwing te zijn gesloopt; |
f. | de bestaande bedrijfswoning mag worden omgezet in ‘Wonen’, deze woning telt mee voor het totale aantal toegestane woningen; |
g. | de inhoud van de extra woningen mag niet meer bedragen dan 1000 m³ per woning; |
h. | de extra woning moet voldoen aan het gestelde onder de bestemming ‘Wonen’; |
i. | het gebruik als woondoeleinden moet aanvaardbaar zijn vanuit een goed woonmilieu en er mogen als gevolg van de wijziging geen (milieuhygiënische) belemmeringen ontstaan met betrekking tot het functioneren van omliggende (agrarische) bedrijven. |
4.6.3 | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen ten behoeve van vormverandering van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: |
a. | de oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot; |
b. | de vormverandering moet noodzakelijk zijn vanuit bedrijfseconomisch oogpunt; |
c. | de gebruiksmogelijkheden, overeenkomstig de bestemmingen op naastgelegen percelen, mogen niet onevenredig worden aangetast. |
4.6.4 | Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bepaalde onder 4.1 onder b te verwijderen uit dit artikel zodra de bedrijfsmatige activiteiten die vallen onder milieucategorie 3 en 4 ter plaatse zijn beëindigd. |