Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1892.BpTweemansWVMKP-On01

Artikel 28 Algemene aanduidingsregels

 
28.1
Vrijwaringszone - molenbiotoop
28.1.1
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
  
28.1.2
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuwe bouwwerken op de in 28.1.1 bedoelde gronden:
a.
tot 100 meter uit de as van de molen niet meer bedragen dan de molen waartoe de molenbiotoop behoort;
b.
tussen 100 meter en 400 meter uit de as van de molen: de maximale hoogte zoals die mogelijk is op grond van de onderstaande berekening:
Hx = X/50 + (0,2 x z)

Daarbij zijn de variabelen als volgt gedefinieerd:
Hx = toegestane hoogte van een obstakel op afstand x
X = afstand van het obstakel tot de betreffende molen;
z = de askophoogte van de betreffende molen;

een en ander met dien verstande, dat de ingevolge de onderliggende bestemming maximaal toegestane hoogte niet mag worden overschreden.
c.
indien voor gronden meer dan één molenbiotoop van toepassing is, is de hoogte van de laagste molen maatgevend.
  
28.1.3
In afwijking van het bepaalde in 28.1.2 geldt dat, voor zover de bouwhoogte van een bestaand bouwwerk hoger is dan op grond van het bepaalde onder a of b is toegestaan, de bouwhoogte van het nieuwe bouwwerk dat wordt gebouwd ter plaatse van het bestaande bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het bestaande bouwwerk.
  
28.1.4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 28.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van desbetreffende afdeling van de provincie.
  
28.2
Vrijwaringszone – straalpad
 
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone – straalpad’ mag, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte.
  
28.3
Veiligheidszone - lpg
 
In aanvulling op het bepaalde in deze regels gelden voor de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' de volgende beperkingen:
a.
een bestaande risicovolle inrichting binnen de veiligheidszone mag worden voortgezet of worden gewijzigd, mits de plaatsgebonden risicocontour van PR 10 -6/jaar van die inrichting valt binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone en op voorwaarde, dat de plaatsgebonden risicocontour van PR 10-6 /jaar niet wordt vergroot of wordt gewijzigd;
b.
binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht.