direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Moordrecht Buiten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMoordrechtBuiten-Va01

5.5 Externe veiligheid

Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico's op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico's zoveel mogelijk beperkt.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico's ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen. Het wettelijk kader voor de risico's ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008).

5.5.1 Plaatsgebonden risico (PR)

Als 'harde' afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd.

5.5.2 Groepsrisico (GR)

Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als norm voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld.

5.5.3 Onderzoek

Ter voorbereiding van onderhavig bestemmingsplan is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn.

Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen. Bij dit advies is de 'Visie Externe Veiligheid' (hierna te noemen Visie EV) van de gemeente Zuidplas betrokken, welke in de raadsvergadering van 19 april 2011 is vastgesteld.

5.5.3.1 Inrichtingen

Nabij het plangebied zijn geen risicorelevante bedrijven aanwezig. Binnen het plangebied gelden de volgende bedrijven als risicorelevant.

Van Gennep Autowascentrum, LPG tankstation

De oprichtingsvergunning van dit bedrijf dateert van september 2002. Het gaat om een autowascentrum met tankstation. In de vergunning is ook de verkoop van LPG opgenomen. In oktober 2004 is het Bevi van kracht geworden, waarmee een duidelijke koppeling is gelegd tussen veiligheid en ruimtelijke ordening. In verband hiermee is in 2006 de vergunning ambtshalve gewijzigd om de maximale doorzet per jaar vast te leggen. Voor dit LPG tankstation is een doorzet vastgelegd tot max. 1.000 m3 per jaar.

Plaatsgebonden risico

De aan te houden afstanden in verband met het plaatsgebonden risico voor nieuwe situaties (waaronder een nieuw bestemmingsplan, ook als het conserverend is) zijn weergegeven in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). Deze regeling zal naar verwachting in juli 2013 wijzigen. In onderstaande tabel 5.5 zijn de afstanden van de huidige en de nieuwe regelgeving weergegeven.

regelgeving   Doorzet (m3) per jaar   Afstand (m) vanaf vulpunt   Afstand (m) vanaf ondergronds reservoir   Afstand (m) vanaf afleverzuil  
huidige   < 1.000   45   25   15  
nieuw   < 1.000   35   25   15  

Tabel 5.5: PR 10-6 contouren LPG tankstations volgens het huidige en nieuwe Revi (nieuwe situaties)

Binnen de afstand van 35 meter zijn 3 objecten van derden gelegen. Het gaat om Ambachtweg 2 en 4 en het bedrijvenverzamelgebouw aan de overzijde van de Ambachtweg. Het gaat hierbij om beperkt kwetsbare objecten. Ten opzichte van beperkt kwetsbare objecten gelden PR 10-6 contouren als richtwaarde. Omdat dit LPG tankstation reeds bestond op het moment dat het Bevi van kracht is geworden (okt. 2004) wordt deze (beperkte) afwijking van de richtwaarde aanvaardbaar geacht.

Omdat een kantoor groter dan 1.500 m2 een kwetsbaar object is volgens het Bevi worden in onderhavig bestemmingsplan kantoren groter dan 1.500 m2 binnen de PR 10-6 contouren uitgesloten.

Groepsrisico

Voor LPG tankstations geldt een invloedsgebied van 150 meter vanaf het vulpunt en ondergrondse opslagtank. Deze invloedsgebieden zijn weergegeven in onderstaande figuur 5.3. Uit risicoberekeningen voor het LPG tankstation blijkt dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde is gelegen.

Recreatiepark Poldertuin/ 't Vissertje

De huisjes op dit recreatiepark maken gebruik van propaangas afkomstig uit een propaantank welke vooraan op het terrein is gelegen (aanduiding 2 in onderstaande figuur 5.3). Het gaat om een propaantank van 20 m3. Inrichtingen die gebruik maken van een propaantank met een inhoud van meer dan 13 m3 vallen onder het Bevi. Dat betekent dat er vanuit ruimtelijke ordening (in dit geval het vaststellen van een bestemmingsplan) getoetst moet worden aan het plaatsgebonden risico en groepsrisico.

Plaatsgebonden risico

Uit een indicatieve risicoberekening van de ODMH blijkt dat de PR 10-6 contour 80 meter bedraagt. Het risico wordt voornamelijk veroorzaakt door de tankwagen en de vulactiviteiten. Formeel hoeft binnen de eigen inrichting (het recreatiepark) geen rekening gehouden te worden met deze risicoafstanden. De PR 10-6 contour valt voor een gedeelte buiten de inrichting. Binnen deze contouren zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen.

Groepsrisico

Het groepsrisico in verband met de propaantank is, in overleg met de beheerder, gasleverancier en de Veiligheidsregio in het kader van het bestemmingsplan inzichtelijk gemaakt. Aangezien onderhavig plan een conserverend bestemmingsplan betreft zal het groepsrisico niet toenemen. De Veiligheidsregio adviseert ten aanzien van bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen en zelfredzaamheid het volgende:

  • Onderzoeken van de mogelijkheden voor een betere bereikbaarheid van de recreatieparken Poldertuin/'t Vissertje en Klein Moordrecht;
  • Creëren van een goede vluchtweg, waarbij de aanwezige personen van de risicobron af kunnen vluchten. Hierbij is de dijk aan de achterzijde van het park cruciaal als vluchtroute en dient dan ook bij een calamiteit onbelemmerd gebruikt te kunnen worden;
  • Zorgen voor een goede bluswatervoorziening in combinatie met goede bereikbaarheid op de recreatieparken Poldertuin/'t Vissertje en Klein Moordrecht;
  • Onderzoeken of het mogelijk is het vulpunt van de propaantankauto verder van de recreatieparken te plaatsen. Of de mogelijkheid van aansluiting op het aardgasnet onderzoeken;
  • Opstellen van een ontruimingsplan, met een duidelijke communicatie naar de bewoners, en dit plan regelmatig te oefenen.

Recreatiepark IJsseldreef

Dit park beschikt over een propaantank van 13 m3. Hiermee valt deze inrichting niet onder het Bevi (alleen van toepassing op propaantanks > 13 m3). Propaantanks die niet groter zijn dan 13 m3 vallen onder het Activiteitenbesluit. Conform het Activiteitenbesluit (art. 3.28) moet een afstand van 25 meter worden aangehouden ten opzichte van buiten de inrichting gelegen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Aan deze afstand wordt niet voldaan, omdat er recreatiewoningen (kwetsbare objecten, permanente bewoning op grond van een afgegeven gedoogbeschikking uit het verleden) van het naastgelegen park (Poldertuin) aanwezig zijn binnen deze contour. In het kader van handhaving Activiteitenbesluit wordt deze situatie verder behandeld.

5.5.4 Transport van gevaarlijke stoffen over de weg
5.5.4.1 Rijksweg A20

Ten noordwesten van het plangebied is op 1250 meter afstand de Rijksweg A20 gelegen. Op een dergelijke afstand speelt alleen het toxisch scenario. Bij nieuwbouw binnen het plangebied wordt geadviseerd om deze uit te voeren met afschakelbare ventilatie, zodat toxisch gas niet naar binnen kan worden gezogen.

5.5.4.2 N456

Ten noordwesten van het plangebied is op 650 meter afstand de N456 gelegen. Over deze weg worden alleen brandbare vloeistoffen en brandbare gassen vervoerd. Het plangebied is buiten het invloedsgebied van deze weg gelegen.

5.5.5 Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor

Ten noordwesten van plangebied, op 1.100 meter afstand, is het spoor Rotterdam – Utrecht gelegen. Over deze spoorlijn worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. Op een dergelijke afstand speelt alleen het toxisch scenario. Bij nieuwbouw binnen het plangebied wordt geadviseerd om deze uit te voeren met afschakelbare ventilatie, zodat toxisch gas, na uitschakeling niet naar binnen kan worden gezogen.

5.5.6 Transport van gevaarlijke stoffen per buisleiding
5.5.6.1 Gasleiding

Ten zuidwesten van het plangebied is op 450 meter op afstand, een hogedruk aardgasleiding (W 521-18) gelegen. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van de gasleiding en deze vormt dus geen belemmering voor het plangebied.

5.5.6.2 Brandstofleiding

Door het plangebied loopt een brandstofleiding van Defensie (in groen weergegeven in onderstaande figuur 5.3). Door deze brandstofleiding worden uitsluitend K2 en K3 vloeistoffen getransporteerd. Uit onderzoek blijkt dat bij buisleidingen waardoor uitsluitend K2 en K3 vloeistoffen worden getransporteerd er geen sprake is van een PR 10-6 contour. Ter hoogte van het plangebied is de personendichtheid nabij de gasleiding (binnen 30 meter) dermate laag dat er geen sprake is van groepsrisico.

5.5.7 Transport over het water

Het plangebied valt voor een deel over de Hollandsche IJssel. In het 'Definitief ontwerp Basisnet Water', (januari 2008) is de Hollandsche IJssel als 'groene vaarweg' aangeduid. Voor ruimtelijke ontwikkelingen nabij groene vaarwegen geldt dat er geen beperkingen zijn ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Ook is er geen verantwoording van het groepsrisico nodig.

Op onderstaande figuur 5.3 zijn de voor EV relevante risicobronnen met hun eventuele contouren aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BpMoordrechtBuiten-Va01_0007.png"

Figuur 5.3: EV tekening Moordrecht Buiten, rood PR 10-6 contouren, blauw GR contouren, groen brandstofleiding Defensie

5.5.8 Conclusie ten aanzien van plan

In het kader van het bestemmingsplan Moordrecht Buiten heeft de gemeente advies aangevraagd bij de Veiligheidsregio Hollands Midden (zie Bijlage 2) en een verantwoording van het groepsrisico opgesteld in verband met het LPG tankstation en propaantank op het recreatiepark Poldertuin/ 't Vissertje (zie Bijlage 3).