direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Moordrecht Buiten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMoordrechtBuiten-Va01

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is een zendmast met een maximale bouwhoogte van 20 meter ;
  • c. (ondergrondse) afvalinzamelpunten;

met de daarbij behorende:

  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. voorzieningen van openbaar nut;
  • f. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. objecten van beeldende kunst;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. kunstwerken.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

7.2.2 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
    • 2. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 m²;
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van speelvoorzieningen bedraagt maximaal 3 meter;
  • b. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de hoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 5 meter;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 meter.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 voor het bouwen van bergingen bij een woonschepenligplaats ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' en ter hoogte van de aanduiding 'woonschepenligplaats' met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de bergingen maximaal 12 m² mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een berging maximaal 2,5 meter mag bedragen.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 26 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. een jongerenontmoetingsplaats.