Plan: | Hooge Veenen 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01 |
Agrarisch - glastuinbouw
Gebruik
De gronden aan de Albert van 't Hartweg 23 t/m 27 hebben de bestemming 'agrarisch - glastuinbouw' gekregen. Deze gronden mogen gebruikt worden ten behoeve van volwaardige tuinbouwbedrijven en sierteeltbedrijven voor alle typen glastuinbouwteelt en ondergeschikte productiegebonden detailhandel. Aanwezige bedrijfswoningen zijn specifiek aangeduid. Daarnaast mogen de gronden gebruikt worden ten behoeve van gietwaterbassins en overige waterberging, waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen van algemeen nut, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, groen, water en kunstwerken.
Bouwen
Met uitzondering van de glasopstallen zelf, dienen gebouwen binnen het opgenomen bouwvlak geplaatst te worden. Maximaal 80% van het bouwvlak mag bebouwd worden tot een maximale bouwhoogte van 10 meter. Daarnaast zijn er minimaal aan te houden afstanden voor bedrijfsgebouwen tot perceelsgrenzen en watergangen voorgeschreven.
Buiten de bouwvlakken mogen de gronden voor maximaal 80% bebouwd worden ten behoeve van kassen en andere opstallen van glas. De maximale bouwhoogte van glas bedraagt 6 meter.
Het plan voorziet in twee afwijkingbevoegdheden, waarmee onder voorwaarden bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak mogelijk gemaakt worden en waarmee mantelzorg mogelijk gemaakt wordt.
Voor de gronden is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee de bestemming gewijzigd kan worden ten behoeve van bedrijven. Waar deze wijzigingsbevoegdheid aan dient te voldoen is uitgeschreven in artikel 19.
Bedrijf
Gebruik
Het overgrote deel van de gronden binnen het plangebied heeft de bestemming 'bedrijf' gekregen. Daarbij is een zonering aangebracht, welke recht doet aan de gebruiksrechten uit het nu geldende plan. Aan de kant van de Eerste Tochtweg en de Albert van 't Hartweg zijn, door de aanwezigheid van woningen, bedrijven met een maximale milieucategorie 3.1 toegestaan. In het tussenliggende gebied zijn bedrijven met een maximale milieucategorie 4.1 toegestaan. De gronden, gelegen achter de woningen aan de Eerste Tochtweg 18 t/m 22a mogen gebruikt worden ten behoeve van bedrijven met een milieucategorie 3.2. In paragraaf 6.1 is nader uitgelegd hoe deze zonering tot stand is gekomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', 'bedrijf tot en met categorie 3.2' en 'bedrijf tot en met categorie 4.1' zijn bedrijven toegestaan, welke vermeld staan in de categorieën 1 tot en met 3.1, respectievelijk 1 tot en met 3.2, respectievelijk 1 tot en met 4.1.
Onder voorwaarden (middels een afwijkingsbevoegdheid) is er een mogelijkheid om op het terrein één of meerdere congrescentra en/of zalenverhuur toe te staan. In totaal mag er maximaal 5.000 m2 ten behoeve van deze functie gerealiseerd worden.
Daarnaast voorziet het plan in twee afwijkingbevoegdheden, waarmee onder voorwaarden afgeweken kan worden van de staat van bedrijfsactiviteiten en waarmee mantelzorg mogelijk gemaakt wordt.
Bouwen
Gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken opgericht worden. Op de verbeelding is het maximale bebouwingspercentage opgenomen.Daarbij is aangesloten bij de bestaande rechten. Voor het overgrote deel van het terrein betekent dit dat maximaal 75% van het perceel, vallend binnen het bouwvlak, bebouwd mag worden. Het plan biedt met een afwijkingsbevoegdheid (dus onder voorwaarden) de mogelijkheid om het bebouwingspercentage te verhogen naar maximaal 90%. Voor het perceel, gelegen achter Eerste Tochtweg 18 t/m 22 a geldt een maximum bebouwingspercentage van 90%.
Op de verbeelding is de maiximaal toegestane bouwhoogte opgenomen. Voor een groot deel mag bebouwing maximaal 9 meter hoog zijn. Het plan biedt met een afwijkingsbevoegdheid (dus onder voorwaarden) de mogelijkheid om de bouwhoogte te verhogen naar 15 meter. Voor de bebouwing langs de A20, waarvan de voorzijde van de panden naar de A20 gericht zijn, zijn hoogteaccenten tot 15 meter hoog toegestaan. Er zijn een aantal bedrijven die deze hoogteaccenten al hebben. De hoogteaccenten dragen bij aan het representatieve karakter van het terrein.
Groen
Gebruik
De gronden met de bestemming groen zijn bestemd voor groenvoorzieningen. Daarnaast mogen de gronden gebruikt worden ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzamelpunten, fiets- en voetpaden, voorzieningen van openbaar nut, waterlopen en waterpartijen, objecten van beeldende kunst, speelvoorzieningen, tuinen en kunstwerken.
Bouwen
Op of in de gronden mogen gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming. In de regels zijn hiervoor diverse maatvoeringen voor opgenomen.
Tuin
Gebruik
De gronden voor de voorgevels van de woningen hebben de bestemming tuin gekregen. Deze gronden mogen gebruikt worden als tuin, water, toegangspaden en in- en uitritten en parkeervoorzieningen.
Bouwen
Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Voor wat betreft bebouwing zijn erkers toegestaan over een breedte van maximaal 50% van de voorgevel en/of de zijgevel. De bouwhoogte van deze ereker bedraagt de eerste volledige bouwlaag vermeerderd met 0,25 m¹, met een maximum van 4 m1. De diepte van een aan- en/of uitbouw bedraagt maximaal 25% van de diepte van de gronden met de bestemming 'tuin', met een maximum van 1 m¹.
Verkeer 1
Gebruik
Binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan ligt een deel van de A20. De rijksweg heeft de bestemming 'verkeer – 1' gekregen. Naast het gebruik als snelweg zijn ook de volgende functie toegestaan: bermen, bruggen, viaducten, geluidsschermen, voorzieningen van openbaar nut, water, waterstaatsdoeleinden, oevervoorzieningen en kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
Bouwen
Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is per type bouwwerk gespecificeerd in de regels.
Verkeer 2
Gebruik
De overige wegen en straten hebben de bestemming 'verkeer – 2' gekregen. Ook het gebruik ten behoeve van fiets- en voetpaden, ongebouwde parkeervoorzieningen, in- en uitritten, voorzieningen van openbaar nut, water, waterstaatsdoeleinden, oevervoorzieningen en kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw is toegestaan.
Bouwen
Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is per type bouwwerk gespecificeerd in de regels.
Water
Gebruik
Alle waterpartijen hebben de de bestemming 'water' gekregen. De 'gronden' binnen deze bestemming mogen gebruikt worden ten behoeve van water, vaarwater, natuurvriendelijke oevers (of overbeschoeiing) water, waterstaatsdoeleinden, oevervoorzieningen en kunstwerken (ten behoeve van weg- en waterbouw).
Deze gronden mogen gebruikt worden ten behoeve van groen, natuurvriendelijke oevers (of overbeschoeiing), water, waterstaatsdoeleinden, oevervoorzieningen en kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
Bouwen
Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is per type bouwwerk gespecificeerd in de regels.
Wonen
Gebruik
De woningen, welke geen relatie hebben met de achterliggende bedrijven hebben in het bestemmingsplan de bestemming wonen gekregen. Naast wonen mogen deze gronden ook gebruikt worden voor aan-huis-verbonden beroepen, woongroepen, tuinen, bijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, speeltoestellen, water en kunstwerken.
Het plan voorziet in een afwijkingsbevoegdheid om onder voorwaarden ook aan-huis-verbonden bedrijven en mantelzorg toe te staan.
Het plan voorziet in een wijzigingsbevoegdheid om onder voorwaarden, de bestemming wonen te wijzigingen in de bestemming 'bedrijf'. De belangrijkste voorwaarde die gesteld is, is dat er uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorie met een milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan. Voor de overige voorwaarden wordt verwezen naar de regels.
Bouwen
Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Hoofdgebouwen dienen binnen de aangegeven bouwvlakken gerealiseerd te worden. Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten de bouwvlakken opgericht worden, mits ze voldoen aan de opgenomen regeling.
Het plan voorziet in een afwijkingsbevoegdheid om onder voorwaarden een dakopbouw mogelijk te maken. Daarnaast is er een mogelijkheid om ten behoeve van mantelzorg extra bijbehorende bouwwerken, onder voorwaarden, mogelijk te maken.
Leiding - gas (dubbelbestemming)
Aan de noord-oostkant van het plangebied ligt een hogedruk gasleiding (8”- 40 bar) van de Nederlandse Gasunie. Op de verbeelding is de belemmeringenstrook opgenomen. Binnen deze strook mogen geen nieuwe bouwwerken opgericht worden uit oogpunt van veiligheid. Het bevoegd gezag kan, nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder, van dit bouwverbod afwijken.
Binnen de belemmeringsstrook mogen er ook geen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uitgevoerd worden zonder een omgevingsvergunning (te denken aan o.a. het aanleggen van verharding of het verrichten van bodenwerkzaamheden). Voor het verrichten van normale onderhoudswerkzaamheden aan de gasleiding is het verkrijgen van een omgevingsvergunning niet nodig.
Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)
Gebruik
Uit de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart blijkt dat delen van het plangebied een hoge of een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. Bouwactiviteiten kunnen die waarden verstoren, zodat deze activiteiten niet zonder meer zijn toegestaan in deze gebieden. Deze bescherming vindt plaats door middel van de dubbelbestemmingen 'Waarde – Archeologie' en 'Waarde – Archeologie 1'. Deze bestemming geldt primair voor de onderliggende bestemmingen.
Bouwen
In de gebieden waar de archeologische waarde wordt verwacht, is een beschermingsregime van toepassing. Indien bebouwing wordt gerealiseerd waarbij de diepte van het regime en de oppervlakte van het regime niet worden overschreden, kan de bebouwing zonder voorwaarden plaatsvinden. Indien er sprake is van overschrijding van de, in het regime, vastgelegde maximale diepte en maximale oppervlakte kunnen voorwaarden gesteld worden aan de omgevingsvergunning, zoals het treffen van technische maatregelen, het verplichten tot het doen van opgravingen of het instellen van begeleiding door een deskundige. Voordat de werkzaamheden van start gaan, zal er een omgevingsvergunning (aanlegvergunning) verkregen moeten zijn.
Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen (1 en 2) (gebiedsaanduiding)
De gronden binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen-1 en 2' zijn, naast de voor die gronden van toepassing zijnde basisbestemming en andere dubbelbestemmingen – tevens aangewezen om de vestiging van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten tegen te gaan. Nieuwe (beperkt) kwatsbare objecten zijn slecht onder voorwaarden toegestaan: het groepsrisico moet worden berekend en er een verantwoording van het groepsrisico wordt opgesteld en het college wint voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, schriftelijk advies in bij de brandweer en de wegbeheerder ten aanzien van de externe veiligheidsrisico's.
Vrijwaringszone - weg (gebiedsaanduiding)
De gronden aangrenzend aan de A20 hebben een gebiedsaanduiding ' vrijwaringszone - weg' gekregen. Op deze gronden mogen geen andere bouwwerken worden gebouwd dan bouwwerken ten behoeve van het wegverkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de bouw van bouwwerken, die zijn toegestaan op basis van de aan de gronden gegeven bestemming, gebruik maken van een afwijkingsbevoegdheid mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer. Daartoe wordt vooraf advies ingewonnen bij de wegbeheerder.