direct naar inhoud van 7.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Hooge Veenen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01

7.2 Archeologie en cultuurhistorie

7.2.1 Monumentenwet

De huidige juridische basis voor het omgaan met archeologische waarden is vastgelegd in de Monumentenwet uit 1988. De Provincie Zuid-Holland en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurhistorie en Monumenten (RACM) hebben voor wat betreft het aspect archeologie, formeel een adviserende en toetsende rol op basis van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens de Monumentenwet 1988 moeten (toevals) vondsten worden gemeld bij de burgemeester. Deze verwittigt het Rijk. In 1998 is het Verdrag van Valletta door de Staten Generaal geratificeerd. Het verdrag is geïmplementeerd door inwerkingtreding van de Wet op dologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Uitgangspunt is dat 'de veroorzaker betaalt'.

7.2.2 Gemeentelijke beleidsnota archeologie

Op 23 november 2010 heeft de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas de gemeentelijke beleidsnota archeologie vastgesteld. Aanleiding is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Deze wet, die op 1 september 2007 van kracht is geworden, geeft aan dat de gemeente inzicht dient te hebben in de (te verwachten) archeologische waarden binnen haar grondgebied. Tevens is het voor de gemeente gewenst om bij geplande bodemingrepen en wijzigingen in bestemmingsplannen de archeologie al in een vroeg stadium bij de planvorming te kunnen betrekken. Hiertoe is het formuleren van een gemeentelijk archeologiebeleid essentieel.

Voor het gehele grondgebied van de gemeente is een archeologische inventarisatie uitgevoerd en vervolgens een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld. Op de verwachtingskaart staan naast de reeds bekende archeologische waarden ook de te verwachte archeologische waarden in de vorm van zones met een bepaalde trefkans. Hiermee wordt een beeld verkregen waar archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig kunnen zijn. Voor de verschillende archeologische verwachtingswaarden is een archeologiebeleid opgesteld. De archeologische beleidsadvieskaart is afgeleid uit de archeologische verwachtingskaart, waarbij de beleidsadviezen in de legenda zijn opgenomen.

De archeologische verwachtingswaarden in de gemeente zijn bepaald door een koppeling te maken tussen de landschapskenmerken en de bekende archeologische waarden om vervolgens elke archeolandschappelijke eenheid om te zetten in een archeologische verwachting. De aanwezigheid van een bepaald landschapstype zegt immers veel over de oorspronkelijke hoogteligging, ontwatering en bodemvruchtbaarheid; drie factoren die bij de locatiekeuze van nederzettingen en akkers in het verleden een belangrijke rol speelden. Er is rekening gehouden met meerdere archeologische niveaus vanwege het aanwezige gelaagde landschap. De bekende archeologische en historische waarden zijn op de verwachtingskaart opgenomen, omdat in de directe omgeving archeologische resten in de bodem aanwezig kunnen zijn. De informatie over de op de verwachtingskaart opgenomen bodemverstoringen is afkomstig van het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) en van de gedetailleerde bodemkaarten. De verwachtingswaarden zijn opgesplitst naar archeologische perioden en diepteligging.

Archeologische beleidsadvieskaart

De archeologische beleidsadvieskaart betreft een versimpeling van de archeologische verwachtingskaart waarin het beleidsadvies per kaarteenheid wordt vermeld. Dit heeft geleid tot een archeologische beleidsadvieskaart met schaal 1:10.000 (bijlage 2) waarbij in ieder geval tot op perceelniveau zichtbaar is welke archeologische verwachting er geldt voor een bepaald terrein. De kaart is afgedrukt op A0-formaat (schaal 1:15.000). De beleidsadvieskaart bestaat uit de volgende kaartlagen:

  • 1. Terreinen waar archeologische resten al zijn vastgesteld, inclusief beleidsadvies:
  • archeologische rijksmonumenten (0 m2 en 0 cm vrijstelling)
  • overige AMK-terreinen (30 m2 en 30 cm vrijstelling)
  • gemeentelijke monumenten (30 m2 en 30 cm vrijstelling)
  • 2. Archeologische verwachtings- en beleidsadvieslaag:
  • zones met een zeer hoge archeologische verwachting (50 m2 en 30 cm vrijstelling)
  • zones met een hoge archeologische verwachting (100 m2 en 30 cm vrijstelling)
  • zones met een middelhoge archeologische verwachting (250 m2 en 30 cm vrijstelling)
  • zones met een lage archeologische verwachting (0,5 ha en 30 cm vrijstelling)

Het beleidsadvies is opgesplitst in twee diepteniveaus, namelijk voor ingrepen tot 3 meter beneden maaiveld en ingrepen dieper dan 3 meter. Het dieptebereik van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart bedraagt circa 15 meter beneden maaiveld.

  • Terreinen waar de eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk zijn verstoord of opgeruimd door bodemingrepen in het verleden. Aangezien veelal onduidelijk is tot hoe diep de bodemverstoringen hebben plaatsgevonden, is niet bekend of hierdoor de eventueel aanwezige archeologische laag verstoord is. Derhalve zijn de zones met bodemverstoringen met een arcering over de verwachtingszones aangegeven. Indien in deze gebieden archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd dient getoetst te worden of de mogelijk aanwezige archeologische niveaus al dan niet reeds verstoord zijn. Aan de hand daarvan kan bepaald worden of archeologisch onderzoek al dan niet noodzakelijk is.
  • Terreinen waar in het verleden reeds archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Voor zones die reeds archeologisch zijn onderzocht, wordt geadviseerd om te beoordelen wat de diepte, omvang en steekproefgrootte (boordichtheid) van het archeologisch onderzoek is geweest. Op basis daarvan kan bepaald worden of archeologisch onderzoek al dan niet noodzakelijk is.

De archeologische beleidsadvieskaart heeft geresulteerd in een archeologische verwachtingskaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01_0006.png"

Consequentie plangebied

Binnen het plangebied zijn gronden met een hoge en een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde aanwezig. Ter bescherming van deze waarden hebben deze gronden in het bestemmingsplan een dubbelbestemming gekregen. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden is uitsluitend na het verkrijgen van een aanlegvergunning (omgevingsvergunning) mogelijk.