direct naar inhoud van Artikel 13 Lintzone
Plan: Zuidplas West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00201-On02

Artikel 13 Lintzone

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Lintzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor :

  • a. bestaande bedrijfs- en/of woningen:
    • 1. met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen / (open) erven, brandgangen, in- en uitritten;
    • 2. in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden beroepsmatige activiteiten door de hoofdbewoner(s) van het hoofdgebouw tot maximaal 70 m²;
  • b. bestaande bedrijven c.q. het uitoefenen van bestaande bedrijfsactiviteiten mits legaal, met dien verstande dat:
    • 1. uitgezonderd zijn glastuinbouw en agrarische bedrijven, voor zover de gronden direct grenzen aan een uit te werken bestemming;
    • 2. het bedrijf/de bedrijfsactiviteit behoort tot milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 3, dan wel het een bedrijf/bedrijfs-activiteit betreft die niet is vermeld in de Lijst van bedrijfsactiviteiten, maar naar aard en invloed vergelijkbaar is met de in bijlage 3 genoemde bedrijven en bedrijfsactiviteiten;
  • c. bestaande woon-werk combinaties mits legaal, waarbij het bedrijf/de bedrijfsactiviteit behoort tot milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 3;
  • d. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle structuur van de lintzone (lint- en/of laanstructuur);

alsmede ook voor:

  • e. het behoud en inpassing van het rijksmonument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – rijksmonument';
  • f. het behoud en inpassing van het gemeentelijk monument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument';
  • g. toegangs- en ontsluitingswegen, woonstraten, fiets- en voetpaden, in- en uitritten;
  • h. (boven – en ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • i. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende;

  • m. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • n. tuinen, gazons, erven en terreinen;
  • o. verhardingen;
  • p. bermen, bermsloten en greppels;
  • q. beplanting, oeverbeschoeiingen en overige groen;
  • r. straatmeubilair;
  • s. bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers, overige kunstwerken, (infiltratie)voorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming;

met uitzondering van:

  • t. risicovolle inrichtingen, die niet zijn toegestaan;
  • u. verkooppunten voor motorbrandstoffen, die niet zijn toegestaan.

13.2 Dubbelbestemmingen

De voor 'Lintzone' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 21;
  • b. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterloop' de bescherming en instandhouding van de watergang als bedoeld in artikel 22.

13.3 Bouwregels
13.3.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 13.3.1 tot en met 13.3.5 tenzij de situatie op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan afwijkend is. In dat geval is de bestaande legale situatie, met daarbij behorende maximale maatvoeringen, van toepassing;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

13.3.2 Woningen met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de woning inclusief aan- en uitbouwen alsmede aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud van de woning bedraagt, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en exclusief vrijstaande bijgebouwen en overkappingen, maximaal 750 m³;
  • c. met inachtneming van het bepaalde in sub b dienen de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gebouwd te worden op tenminste 3 meter afstand uit de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte van de woning bedraagt maximaal 7 meter;
  • e. de bouwhoogte van de woning bedraagt maximaal 10 meter;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen en overkappingen per woning bedraagt maximaal 70 m², met uitzondering binnen de bouwaanduiding 'bijgebouwen' waar ter plaatse maximaal 200 m² aan bijgebouwen mag worden gebouwd;
  • g. de goothoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 30 centimeter en de bouwhoogte maximaal 5 meter;
  • h. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • i. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5,50 meter.

13.3.3 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen mogen alleen worden gesitueerd / gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 10 meter;
  • c. het gezamenlijk oppervlak aan bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak mag maximaal 10% meer bedragen dan het bestaande oppervlak op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • d. de bedrijfsgebouwen moeten worden gebouwd op minimaal 5 meter achter de voorgevel(rooilijn) van de woning op het betreffende bouwperceel;
  • e. de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen en de afstand tussen bedrijfsgebouw en woning dient minimaal 2,50 meter te bedragen.

13.3.4 Gebouwen van algemeen nut
  • a. gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen mogen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 25 m².

13.3.5 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen bouwwerken zijnde vóór de voorgevel en tot 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde vanaf 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal bedraagt maximaal 3 meter.

13.4 Gebruiksregels (aanpassing conform uitspraak RvSt 200907207/1/R1)

(aanpassing conform uitspraak RvSt 200907207/1/R1)

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend:

  • a. de uitoefening van handel (inclusief detailhandel), nijverheid en dienstverlening (zoals kantoren, horeca, administratieve en publieksgerichte dienstverlening) behoudens de makelaarsactiviteiten op het perceel eerste Tochtweg 76, een aan-huis verbonden beroep of aan-huis-verbonden beroepsmatige activiteit in een woning daaronder niet begrepen als bedoeld in 13.1, sub a, onder 2;
  • b. bedrijven en bedrijfsactiviteiten anders dan bedoeld 13.1, sub b en sub c;
  • c. een risicovolle inrichting, inclusief propaantanks;
  • d. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • e. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn en tot 3 meter erachter;
  • f. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • h. seksinrichtingen;
  • i. opslag en verkoop van vuurwerk.
  • j. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).

13.5 Ontheffing ander gebruik
13.5.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd zijn om ontheffing te verlenen van het bepaalde in 13.1. sub b en sub c voor de vestiging c.q. uitoefening van bedrijven/bedrijfsactiviteiten die niet zijn vermeld in de Lijst van bedrijfsactiviteiten, maar naar aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in 13.1, sub b en sub c genoemde bedrijven en bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling betrokken dienen te worden: geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, gevaar, het al dan niet continue karakter van de activiteit, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water alsmede de verkeersaantrekking.

13.5.2 Advies

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting wordt voorafgaande aan het verlenen van ontheffing advies ingewonnen bij de Milieudienst Midden Holland.

13.6 Wro - wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), bevoegd het bepaalde in 13.1 sub b, onder 1, te wijzigen door glastuinbouw- en agrarische bedrijven niet meer toe te staan in de bestemming 'Lintzone' of bepaalde delen van de bestemming 'Lintzone', indien vast staat dat op de aangrenzende percelen geen agrarische- of glastuinbouwactiviteiten meer plaatsvinden c.q. de op deze percelen rustende bestemming 'Agarisch-Gastuinbouw' is gewijzigd in een andere bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 41 van dit bestemmingsplan.