direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Zuidplas Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00200-On02

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en (verdere) ontwikkeling van een ecologische verbindingszone met natuurwaarden alsmede het behoud, de bescherming en het herstel ervan;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. watergangen en waterpartijen met natuurvriendelijke oevers, plas- en draszones en poelen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. bruggen en overige kunstwerken;
  • f. in- en uitritten;
  • g. voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie;
  • h. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;

met de daarbij behorende:

  • i. bermen, bermsloten en greppels;
  • j. verhardingen;
  • k. (boom)beplanting en overig groen;
  • l. dammen en/of duikers;
  • m. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

6.2 Dubbelbestemmingen

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' de bescherming en veiligstelling van een ondergrondse DPO-brandstofleiding als bedoeld in artikel 26;
  • b. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding – Gas' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding als bedoeld in artikel 27;
  • c. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Rivierwatertransport' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse watertransportleiding als bedoeld in artikel 28;
  • d. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 29;
  • e. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterloop' de bescherming en instandhouding van de watergang als bedoeld in artikel 31.

6.3 Inrichtingsregel

Bij de inrichting van de ecologische zone wordt rekening gehouden met de eisen vanuit het provinciaal beleid ten aanzien van de inrichting van ecologische verbindingszones.

6.4 Bouwregels
6.4.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 6.4.1 tot en met 6.4.2;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

6.4.2 Bouwwerken
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 15 m².

6.5 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, en storten of lozen van mest en/of andere landbouwproducten;
  • d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).

6.6 Aanlegvergunning
6.6.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, ter bescherming van de gerealiseerde, te behouden of te herstellen ecologische waarden en natuurwaarden.

In elk geval is een aanlegvergunning verplicht voor:

  • het aanleggen, verharden of halfverharden van wegen of paden;
  • het verwijderen van houtopstanden;
  • het ophogen, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem;
  • het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie,- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • het graven, dempen of afdammen van sloten, het aanleggen van drainage, het aanbrengen van kades of het verwijderen ervan dan wel andere activiteiten die (mede) ten doel hebben het veranderen van de waterhuishouding.

6.6.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 6.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

6.6.3 Advies

Een aanlegvergunning als bedoeld in 6.6.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden of de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en de natuurlijke waarden niet onevenredig aantasten of kunnen aantasten en vooraf schriftelijk advies is gevraagd bij een ecologisch deskundige.