direct naar inhoud van 3.6 Het milieueffectrapport werkt door in het bestemmingsplan
Plan: Butengebiet Dantumadiel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1891.bpBUbuitengeb-0401

3.6 Het milieueffectrapport werkt door in het bestemmingsplan

Een deel van de aanbevelingen uit het milieueffectrapport en het advies van de commissie mer is doorvertaald in het bestemmingsplan. Het gaat dan om de volgende ruimtelijk relevante onderdelen:

  • De definitie van grondgebonden agrarisch bedrijf is aangevuld met de provinciale eisen: in een straal van 10 kilometer om het een bedrijf ligt kan het bedrijf voor minimaal 75% voorzien in de eigen ruwvoerproductie en mestafzet. De gronden moeten daarnaast voor minimaal 40% aansluiten op de huiskavel. Hier moet aan getoetst bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning: is de nieuwe stal bedoeld voor een grondgebonden agrarisch bedrijf?. Overigens is de verwachting dat alle grondgebonden agrarische bedrijven aan deze voorwaarden kunnen voldoen. Het andere onderdeel waarmee een positieve beoordeling is gehaald (in combinatie met de aanpassing van de definitie) is het toepassen van emissiearme stallen. De toepassing van deze milieutechnieken kan niet via het bestemmingsplan worden afgedwongen. Er is wetgeving in voorbereiding die dergelijke melkveestallen verplicht stelt. De gemeente gaat er vanuit dat deze wetgeving binnen enkele jaren van kracht wordt. mestafzet te kunnen voorzien. Minstens 40% van de gronden ligt rondom de huiskavel. Ondanks het feit dat de provinciale eisen ten aanzien van grondgebondenheid zijn vervallen zijn ze wel opgenomen. Dit heeft te maken met het feit dat in de milieueffectrapportage is gerekend met deze aannames. Het rekenen met deze aannames leidde tot een positief effect op de stikstofdepositie (deze wordt in combinatie met het toepassen van de nieuwste staltechnieken lager). De grondgebondenheidseisen blijven daarom gelden. Deze eis laten vallen zou, naar aanleiding van het milieueffectrapport, betekenen dat andere minder gewenste maatregelen in het bestemmingsplan moesten worden opgenomen (zoals het verkleinen van de agrarische bouwvlakken). Omdat het overgrote deel van de agrarische bedrijven in Dantumadiel aan deze grondgebondenheidseis kan voldoen is voor deze optie gekozen.
  • Alle afwijkings- en wijzigingsmogelijkheden in het bestemmingsplan moeten worden getoetst aan de gevolgen voor de natuur/de ecologische waarden. Dit kan in het geval van een uitbreiding van een agrarisch bedrijf inhouden dat een Natuurbeschermingswetvergunning vereist is. Zonder deze vergunning kan niet gebouwd worden, of kan de inrichting niet in gebruik worden genomen.
  • De commissie mer vraagt om te regelen dat de ammoniakemissie niet kan toenemen. Dit wordt geregeld door in de bouwregels voor de agrarische bedrijven te bepalen dat nieuwe veestallen moeten voldoen aan de emmissiearme staltechnieken.
  • Nieuwe veestallen moeten voldoen aan de ontwerpprincipes die zijn opgenomen in het richtlijnendocument voor nieuwe ontwikkeling. Een door B&W goedgekeurd inrichtingsplan is een voorwaarde voor de verlening van de vergunnning.

De overige aanbevelingen worden niet overgenomen door de gemeente. Deze aanbevelingen kunnen niet doorwerken in het bestemmingsplan omdat ze om met name kennisontwikkeling en handhaving gaan. Dit vindt plaats buiten het bestemmingsplan om.