Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Zuideinde 16 - 18 te Roelofarendsveen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBZUIDEINDE162011-VAS1

4.3 Geluid

Regels omtrent geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Sinds het einde van de jaren zeventig vormt deze wet een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De Wet geluidhinder biedt onder andere geluidsgevoelige objecten bescherming tegen geluidhinder van wegverkeerlawaai, spoorweglawaai en industrielawaai.
 
In de Wet geluidhinder worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh):
  • woningen;
  • geluidsgevoelige terreinen (terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan categorale en academische ziekenhuizen en verpleeghuizen, woonwagenstandplaatsen);
  • andere geluidsgevoelige gebouwen (onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen die zijn aangegeven in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh):
  • verzorgingstehuizen;
  • psychiatrische inrichtingen;
  • medisch centra;
  • poliklinieken;
  • medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro.
Anders dan de naam van de Wet geluidhinder misschien doet vermoeden worden niet alle milieugerichte geluidsaspecten in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
  • toestellen en geluidwerende voorzieningen;
  • industrielawaai;
  • wegverkeerslawaai;
  • spoorweglawaai;
  • geluidbelastingkaarten en actieplannen.
Voor onderhavig projectbesluit is de geluidhinder die wordt veroorzaakt door het wegverkeer van belang. Met betrekking tot de geluidhinder die wordt veroorzaakt is in de artikelen 82 en 106 van de Wgh bepaald dat in principe de geluidsbelasting op woningen binnen een zone, de 48 dB niet mag overschrijden als het gaat om wegverkeer. Met betrekking tot spoorverkeer mag de geluidsbelasting de 55 dB niet overschrijden. De aspecten spoorweg- en industrielawaai zijn in onderhavig geval niet aan de orde. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een gezoneerd industrieterrein in de directe omgeving van de te realiseren appartementen. 
 
Wegverkeerslawaai 
Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure.
 
Onderhavig plan voorziet in de realisatie van vier nieuwe wooneenheden aan het Zuideinde in Roeloefarendsveen. De dichtstbijzijnde rijksweg, de A4, is op meer dan een kilometer afstand van het plangebied gelegen en heeft geen invloed op onderhavig initiatief. Voor het Zuideinde geldt een maximum snelheid van 50 km/uur. Het Zuideinde gaat iets ten noorden van de locatie over in het Noordeinde. Hier geldt eveneens een maximum snelheid van 50 km/u. Overige wegen zijn vanwege (te) lage verkeersintensiteiten of grotere afstanden tot de appartementen niet relevant.
Alle wegen met een snelheidsregime van 50 km/u hebben wettelijke geluidszones. Voor wegen met twee rijstroken die binnenstedelijk gelegen zijn geldt een geluidszone van 200 meter aan weerzijden van de weg. Nieuwe woningen die binnen de zone van een weg liggen, moeten in principe op een zodanige afstand van de weg liggen dat de geluidsbelasting niet te hoog wordt (de zogenaamde ‘voorkeursgrenswaarde’ die de Wet geluidhinder stelt).
Door middel van een akoestisch onderzoek is bepaald in welke mate er sprake is van een te hoge geluidbelasting op de gevels van de te realiseren woningen, veroorzaakt door het verkeer rijdend op het Zuideinde en het Noordeinde.
 
Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek[1]  blijkt dat de geluidsbelastingen ten gevolge van het Noordeinde op de gevel ruim lager zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Voor deze weg zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
 
De geluidsbelastingen ten gevolge van het Zuideinde, zijn op de voorgevel hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Zonder aanvullende geluidreducerende maatregelen zal ten gevolge van het Zuideinde een hogere waarde moeten worden vastgesteld. Echter, er wordt niet voldaan aan de gestelde voorwaarden uit het beleid om een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde te verlenen. Hierdoor is een geluidreducerend maatregelenonderzoek noodzakelijk om de geluidbelasting bij voorkeur te reduceren tot 48 dB.
 
De geluidbelasting op de appartementen kan gereduceerd worden door het treffen van maatregelen aan de bron, in de overdracht of aan de gevel. Het beleid schrijft dat bij de daadwerkelijke uitwerking van het bouwplan rekening dient te worden gehouden met de te treffen maatregelen zoals die zijn voorgesteld in een geluidreducerend maatregelenonderzoek.
 
Conclusie
De nieuwe woningen zijn gelegen aan het Zuideinde. Akoestisch onderzoek heeft in beeld gebracht in hoeverre er sprake is van een overschrijding van de grenswaarden. Uit het onderzoek volgt dat er rekening dient te worden gehouden met geluidreducerende maatregelen. Op voorwaarde dat de maatregelen worden meegenomen in het bouwplan bestaat er vanuit het aspect geluid geen belemmering voor de herontwikkeling van de voormalige kantoorruimte tot vier wooneenheden.


[1] IDDS, d.d. 10 juni 2010, kenmerk: 1004B966/DBI/rap2, Akoestisch onderzoek Zuideinde 18 te Roelofarendsveen