In het kader van de planologische procedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Indien sprake is van een functiewijziging zal er een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd op de planlocatie. Middel dit onderzoek kan in beeld worden gebracht of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen. Een bodemonderzoek is gericht op bodembedreigende stoffen. Hiervoor dient er eerst naar de huidige functie van het plangebied te worden gekeken. Het bodemonderzoek moet namelijk de bodemkwaliteit vaststellen alvorens er activiteiten en werkzaamheden plaatsvinden in het kader van de beoogde ontwikkeling. Op deze wijze kan men bepalen of de bodemkwaliteit de nieuwe ontwikkeling toelaat.
Door Van Dijk Geo- en milieutechniek is in 2006 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd
[1]. Uit dit onderzoek blijkt dat de toplaag van de bodem niet verontreinigd is met de onderzochte parameters. De onderliggende kleilaag is licht verontreinigd met PAK. Het grondwater in het plangebied is sterkt verontreinigd met arseen en licht verontreinigd met zink. Licht tot matig verhoogde gehaltes aan enkele zware metalen worden vaker in het grondwater vastgesteld en worden doorgaans veroorzaakt door natuurlijke ophoping. Gezien de historische informatie en de huidige situatie kan er geen eenduidige verklaring worden gegeven voor het sterk verhoogde gehalte aan arseen. Het verhoogde arseengehalte heeft vermoedelijk een natuurlijke oorsprong.
Met betrekking tot de vastgestelde milieuhygiënische kwaliteit van de bodem kan worden geconcludeerd dat er, uitgaande van een natuurlijke herkomst voor het sterk verhoogd gehalte aan arseen, milieuhygiënisch gezien geen bezwaar is tegen de uitbreiding van de autogarage met showroom. Het aspect bodem vormt daarmee geen belemmering voor onderhavig plan.
[1] Van Dijk Geo- en milieutechniek, 12 juli 2006, opdrachtnummer: 5150.06, Verkennend bodemonderzoek Ripselaan 30 te nieuwe Wetering