3.2.1 Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'
Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'
[1] vastgesteld. Deze nieuwe integrale Structuurvisie voor de ruimtelijke ordening komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. De provincie Zuid-Holland heeft hiermee gekozen voor één integrale ruimtelijke structuurvisie voor haar hele grondgebied.
In de visie weerlegt de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie in te vullen.
De kern van de visie is: 'Een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de economische concurrentiepositie. duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap.'
In de structuurvisie zijn tevens de ambities vastgelegd. Relevant voor onderhavig plan is de ambitie dat Zuid-Holland in 2040 een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat heeft. Dit wil men bereiken door een aantrekkelijk aanbod van woonmilieus en voorzieningen.
Regioprofielen Cultuurhistorie
Nauw verbonden met de structuurvisie zijn de Regioprofielen cultuurhistorie. De Regioprofielen Cultuurhistorie zijn op 22 september 2009 door het provinciebestuur vastgesteld als ontwerp. De stukken hebben van 23 november tot en met 17 januari 2010 ter inzage gelegen voor inspraak. De provincie is van mening dat de cultuurhistorie een belangrijke rol speelt in de kwaliteit van de leefomgeving. De provincie heeft zestien regioprofielen opgesteld, met als doel het behouden of inpassen van cultuurhistorie bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De aangewezen profielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om het aspect cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen zoals die staan in de provinciale structuurvisie.
De structuurvisie vormt samen met de Regioprofielen Cultuurhistorie het kader waarbinnen de provincie stuurt op cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. Aan de hand van de kwaliteitskaart uit de structuurvisie kan men vaststellen of er in de omgeving van de ruimtelijke ontwikkeling belangrijke cultuurhistorische factoren aanwezig zijn.
Afbeelding 5: uitsnede kwaliteitskaart van de structuurvisie
Uit raadpleging van de kwaliteitskaart van de structuurvisie volgt dat het plangebied is gelegen op de grens van de gebieden 'dorpskern' en 'droogmakerijenlandschap'.
Conclusie
Door het provinciale karakter van de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' en de kleine schaal van onderhavig plan, heeft dit bestemmingsplan nauwelijks raakvlak met dit provinciaal beleid. Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat het onderhavige plan niet in strijd is met deze provinciale structuurvisie.
[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland; structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' (2 juli 2010)
3.2.2 Verordening ruimte
De Verordening Ruimte Zuid-Holland
[1] draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor de gemeente bij het opstellen van hun bestemmingsplannen.
Conclusie
Uit de Verordening Ruimte blijkt dat het plangebied buiten de in de verordening aangegeven bebouwingscontouren valt. In principe is het projectbesluit daarmee in strijd met artikel 2, lid 1, van de Verordening Ruimte. Echter, in december 2006 is voor deze locatie een verklaring van geen bezwaar verleend voor de uitbreiding van hetzelfde bedrijf. De uitbreiding van het bedrijf bedroeg destijds ruim 1100 m2. Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft bij deze aanvraag overwogen dat ondanks de strijdigheid met het toen geldende beleid, toch medewerking kon worden verleend omdat de locatie gelegen is direct aan de HSL en de A4 en voor het overige is ingesloten door het nieuwe wegennet in het gebied. Hierdoor is er geen sprake meer van het “buitengebied”, zoals bedoeld is.
Aangezien de verklaring van geen bezwaar is verleend tussen 1 januari 2005 en het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Ruimte valt deze verklaring onder de overgangsbepalingen van de Verordening. Hieruit volgt dat ondanks de strijdigheid met de Verordening, de ontheffing van deze verordening wordt geacht te zijn verleend.
[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland; Verordening Ruimte Zuid-Holland (2 juli 2010)