5.4 Lokaal beleid
Locatiekeuze
Voorliggend projectbesluit kent een nauwe relatie met de planontwikkeling rondom Braassemerland. Binnen het plangebied van Braassemerland is momenteel het benzineverkooppunt gelegen. Gezien de woningbouwontwikkeling zal dit benzineverkooppunt verplaatst moeten worden. Om meerdere redenen is locatie Het Oog als meest gunstige locatie uit de bus gekomen. De locatie is centraal gelegen direct aan de aansluiting op de rijksweg A4. Al het verkeer van en richting de A4 komt langs deze locatie. Derhalve is het zeer gunstig gelegen.
De inzet van het plangebied voor een kantoorgebouw heeft een relatie met de wensen van de Rabobank Groene Hart Noord. In het schrijven van de Rabobank van 1 april 2009 is uiteengezet waarom de betreffende locatie goed past binnen de bedrijfsfilosofie van de Rabobank.
Het marktgebied van Rabobank Groene Hart Noord bevindt zich hoofdzakelijk binnen de grenzen van de gemeenten Kaag en Braasem en Nieuwkoop.
Het distributiebeleid van de Rabobank kenmerkt zich door het ‘dichtbij de markt’ principe. Dat uit zich op verschillende manieren en langs verschillende distributiekanalen. Het distributiekanaal ‘persoonlijk contact vis-à-vis’ is met name bedoeld voor de maatwerk- en specialistische dienstverlening aan particuliere- en zakelijke cliënten. Doordat het hier hoogwaardige kennisintensieve dienstverlening betreft, is het uit oogpunt van kennisdelen en klantfocus belangrijk deze activiteiten te centraliseren. Individuele klantcontacten kunnen plaatsvinden op de decentrale locaties omdat deze toch op afspraak plaatsvinden en naar wens van de klant op een locatie in de buurt, of bij de klant plaats kunnen vinden. Dat betekent dat specialisten zo nu en dan afspraken met klanten op andere locaties hebben.
Daarnaast laten deze kennisintensieve specialismen zich goed combineren met de meer bedrijfskundige- en besturingsonderdelen van het lokale bankbedrijf. Daardoor wordt het verzamelkantoor een ontmoetingsplaats voor specialisten onderling met hun ondersteunende eenheden, administratieve- en besturingsafdelingen, maar ook een ontmoetingsplaats voor de bankorganisatie met klantgroepen. Daartoe is ook de behoefte aan een ‘auditorium’ geformuleerd, dat zowel door de bank als door klantgroepen van de bank gebruikt moet kunnen gaan worden.
Voor de vestigingsplaats keuze voor dit verzamelkantoor is daarom gezocht naar een aansprekende, goed bereikbare, zichtbare en toonaangevende locatie in het werkgebied, dichtbij (met name) de zakelijke markt. Een locatie die de lokale identiteit verbindt met de nationale uitstraling van de Rabobank.
De locatie “Het Oog” nabij het bedrijventerrein Veenderveld voldoet wat dat betreft qua locatie aan de eisen, die daar door Rabobank Groene Hart Noord aan gesteld worden en is ook de enige locatie voorhanden die voldoet aan de gestelde vestigingseisen. Daar hoort ook een plaats “midden in de samenleving’ bij, zoals die op deze locatie ingevuld kan worden. Hierbij is van belang dat de locatie zowel met de auto, als met de fiets als met het openbaarvervoer goed bereikbaar is. De locatie voldoet hieraan.
In navolging van de zienswijze van de Inspectie VROM is een aanvullend locatie onderzoek uitgevoerd naar alternatieve locaties. Binnen deze studie is het werkgebied van de Rabobank als uitgangspunt genomen. Hiermee is buiten gemeentegrenzen gekeken. Binnen het zoekgebied zijn Roelofarendsveen en Nieuwkoop als potentiële vestigingslocaties aan te wijzen. De keuze voor Roelofarendsveen is ruimtelijke en programmatisch de meest logische keuze. Hierop is af te dingen dat de beoogde locatie in het kader van externe veiligheid de slechtste keuze is. Echter met de vestiging van het bankgebouw op deze locatie wordt nog ruim onder de oriënterende waarde gebleven. Vorenstaande brengt met zich mee dat het college er voor gekozen heeft de ruimtelijke en programmatische argumenten te laten prevaleren boven een beperkte verslechtering van het groepsrisico.
Structuurvisie ‘Alkemade ruim gezien – Structuurvisie 2020’[1] De structuurvisie, die na de gemeentelijke herindeling van 1 januari 2009 op grond van de Wet algemene regels herindeling
[2] haar rechtskracht heeft behouden, is een integraal plan waarin het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor een periode van vijftien jaar is vastgelegd. Het document vormt een toetsingskader voor allerlei andere beleidsplannen. De bedoeling is dat toekomstige plannen worden afgestemd op hetgeen wat in de structuurvisie is vastgelegd. Plannen moeten binnen de kaders van de structuurvisie passen. Het is de bedoeling dat de visie elke raadsperiode een keer wordt geëvalueerd en zo nodig wordt aangepast of gewijzigd.
De doelstellingen van de structuurvisie zijn:
het formuleren van concrete beleidsdoelen en oplossingsrichtingen van het ruimtelijk beleid voor de komende 15 à 20 jaar;
het verschaffen van helderheid op het gebied van ruimtelijke ordening (zowel intern als extern);
het voeren van regie op basis van duidelijke planologische hoofdkeuzen;
het fungeren als ruimtelijke onderbouwing bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen de bebouwingscontouren;
het fungeren als ruimtelijke onderbouwing voor het verzoek om de bebouwingscontouren op onderdelen te wijzigen;
het bereiken van betrokkenheid en draagvlak van de bevolking.
Met het accent op de groene ruimte, recreatie en landelijk wonen, is gekozen voor een eigen profiel binnen de Leidse Regio. Een gemeente met een meervoudig profiel als plattelandsgemeente, recreatiegemeente en woongemeente. De structuurvisie is erop gericht om deze profielen te behouden en te versterken.
Op de structuurvisiekaart is het plangebied aangeduid als ‘landelijk gebied met behoud en ontwikkeling natuur en recreatie’.
Conclusie
De in de structuurvisiekaart opgenomen aanduiding is niet (meer) in lijn met de huidige situatie. Het plangebied valt niet binnen de Ecologische Hoofdstructuur en ligt tevens niet op een recreatieve route, zoals wel aangegeven op de kaart. In onderhavig geval betreft het hier stedelijk gebied en valt het plangebied binnen de bebouwingscontouren, zoals die voortvloeien uit het streekplan Zuid-Holland West.
Daarnaast is in de huidige situatie geen sprake van landelijk gebied. Om die reden is het gebied ook niet meegenomen in het Aanpassingsplan Ade (Dienst Landelijk Gebied, 2006).
Tot slot is in het vigerende bestemmingsplan HSL/A4 voor het plangebied de bestemming ‘Groendoeleinden, inpassingszone met een wijzigingsbevoegdheid I naar Horeca’ opgenomen.
Gezien de huidige situatie is de aanduiding in de structuurvisie niet (meer) relevant en wordt met bovenstaande conclusie gemotiveerd afgeweken van deze aanduiding.
Verkeerscirculatieplan Roloefarendsveen [3] Het Verkeerscirculatieplan Roelofarendsveen is opgesteld ten behoeve van het transformatiegebied Braassemerland. In dit gebied worden maximaal 2.250 woningen ontwikkeld. De verkeersafwikkeling van dit gebied zal deels geschieden via de bestaande we-genstructuur door Roelofarendsveen. Middels het verkeerscirculatieplan wordt inzichtelijk gemaakt of de bestaande wegenstructuur hiervoor toereikend is, of dat maatregelen genomen moeten worden. De verkeersafwikkeling van locatie Het Oog is in het plan betrokken.
Conclusie
Ten aanzien van de verkeersafwikkeling van de locatie Het Oog zal gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur en de infrastructuur welke zal worden gerealiseerd in het kader van de ontwikkeling Braassemerland.
[1] Vastgesteld op 29 juni 2004
[2] Wet van 24 oktober 1984, houdende algemene regelen in verband met wijziging van de gemeentelijke indeling
[3] Goudappel Coffeng, Verkeerscirculatieplan Roelofarendsveen, 11 oktober 2006