Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Het Oog
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBKBHETOOG2010-VAS1

5.3 Provinciaal beleid

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 [1]
In het kader van het motto ‘centraal wat centraal moet, decentraal wat decentraal kan’ heeft de provincie Zuid-Holland in 2004 de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie opge-steld. Doel van deze visie is een samenhangende en richtinggevende ruimtelijke strategie te schetsen, die inspeelt op rijksbeleid en die actuele provinciale en regionale plannen en visie integreert. Met deze provinciale structuurvisie wil de provincie Zuid-Holland tijdig en actief in kunnen spelen op actuele en toekomstige ruimtelijke plannen. Gericht op inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020 beoogt deze visie een brug te slaan tussen de korte en de lange termijn.
 
Aansluitend bij de ambities op het hogere schaalniveau staan in de visie de volgende uitgangspunten centraal:
  • versterking van de stedelijke netwerken;
  • versterking van de waterrijke cultuur- en natuurlandschappen;
  • schaalsprong en differentiatie in gebieden en netwerken;
  • duurzaam versterken en onderling beter verbinden van stad en land.
Speciale aandacht in deze visie gaat onder meer uit naar de ontwikkeling van het stedelijk gebied, met name de verdere verstedelijking in de provincie. Voor de inrichting van het stedelijk gebied gaat de visie uit van de volgende kernpunten:
  • verstedelijkingsopgave richt zich op een grotere differentiatie van woon- en werkmilieus, zowel binnen bestaand bebouwd gebied als daarbuiten;
  • minstens 50% van de verstedelijkingsopgave (wonen, werken en voorzieningen) vindt plaats in bestaand stedelijk gebied;
  • stedelijke uitleg vindt overwegend plaats in transformatiezones stadland.
Conclusie
De ontwikkeling van locatie Het Oog maakt deel uit van het stedelijk gebied. Minstens 50% van de verstedelijkingsopgave, waaronder voorzieningen mogen hierbinnen plaatsvinden.
 
Streekplan Zuid Holland West [2]
In dit streekplan wordt de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland West voor de periode tot 2015 weergegeven.
 
Behoud en versterking van de (inter)nationale economische positie van Zuid-Holland West heeft hoge prioriteit. In het streekplan is het projectgebied aangewezen als bedrijventerrein en ligt binnen de rode contour waarbinnen ontwikkelingen mogen plaatsvinden. Uitgangspunt voor bedrijventerreinen is het benutten van economische ontwikkelingsmogelijkheden die verbonden zijn aan specifieke kenmerken van het gebied. Daarbij is het van belang te zorgen voor:
  • een gedifferentieerd aanbod van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven in en bij het stedelijk gebied;
  • een duurzaam vernieuwings- en herstructureringsbeleid waarbij voldoende ruimte wordt geboden voor met name het midden- en kleinbedrijf;
  • selectieve benutting van de aanwezige knopen;
  • verbetering van de bereikbaarheid, zowel door de aanleg van ontbrekende schakels in de hoofdwegenstructuur, als door verbetering van het openbaar vervoer in het woonwerkverkeer.
In het streekplan zijn de betreffende gronden aanwezen voor bedrijventerrein. Met de realisatie van dit plan gaan de gronden verloren als bedrijventerrein. Door de provincie is aangegeven dat ingestemd kan worden met een kantoorfunctie onder voorwaarde dat het oppervlak bedrijventerrein wordt gecompenseerd. In de regionale afspraken zijn hierover tussen de verschillende gemeenten (regio Holland Rijnland) Het terrein was nog geen onderdeel van de bedrijventerreinenstrategie en is later beschikbaar gekomen. Dit omdat het dienst heeft gedaan als werkterrein in verband met de verbreding van de A4. In zekere zin is er geen sprake van verloren bedrijventerrein. Binnen de bedrijvenstrategie Holland Rijnland is ruim voldoende bedrijventerrein opgenomen voor Kaag en Braassem. Compensatie is daarmee te realiseren.
 
Mobiliteitseffecttoets
Ingevolge de regels voor ruimte is een mobiliteitseffecttoets vereist. Deze toets is door Goudappel Coffeng opgesteld (3 december 2009 / KBM003/Ole/0002). Deze toets geeft inzicht op de mobiliteit die gegenereerd wordt door het plan. Uit de toets van Goudappel blijkt dat per gemiddelde werkdag circa 1.000 motorvoertuigbewegingen (in beide richtingen) gegenereerd worden. Uit de verkeersonderzoeken die in het kader van Braassemland zijn uitgevoerd blijkt dat de capaciteit van de Alkemadelaan voldoende is om deze toename op te vangen.
 
Conclusie
De ontwikkeling van locatie Het Oog past in hoofdlijnen binnen doelstellingen van het provinciaal beleid met betrekking tot bedrijventerreinen en de rode contour waarbinnen ontwikkelingen mogen plaatsvinden.

 
[1] Vastgesteld 13 oktober 2004
[2] Vastgesteld op 19 februari 2003