Type plan: uitwerkingsplan
Naam van het plan: Uitwerkingsplan Centrumplan
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.Centrumplan-VAS1

3.2 Toetsing artikel 5

In de regels van het bestemmingsplan Braassemerland zijn in hoofdstuk 2 artikel 5 lid 2 algemene uitgangspunten opgenomen. Onderstaand is het artikel overgenomen aangevuld met de motivatie dat het uitwerkingsplan voldoet aan de regels, dan wel is verklaard dat het voor onderhavig uitwerkingsplan geen relevante regel betreft.
  1. Het plangebied wordt getransformeerd van glastuinbouwgebied naar een woongebied met daarbij bestaand en nieuw water, groen en nieuwe recreatieve mogelijkheden en voorzieningen; motivatie: De beoogde ontwikkeling betreft een invulling met woningen, commerciële en niet commerciële voorzieningen, water, wegen en recreatieve mogelijkheden. De gehele ontwikkeling is in overeenstemming met dit uitgangspunt.
  2. Het plangebied wordt mede ontwikkeld voor het gefaseerd realiseren van een woongebied van maximaal 2250 woningen; motivatie: Onderhavig plan maakt maximaal 400 woningen mogelijk. Het plan blijft binnen dit gestelde maximum. Voorts zal de gehele ontwikkeling van Braassemerland binnen het gestelde maximum van 2250 woningen blijven zoals ook vastgelegd in het raadsbesluit van 2 juli 2012.
  3. De huidige, waardevolle kavelstructuur en bestaande lintbebouwing wordt daarbij zoveel mogelijk intact gelaten. Het huidige centrum van Roelofarendsveen blijft behouden en wordt op bepaalde punten versterkt. Het voorzieningenniveau van het centrum wordt wel aangepast op de hoeveelheid inwoners in de toekomst. Het dorpse karakter moet behouden blijven; motivatie: Ten aanzien van de behoeftebepaling is een Distributie planologisch onderzoek (DPO) opgesteld. In paragraaf 5.12 is aangegeven hoe het aanbod aansluit bij de geraamde behoefte. In paragraaf 2.2 is verwoord hoe het stedenbouwkundig plan rekening houdt met de omgeving.
  4. Voor de ontwikkeling en het beheer van de gronden binnen het plangebied dient sprake te zijn van bebouwing die in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht aansluit bij de bestaande omgeving; motivatie: Voor die onderdeel wordt verwezen naar paragraaf 2.2 het stedenbouwkundig plan.
  5. Er dient rekening te worden gehouden met de archeologische waarden in het gebied; motivatieIn hoofdstuk vijf onder archeologie is gemotiveerd hoe aan dit uitgangspunt voldaan wordt.
  6. De huidige waterkwaliteit en waterkwantiteit inclusief structuur dient zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven dan wel verbeterd te worden; motivatie: In hoofdstuk vijf onder water is gemotiveerd hoe aan dit uitgangspunt voldaan wordt.
  7. Bij de ontwikkeling van het plangebied dient rekening gehouden te worden met milieuaspecten,zoals bodemverontreiniging, geluidhinder van de A4, uitstoot van schadelijke stoffen van de A4. motivatie: In hoofdstuk vijf betreffende de haalbaarheid van het uitwerkingsplan, in de paragrafen 5.4 en 5.5, wordt specifiek op deze aspecten ingegaan.
  8. In het plangebied wordt de recreatieve functie versterkt door middel van mogelijkheden voor waterrecreatie, het aanleggen van wandel- en fietsroutes; motivatie: In onderhavig plan wordt voorzien in een ruime (wandel)promenade door het centrum eindigend met een boulevard aan het open water. Door deze openbare ruimte wordt ruimte geboden voor recreëren aan het water. Tevens vormt de promenade een langzaamverkeersverbinding door het centrum dat aantakt om de omliggende structuur. De recreatieve mogelijkheden voor wandel- en fietsen wordt hierdoor versterkt.
  9. De oevers van het Braassemermeer blijven openbaar toegankelijk voor fietsers en wandelaars. Groene openbare routes van de nieuw te bouwen woonwijken naar de oevers van het meer moeten dienen als groene aders in het nieuw te ontwikkelen gebied; motivatie: onderhavig plan ligt ten westen van de Noorderhemweg en grenst derhalve niet aan het Braassemermeer. De openbare toegankelijkheid van de oevers wordt als gevolg van onderhavig plan niet belemmerd. Voort sluit het plan aan op de bestaande waterstructuur waardoor de beschreven groene aders tot in het uitwerkingsplangebied reiken.
  10. Woningbouw is gevarieerd toepasbaar; er moet gekeken worden hoeveel woningen er bijkomen, in welke verhoudingen en met welke dichtheden gebouwd zal worden. Het type woning kan - net als de dichtheden verschillen; motivatie: In onderhavig plan wordt een grote diversiteit aan woningtypen voorzien. Het uitwerkingsplan sluit derhalve aan op bovenstaand uitgangspunt.
  11. Een realistische parkeernorm is noodzakelijk om de parkeerdruk niet verder toe te laten nemen, parkeren op eigen terrein bij woningen is gewenst. Voor woningen wordt aangesloten op de ASVV 2007 van de CROW. De parkeernorm als zodanig wordt bij de uitwerking van alle 'Uit te werken gebieden' nader gedetailleerd; motivatie: Voor onderhavig plan is een parkeerbehoefte onderzoek uitgevoerd. Voor het aspect parkeren wordt verwezen naar paragraaf 5.9.
  12. De ontsluiting wordt gefaseerd aangelegd; motivatie: De ontsluiting voor geheel Braassemerland wordt gefaseerd aangelegd. De 1e fase van de nieuwe hoofdweg wordt momenteel aangelegd. Het bestemmingsplan 'Infra 1B' is opgesteld om dit planologisch mogelijk gemaakt en  ook reeds vastgesteld. Deze hoofdontsluiting is gereed voor de fysieke uitwerking van onderhavig plan.
  13. De bestaande linten houden een belangrijke ontsluitingsfunctie voor de bestaande bebouwing, maar een nieuwe ontsluiting is essentieel; motivatie: Onderhavig plan voorziet in een nieuwe interne ontsluiting van het centrum dat aansluit op de bestaande structuren in de omgeving. Aan de westzijde sluit het plan aan op de nieuwe hoofdontsluiting zoals bij punt l beschreven, aan de noordzijde op het Noordplein, aan de zuidzijde wordt ruimte gehouden voor een toekomstige doorgaande verbinding.
  14. Een toename van inwoners vergt meerdere nieuwe voorzieningen. In het plangebied zullen de voorzieningen op een hoger niveau moeten worden gebracht, wat inhoudt dat in het plangebied onder meer scholen, recreatieve voorzieningen en speelplaatsen mogelijk worden gemaakt. motivatie: In onderhavig plan worden commerciële voorzieningen, zoals een supermarkt, winkels en een ruime recreatieve promenade aangelegd. In dit uitwerkingsplan wordt derhalve bijgedragen aan het uitgangspunt om het voorzieningenniveau te verruimen als gevolg van de toename in inwoners van het gebied.
  15. Het plan dient een bijdrage te leveren aan natuurontwikkeling (oevers, bermen, materiaalgebruik) hetgeen leidt tot een toename van het areaal groene, waterrijke natuur; motivatie: In onderhavig plankrijgt het overgrote deel van de waterkanten een groene oever. Deze oevers worden natuurvriendelijk ingericht, hierdoor wordt bijgedragen aan behoud en versterking van het ecologisch evenwicht langs en in het water. Een deel van de oevers zal bestaan uit achtertuinen van grondgebonden woningen. De woningen zijn hoofdzakelijk langs de weg gesitueerd zodat aan de waterzijde ruimte is voor  een groene en mogelijk natuurvriendelijke inrichting van de tuin. Enkel aan de noordzijde worden de oevers verhard uitgevoerd. Dit sluit aan bij de gewenste stedelijke uitstraling van het centrum.
Naast de algemene uitgangspunten zijn in hoofdstuk 2 artikel 5 per uit te werken woongebied een set aan uitgangspunten opgenomen. In artikel 5 lid 6 gelden voor WU2 (Poelen), waar het uitwerkingsplan deel van uitmaakt, de volgende uitgangspunten:
  1. Poelen bestaat uit een woongebied met grondgebonden en drijvende woningen in maximaal twee lagen met kap, gestapelde bebouwing tot maximaal vier lagen; motivatie: Voor het beperkte deel van het plangebied dat bestemd is als WU2 zijn enkel grondgebonden woningen van maximaal 2 lagen met kap gepland. De maximale goot- en bouwhoogte in de verbeelding van dit uitwerkingsplan zijn hierop afgestemd.
  2. Het karakter van dit deelgebied is grotendeels landschappelijk en waterrijk. Fiets- en wandelwegen met lichte bruggetjes voeren langs hoofdwatergangen en poelen richting het Braassemermeer; motivatie: Onderhavig stedenbouwkundig plan voorziet in woningbouw met een lage dichtheid en verbreding van de watergangen. Het plandeel zal middels twee bruggen ontsloten worden. Het stedenbouwkundig plan sluit aan op het beschreven karakter.
  3. De huidige structuur van poelen wordt uitgebreid en aangesloten door een brede verspringende watergang; motivatie:  De bestaande watergang aan de zuidzijde wordt verbreed. Voorts omvat onderhavig plandeel een zeer beperkt deel van WU2. Het geheel aan uitwerkingen van poelen en watergangen is dan ook niet oplosbaar binnen onderhavig deel van WU2.
  4. Aan de randen van de poelen is ruimte voor grote groene ruimtes afgewisseld met bijzondere woningtypologieën; Motivatie: In het stedenbouwkundig plan zijn op het deel WU2 dat binnen het uitwerkingsplan valt verschillende woningtypen beoogd. Het betreft korte rijwoningen met bijzondere hoekoplossingen, vrijstaande woningen en geschakelde woningen direct aan het water gelegen. De openbare ruimte wordt ingericht als een groene bomenlaan. Voorts is binnen het plangebied gezien het beperkte deel dat het omvat van geheel WU2 geen ruimte voor grote groene ruimtes. Deze groene ruimtes zijn ook niet direct naast het centrumgebied gepland.
  5. De bestaande waterkering blijft geheel intact en krijgt een sluis als toegang voor kleine boten; motivatie; in onderhavig plandeel bevindt zich geen bestaande waterkering.
  6. Het slotenpatroon rond de poelen blijft grotendeels gehandhaafd; motivatie: In onderhavig plan blijft het slotenpatroon gehandhaafd. De watergang aan de zuidzijde wordt verbreed. In de verbeelding van onderhavig uitwerkingsplan zijn de watergang middels de bestemming 'Water' geborgd.
  7. Op de schiereilanden worden met name grondgebonden woningen gebouwd, in de vorm van rijenwoningen, twee onder-een-kappers, vrijstaande woningen aan de randen en incidenteel gestapelde woningen. Mogelijk is hier ook plek voor waterwoningen of andere bijzondere woonvormen van wonen op water; motivatie: De schiereilanden waar in het moederplan op gedoeld wordt zijn schiereilanden die vallen binnen WU2 maar liggen niet in onderhavig plangebied. Dit punt is dan ook niet relevant voor onderhavig plan.
  8. Door alle woningtypologieën verspreid door het gebied toe te passen en de rooilijn te laten verspringen ontstaat een levendig en informeel beeld. motivatie: In onderhavig beperkt plandeel komen ten minste vier woningtypolgieën voor, zijnde: rijwoningen, hoekwoningen, vrijstaande woningen en geschakelde woningen. Voorts is in paragraaf 2.2. het stedenbouwkundig plan toegelicht. Zoals op de afbeelding ook te zien is, worden de verschillende woningtypologieën op verschillende manieren ingepast in het plandeel WU2.  Er worden korte straten aangelegd waarbij de positie van de woningen ten opzichte van de straat steeds wijzigt. Er is binnen het plandeel derhalve sprake van een levendig en informeel beeld.
Naast de algemene uitgangspunten zijn in hoofdstuk 2 artikel 5 per uit te werken woongebied een set aan uitgangspunten opgenomen. In artikel 5 lid 7 gelden voor WU3 (Centrum), waar het uitwerkingsplan deel van uitmaakt, de volgende uitgangspunten:
  1. Centrum bestaat uit een woongebied met voornamelijk gestapelde bebouwing tot vier lagen, met een incidenteel stedenbouwkundig accent tot maximaal vijf lagen; motivatie:  In de verbeelding van onderhavig uitwerkingsplan zijn de bouwhoogten zoals gesteld in het bestemmingsplan overgenomen.  
  2. Het dorpscentrum van Roelofarendsveen ligt binnen het plangebied van het Masterplan en bestaat uit twee helften: het huidige, al geherstructureerde Noordplein en het nieuwe, nog te realiseren Zuidplein. Daarnaast heeft het Noordplein een relatie met het Watertorenplein net buiten het plangebied, dat als parkeerterrein in gebruik is; motivatie: Onderhavig stedenbouwkundig plan voldoet met de ruime wandelpromenade eindigend in een boulevard aan het uitgangspunt om een Zuidplein te creëren. In de verbeelding van onderhavig uitwerkingsplan zal de openbare ruimte middels een verkeersbestemming geborgd worden.
  3. Tussen Watertorenplein en Noordplein loopt de Langeweg. Langs de Langeweg is het water gedempt, maar zuidelijk van de kavels langs deze weg loopt een watergang bijna door tot het Noordeinde; motivatie Dit onderdeel ligt niet binnen onderhavig uitwerkingsplan en vormt derhalve ook geen uitgangspunt voor dit plan.
  4. De zuidelijke uitbreiding van het centrum bestaat grotendeels uit voorzieningen met daarboven woningen en krijgt een bouwhoogte van vier tot incidenteel vijf lagen. Op het Zuidplein worden de commerciële horecavoorzieningen geconcentreerd; motivatie: Het stedenbouwkundig plan heeft de horeca en dienstverlening om het zuidelijk deel van de promenade bij de boulevard, Het Zuidplein, gepositioneerd. In de verbeelding van het uitwerkingsplan zal deze bestemming op deze plek mogelijk gemaakt worden.
  5. Boven het begane grondniveau wordt gewoond en onder of in de woonblokken wordt geparkeerd voor bewoners. Het parkeren voor bezoekers gebeurd in principe op straat; motivatie: In paragraaf 5.9 wordt de parkeerbalans toegelicht. Hierin wordt gemotiveerd dat in het plangebied afdoende ruimte is om aan de parkeereisen te voldoen.
  6. Ten zuiden van het centrum ligt een schiereiland dat ook nog tot het centrum behoort. Het schiereiland ligt ruim in het water en heeft daardoor bijzondere kwaliteiten. Mogelijke bestemmingen zijn een kantoor of bibliotheek, in combinatie met bijzondere woonvormen; motivatie: In onderhavig stedenbouwkundig plan maakt dit schiereiland wezenlijk onderdeel uit van het centrum. Op dit deel zijn diverse commerciële functies en is dienstverlening gepland. De bijzondere kwaliteiten van het ruim open water bij dit deel wordt benut door het realiseren van een waterplein aan het einde van de wandelpromenade. De bestemmingen zoals aangeduid in het stedenbouwkundig plan zullen middels de bestemming 'Gemengd' mogelijk gemaakt worden op het schiereiland.
  7. Het dorpscentrum van Roelofarendsveen is op verschillende manieren bereikbaar: vanuit het noorden via de  Alkemadelaan, vanuit het dorp zelf via Westeinde, Langeweg en Noordeinde en via de nieuwe hoofdontsluiting van Braassemerland. Deze komt uit aan de zuidwestzijde van het centrum. Het centrum heeft een 30 km-regime en wordt ingericht als verblijfsgebied, waar de auto te gast is. Er komt voldoende parkeergelegenheid in de directe nabijheid van het centrum; motivatie Onderhavig plan sluit aan op de beschreven verkeersstructuur en ook op de nieuwe verkeersontsluiting welke gerealiseerd wordt voor geheel Braassemerland en waarop onderhavig plandeel direct aansluit. De verkeersstructuur in het plangebied wordt geborgd door het opnemen van de bestemming 'Verkeer'. Het verkeersregime van 30 km/h wordt niet in onderhavig uitwerkingsplan geregeld. Een planologisch plan is niet het geëigende middel om verkeersbesluiten in te regelen.
  8. In het centrum liggen de belangrijkste openbare ruimten, allemaal gekoppeld aan het water dat ook in het centrum een prominente rol speelt. Allereerst het winkelplein, gericht op de watergang tussen Noord- en Zuidplein. Het vormt de ruimtelijke afronding van het winkelgebied en een bijzondere plek in het ruimtelijk profiel. Naast het winkelplein is een waterverbinding geprojecteerd, die de verbinding vormt tussen het Zuidplein en het deelgebied Poelen; motivatie: Het stedenbouwkundig plan is uitgewerkt conform bovenstaande beschrijving. In de verbeelding zullen deze stedelijke ruimten geborgd worden door het opnemen van de bestemming 'Verkeer' en 'Water'.
Conclusie
In bovenstaande motivaties is aangegeven dat onderhavig uitwerkingsplan, voor zover de uitgangspunten relevant zijn, volledig aansluit op de uitgangspunten opgenomen in hoofdstuk 2 artikel 5. Er ontstaat geen strijdigheid met artikel 5 'beschrijving in hoofdlijnen' van het bestemmingsplan Braassemerland.