De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wonen;
tuinen en erven;
beroepsmatige activiteiten zulks met een maximum van 30% van het oppervlak van het hoofdgebouw of maximaal 45 m²;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en water.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
gebouwd binnen het bouwvlak;
aantal woningen per bouwvlak op de verbeelding aangegeven;
bouwhoogte maximaal de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw tot maximaal 50% van de totale oppervlakte, met dien verstande dat:
het maximale oppervlak aan aanbouwen en bijgebouwen op bouwpercelen tot 100 m² niet meer bedraagt dan 40 m²;
het maximale oppervlak aan aanbouwen en bijgebouwen op bouwpercelen van 100 m² tot 300 m² niet meer bedraagt dan 40 m², vermeerderd met 10% van de perceelsgrootte wat groter is dan 100 m², zulks met een absoluut maximum van 80 m². Hierbij geldt een maximaal bebouwingspercentage van 40%;
het maximale oppervlak aan aanbouwen en bijgebouwen op bouwpercelen groter dan 300 m², 121 m² mag bedragen vermeerderd met 10% van het aantal meters dat het perceel groter is dan 300 m², zulks met een absoluut maximum van 250 m²;
aanbouwen aan de zijgevel mogen de zijgevel- en achtergevelrooilijn met niet meer dan 2,5 m overschrijden;
aanbouwen aan de voorgevel mogen de voorgevelrooilijn met maximaal 1 m overschrijden;
de breedte van aanbouwen aan de voorgevel bedraagt maximaal 2/3 van de breedte van de originele voorgevel en mogen de zijgevellijn niet overschrijden;
de hoogte van aanbouwen mag niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen plus 0,25 m. De hoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn bedraagt de maximale hoogte van erfafscheidingen maximaal 1 m;
voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn bedraagt de maximale hoogte van erfafscheidingen maximaal 2 m;
voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn bedraagt de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximale 2 m;
voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn bedraagt de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximale 2,7 m.