5.4 Archeologie
In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
In mei 2011 is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem vastgesteld. In het kader van een aantal bestemmingsplanprocedures en het voornemen tot vaststellen van een erfgoedverordening is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zijn de ondergrenzen herijkt en de archeologische verwachting op bepaalde plaatsen in de gemeente aangepast. Vervolgens heeft de gemeenteraad op 13 mei 2013 deze herziening van het beleid vastgesteld.
Bijgestelde Archeologische beleidsadvieskaart
De verschillende verwachtingswaarden zijn in voorliggend bestemmingsplan vertaald in de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1 en 3. Het AMK terrein op de Herenweg 26 in Rijnsaterwoude is vertaald in de dubbelbestemming Waarde - Archeologie AMK terrein. Op basis van de regels in de bestemmingen kan het zijn dat archeologisch onderzoek verplicht is als er bodemingrepen plaatsvinden. Door het opnemen van de dubbelbestemming zijn bij de ontwikkelingen beschreven in paragraaf 4.5 de archeologische belangen voldoende geborgd.
Daarnaast is het nog steeds mogelijk dat, indien een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is, archeologische resten gevonden worden. De wet verplicht vondsten van oudheidkundige betekenis te melden, de zogenaamde ‘meldingsplicht’ (artikel 53 Monumentenwet 1988): 'Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is, meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister.'