4.8 Archeologie
Door ondertekening van het verdrag van Malta (1992) heeft Nederland zich verplicht om bij ruimtelijke planvorming nadrukkelijk rekening te houden met het niet zichtbare deel van het cultuurhistorisch erfgoed, te weten de archeologische waarden. In de Monumentenwet is geregeld hoe met archeologische vindplaatsen en zichtbare monumenten moet worden omgegaan. Het streven is om deze belangen tijdig bij de planvorming te betrekken. In dit verband moet een verkenning worden gedaan om de archeologische potentie in te schatten.
De Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland geeft een overzicht van de cultuurhistorische kenmerken en waarden in Zuid-Holland. Afbeelding 10 toont een uitsnede van de, bij de Cultuurhistorische Hoofdstructuur behorende, Cultuurhistorische Waardenkaart.
Afbeelding 10: uitsnede cultuurhistorische waardenkaart (plangebied nabij pijl)
Conclusie
Het plangebied valt op de cultuurhistorische waardenkaart in een gebied met een kleine kans op archeologische sporen, oftewel een lage verwachtingswaarde. Voor deze gebieden is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.