3.4.1 Maatschappelijke Ruimtelijke Stuctuurvisie 2025
De gemeenteraad van Kaag en Braassem heeft in november 2011 het Maatschappelijke Ruimtelijke Stuctuurvisie (MRSV) 2025 vastgesteld. De MRSV is de gemeentelijke visie op de maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling tot het jaar 2025.
De MRSV integreert het beleid vanuit verschillende beleidssectoren tot een logisch en samenhangend geheel. De MRSV biedt een beleidslijn op hoofdlijnen vanuit de gedachte dat de gemeente zich niet (meer) tot in detail met alles gaat bemoeien. Voor zaken en activiteiten waar de gemeente de komende jaren nog wel een duidelijke verantwoordelijkheid heeft of wil hebben, moet aanvullend beleid worden ontwikkeld. Voor dit aanvullende beleid geldt de MRSV als basis.
De MRSV is in lijn gebracht met de beleidsdoelen van het Rijk en de provincie. Zo zijn de ‘gebiedsprofielen’ van de provincie gebruikt als basis voor de ruimtelijke structuur. Op regionale schaal zijn de beleidsdoelen van Holland Rijnland in deze MRSV geïntegreerd. Ook is gekeken naar de verschillende beleidsdoelen van de voormalige gemeenten Alkemade en Jacobswoude. De gemeente maakt in de MSRV vijf strategische keuzes:
- geen nieuwe woningbouwplannen. Wel afronding huidige projecten en versterken bestaande woonmilieus;
- delen verantwoordelijkheid. De gemeente neemt niet meer zelf initiatief maar faciliteert;
- verschil tussen groei- en groenkernen. Het behoud van voorzieningen is ondergeschikt aan de kwaliteit van (samen)leven. Bundeling van voorzieningen en woningaanbod enkel in de groeikernen. Dit versterkt de levensvatbaarheid van die voorzieningen.
- ruimtelijke kwaliteit staat voorop. Economische ontwikkelingen worden gestimuleerd langs de hoofdverkeersaders en langs de intensievere recreatieve routes. Daarmee worden de waardevolle landschappen beschermd;
- ontwikkeling door beheer. De focus komt steeds meer te liggen op de ontwikkeling van kleinschalige herstructureringen binnen de bestaande woonomgeving.
De glastuinbouw in Kaag en Braassem is kleinschalig. De gemeente wil in overleg met ondernemers zoeken naar nieuwe mogelijkheden om glastuinbouw een kansrijke toekomst te geven. Dit kan door thema’s als duurzaamheid, kennis, intensivering, specialisatie , innovatie en onderwijs. De ondernemer krijgt ter bevordering van een gezond ondernemerschap de ruimte om (recreatieve) nevenactiviteiten te ontplooien.
De gemeente zet zich in om de glastuinbouwgebieden in Roelofarendsveen, Nieuwe Wetering, Oude Wetering en Woubrugge nieuwe kansen en ruimte te geven. Kleine glastuinbouwgerelateerde bedrijvigheid kan daarbij als extra investeringsimpuls voor de bestaande glastuinbouwgebieden worden gezien. Bij nieuwbouw of herstructurering van het betreffende glastuinbouwgebied is er in het bijzonder aandacht voor duurzaamheid, ontsluiting en water.
Onderhavig plan is in lijn met de MRSV 2025.
3.4.2 Beleidsregel: twee bedrijfswoningen
Op 14 september 2004 heeft de voormalige gemeente Alkemade de beleidsregel ‘twee bedrijfswoningen voor bedrijven met meerdere bedrijfslocaties’ vastgesteld. In het kader van de schaalvergroting in de land- en tuinbouwsector wordt de gemeente in toenemende mate geconfronteerd met bedrijven met verschillende bedrijfslocaties. Op dat moment doet zich ook de vraag voor of er voor beide locaties een bedrijfswoning kan worden gerealiseerd. De gemeente heeft hieraan ruimte willen bieden door een specifiek beleid voor bedrijven met twee bedrijfslocaties op te stellen. Op grond van provinciaal beleid zijn in beginsel alleen gebouwen en andere bouwwerken toelaatbaar die noodzakelijk zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven.
Planspecifiek
De beleidsregel is in strijd met de Verordening Ruimte van de provincie. In artikel 4.1 lid C maximaliseert de provincie het aantal bedrijfswoningen op 1, tenzij er reeds meerdere zijn vergund. Derhalve is de regeling niet opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
3.4.3 Geldend bestemmingsplan 'Roelofarendsveen Zuid' (1992
)
Het plangebied heeft in het vigerend bestemmingsplan Alkemade Roelofarendsveen Zuid, welke is vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 1992 en door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland is goedgekeurd op 25 januari 1993, een agrarische bestemming met de substemming tuinbouwbedrijven. De maximaal toegestane goothoogte voor kassen in het gebied bedraagt 6 meter. Er is een vrijstellingbevoegdheid voor het college van B&W opgenomen voor een verhoging van maximaal 15%.
In het gebied hebben alleen de hoofdwatergangen de bestemming water, de overige watergangen hebben een agrarische bestemming met subbestemming tuinbouwbedrijven. Een aantal woningen in het woonlint langs de Floraweg en Geestweg hebben een woonbestemming. Het overgrote deel van de woningen is bestemd als bedrijfswoning en heeft een agrarische bestemming. In het bestemmingsplan bedraagt de afstand tussen ‘burgerwoningen’ en glastuinbouwbedrijven minimaal 30 meter.
3.4.4 Notitie Handhaven Huisvesten Arbeidsmigranten
In de Notitie Handhaven Huisvesten Arbeidsmigranten in de Gemeente Kaag en Braassem (september 2008) wil de gemeente duidelijkheid scheppen hoe de arbeidsmigranten gehuisvest kunnen worden. Het ontbreken van voldoende huisvesting voor arbeidsmigranten zorgt ervoor, dat er veelal meer mensen in een pand verblijven dan toegestaan of wenselijk is. Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van gebouwen die daarvoor niet bestemd zijn en waarvan niet bekend is of deze gebouwen een veilige en gezonde woonsituatie creëren.
Middels deze Notitie wordt een toetsingskader geschept dat een handvat geeft om te beoordelen of het huisvesten van arbeidsmigranten toegestaan is met betrekking tot huisvesting in het buitengebied. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en structurele huisvesting van arbeidsmigranten.
Voor structurele huisvesting biedt de gemeente geen mogelijkheden in het buitengebied onder meer vanwege het risico op permanente bewoning . Uitgangspunt voor tijdelijke huisvesting is dat het vanuit bedrijfseconomische redenen noodzakelijk is om op het eigen bedrijf te huisvesten. Deze huisvesting kan alleen plaatsvinden tijdens piekbelastingen van niet meer dan 6 aaneengesloten maanden. De huisvesting zal door logies in eigen bedrijfswoning moeten plaatsvinden.
Planspecifiek
Een afwijking voor het gebruik van de eigen woning als logiesverblijf voor arbeidsmigranten van niet langer dan zes aaneengesloten maanden zal opgenomen worden in de bestemmingsregeling.
3.4.5 Verkeercirculatieplan
Op 11 oktober 2006 is het Verkeerscirculatieplan Roelofarendsveen vastgesteld. Dit plan is opgesteld ten behoeve van het transformatiegebied Braassemerland. In dit gebied worden 2.500 woningen ontwikkeld. De verkeersafwikkeling van dit gebied zal deels geschieden via de bestaande wegenstructuur door Roelofarendsveen.
Middels het verkeerscirculatieplan wordt inzichtelijk gemaakt of de bestaande wegenstructuur hiervoor toereikend is, of dat maatregelen genomen moeten worden.
De wegen in het plangebied worden in het verkeerscirculatieplan gecategoriseerd als erftoegangswegen. Geconstateerd wordt dat de verkeersveiligheid op het Westeinde, met name voor langzaam verkeer, onvoldoende is. De functie en vormgeving (onder meer belemmeringen voor het vrachtverkeer) van het Westeinde en de westelijke
aansluiting op de Alkemadelaan zorgen voor een onveilige situatie, met conflictsituaties tussen het langzaam en snelverkeer. In het verkeerscirculatieplan wordt een nieuwe oost-westverbinding gepresenteerd. Deze verbinding heeft als doel het Westeinde en de Alkemadelaan te ontlasten. De directe aansluiting van het Westeinde op de Alkemadelaan komt te vervallen. Om de bestemmingen aan het Westeinde bereikbaar te houden wordt voorgesteld de weg in het midden te knippen en het oostelijke deel aan te sluiten op de nieuwe ontsluitingsweg en het westelijk deel op de Stationsstraat (bestaande aansluiting).
Betekenis voor het bestemmingsplan
De gepresenteerde oost-westverbinding in het verkeerscirculatieplan is direct boven het plangebied gesitueerd. De Floraweg zal aanhaken op deze verbinding. Dit resulteert in een betere ontsluiting van het plangebied. Het verkeerscirculatieplan heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
3.4.6 Notitie Beroep aan huis
In november 2009 heeft de raad de beleidsnotitie ‘Beroep aan huis in gemeente Kaag en Braassem’ vastgesteld. Aanleiding van deze notitie is de fusie van gemeente Alkemade en Jacobswoude in 2009 waarbij er nog geen geharmoniseerde regeling bestond over beroep aan huis voor de nieuwe gemeente. Daarbij is rechtsongelijkheid een aanleiding; afhankelijk van het woonadres is het vestigen van beroep aan huis bij recht, na ontheffing of in zijn geheel niet toegestaan. Tenslotte is gemeente Kaag en Braassem een ondernemende gemeente die er naar streeft ondernemerschap te stimuleren en daar voor ruimte te bieden door ruimhartig beleid vast te stellen.
Onder beroep aan huis wordt een dienstverlenend beroep verstaan dat in de woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt. Het betreft hier alleen de woningen die bestemd zijn als "wonen", dat wil zeggen dat er geen mogelijkheden worden geboden voor beroep aan huis bij bedrijfswoningen. Mogelijkheden bij deze woningen worden via de nevenfunctie-regeling geregeld.
Een vrij beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit is enkel toegestaan, indien de omvang van de functie niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van de woning (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen) beslaat tot een maximum van 50 m2 voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en 100 m2 voor vrije beroepen. Detailhandel is toegestaan voor zover het betreft goederen die ter plaatse zijn bewerkt en/of hersteld. Onder kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis wordt bedrijvigheid verstaan, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij het woonhuis (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen), met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. In de notitie is een lijst van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten opgenomen, deze lijst is als bijlage
1 bij de voorliggende toelichting gevoegd.
Betekenis voor het bestemmingsplan
De regels bij de bestemming wonen zullen worden aangepast zodat, binnen de in de notitie gestelde kaders, beroep aan huis mogelijk gemaakt wordt.
3.4.7 Afwijkingenbeleid
Indien bij bouwvoornemens het voorgenomen gebruik afwijkt van het bestemmingsplan zal naast de activiteit ‘bouwen’ de omgevingsvergunning ook verleend moeten worden voor de activiteit ‘het gebruiken van gronden of
bouwwerken in afwijking van het bestemmingsplan’. Op basis van artikel 2.12 Wabo kan voor dergelijke afwijkingen een omgevingsvergunning verleend worden. De gemeente heeft wat dit betreft een bepaalde beleidsvrijheid. Middels het afwijkingenbeleid schept de gemeente heldere toetsingskaders om deze beleidsvrijheid te sturen. Dit doet de gemeente middels de zogenaamde kwalitatieve en kwantitatieve toets. De kwalitatieve toets draag daarbij zorg voor de haalbaarheid van het plan terwijl de kwantitatieve toets de planologische wenselijkheid zekerstelt.
Betekenis voor het bestemmingsplan
Het beleid is als aanvulling op het bestemmingsplan. Indien het bestemmingsplan bepaalde zaken niet regelt het voornemen haalbaar en wenselijk is dan kan er planologische medewerking aan worden gegeven. Doordat het aanvullend op het bestemmingsplan werkt is er geen doorwerking in het bestemmingsplan.
- 1. Bedrijven en beroepen aan huis-lijst