Plan: | Buitengebied Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1884.BPBUITENGEBIEDOOST-VAS1 |
het bestemmingsplan 'Buitengebied Oost' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1884.BPBUITENGEBIEDOOST-VAS1 van de gemeente Kaag en Braassem.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw is verbonden en door zijn verschijningsvorm een ondergeschikte bouwmassa vormt.
de uitoefening van een beroep door de bewoner op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied in een woning of bijgebouw, waarbij de woning overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in:
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij minder dan een halve arbeidskracht.
een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of het leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven, dan wel op het verwerken, opslaan en/of verhandelen van dieren of producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
een bedrijf dat gericht is op het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen alsook de verkoop en/of het leveren – als ondergeschikte nevenactiviteit – van goederen die verband houden met het ambacht zoals een kaasmakerij.
het bewerken van agrarische producten die afkomstig zijn van het eigen bedrijf of vanuit de streek, voor zover deze karakteristiek zijn voor de streek.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de (bedrijfs)woning en bijbehorende bijgebouwen of het hoofdgebouw.
een inrichting, onderneming of instelling gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
het bedrijfsmatig exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.
of
een woning die fysiek van oudsher behoort bij het op die bestemming aanwezige complex, zoals een voormalige molenaarswoning, pastorie, zomerwoning of een rustende boer-woning, waarbij het gebruik van de woning als zodanig het functioneren van het bedrijf niet mag belemmeren.
legale afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
legale bouwwerken, die op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmings-plan zijn of worden gebouwd krachtens een rechtsgeldig verleende omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een bouwvergunning.
het op het tijdstip van het in werking treden van het plan legaal aanwezige en/of vergunde gebruik.
het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van het houden van vee in omvang zoals op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan feitelijk legaal aanwezig inclusief de daarvoor aanwezige stalsystemen en voorzieningen ter beperking van de emissie van stikstof. Voor zover op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of Wet natuurbescherming aanwezig zijn (dit betreffen in ieder geval de vergunningen met kenmerk ODH-2014-00575327 d.d. 11 augustus 2014 en ODH-2016-00033544 d.d. 4 april 2016) betreft de omvang van de bestaande veestapel het maximum aantal dieren zoals krachtens de vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of Wet natuurbescherming is toegestaan. Indien geen vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of Wet natuurbescherming zijn verleend, wordt de omvang bepaald op basis van de feitelijk legaal aanwezige veestapel en de feitelijk aanwezige stalsystemen en voorzieningen ter beperking van de emissie van stikstof op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
niet-overdekte piste voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, al dan niet voorzien van een hekwerk, ten behoeve van het berijden, trainen en/of africhten van paarden.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (kleine) etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
activiteiten gericht op ontspanning in de vrije tijd zoals sport en spel, natuurbeleving, amusement en uitstapjes, die uitsluitend plaatsvinden binnen een tijdsbestek van een dag, zonder overnachting en waartoe tevens kleinschalige horeca-activiteiten als bedoeld in 1.63 3e en 5e lid worden gerekend.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst, achter de goothoogte.
een uitbreiding van het hoofdgebouw als zijnde vergroting van de bestaande ruimten, niet op de begane grond.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake land- en tuinbouw, cultuurhistorie, landschap, natuur en/of archeologie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten en caravans, tuincentra, bouwmarkten detailhandel in grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels die vanwege de omvang en de aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstraling.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
een tijdelijke opvangplaats voor huisdieren, waar het dier na verloop van tijd weer wordt opgehaald door de eigenaren, bijvoorbeeld na vakantie.
een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en/of cultuur.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
Extensieve recreatie is recreatie waarbij relatief weinig mensen aanwezig zijn per oppervlakte- of tijdseenheid. Recreatie met weinig dynamiek en die weinig druk uitoefent op de omgeving. Er zijn weinig of geen gebouwen nodig.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
gevoelige functies, zoals opgenomen in artikel 32.4 en 32.5, onderverdeeld in de volgende categorieën:
een bedrijf gericht op het africhten, fokken en verzorgen van honden.
het gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of telen van agrarische producten, zonder dat sprake is van een agrarisch bedrijf.
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf dat in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie. In deze regels worden onder horecabedrijf uitsluitend de volgende specifieke vormen daarvan begrepen:
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting, verfraaing en/of het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
een intensieve kwekerij is het kweken van gewassen of vissen zonder of nagenoeg zonder gebruik te maken van daglicht.
intensieve veehouderij/kwekerij waarvan de productieomvang in ondergeschikte mate (minder dan de helft) onderdeel uitmaakt van de totale productieomvang van het grondgebonden agrarisch bedrijf.
Onder intensieve recreatie wordt recreatie verstaan waarbij relatief veel mensen aanwezig zijn per oppervlakte- of tijdseenheid. Recreatie met veel dynamiek en die veel druk uitoefent op de omgeving. In vergelijking met extensieve recreatie is er vaak meer en omvangrijkere bebouwing aanwezig.
haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.
een bedrijf, primair gericht op reparatie en onderhoudswerkzaamheden van schepen.
een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie onttrokken is of een nieuw gebouw op een voormalig agrarisch bouwvlak dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen.
een niet als een bouwwerk aan te merken, seizoensgebonden verblijfsrecreatief onderkomen, zoals tenten en toercaravans.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal, met een hoogte van 1,5 m of meer boven het maaiveld, ten behoeve van teelt van gewassen.
een voorziening waar ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
een bij een agrarisch bedrijf of een als zodanig op de verbeelding aangeduide voormalige boerderij behorende theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde. Het schenken of nuttigen van alcoholhoudende dranken is niet toegestaan.
een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen.
de aanleg van kleine elementen zoals rietlandjes, schraallanden, moerasjes, plas-draszones, open water en bosschages van een zeer beperkte omvang ten behoeve van de natuur.
een object als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, waterhuishouding, terreinvormen, levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
een afgesloten systeem van tanken/silo's dat gebruikt wordt voor de productie van energie uit dierlijke mest.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
onderdelen van een agrarisch bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/-activiteiten afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een (overwegend) gesloten dak.
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining ten behoeve van het berijden, trainen en/of africhten van paarden.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen, te berijden en te weiden; onder paardenpension/paardenstalling worden geen maneges verstaan.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, eventueel in combinatie met een duidelijk ondergeschikte paardenstalling/pension.
een gebouw met meerdere zalen, die hoofdzakelijk gebruikt en/of verhuurd worden ten behoeve van feesten, partijen, discoavonden en dergelijke met de daarbij behorende faciliteiten zoals toiletten, een kleine horecagelegenheid etc.
gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen, doordat zij uitsluitend bij hetzelfde bedrijf, dezelfde woning of instelling behoren.
elk vaartuig, met uitzondering van een zeilplank, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, watersport of andere recreatie op het water.
dagrecreatieve activiteiten op agrarische gronden met vaste voorzieningen, zoals hindernisbanen en teambuilding.
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
gebruik van gronden gericht op (extensieve) dagrecreatie waarbij het gebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de gronden.
voor parken met recreatiewoningen het hele jaar en voor het overige periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bedrijfsgebouwen.
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
gewassen, zoals olifantengras, maïs, voederbieten, luzerne, die in de volle grond worden geteeld en waarvan de opbrengst is bestemd als voer voor landbouwhuisdieren, niet zijnde weidegras.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een bouwwerk in en boven het water bedoeld als aanlegplaats voor vaartuigen (aanlegsteiger) of als kleinschalige dagrecreatieve voorziening, zoals een zwem- en/of vissteiger.
een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
een onderkomen bedoeld voor tijdelijk recreatief verblijf van personen die elders hun hoofdverblijf hebben; hieronder vallen onder andere kampeermiddelen, stacaravans, chalets en recreatiewoningen. De verblijfsrecreatieve onderkomens worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
de nieuwe bestemming van het bouwperceel indien het aldaar gevestigde agrarische bedrijf opgeheven is.
de totale oppervlakte van een (neven)activiteit, zoals een aan-huis-gebonden beroep, een ambachtelijke of nijverheidsactiviteit, een kapper-aan-huis, lesinstituut of (kleinschalige) horecagelegenheid met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen, keukens, toiletten en overige dienstruimten.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste één volledige arbeidskracht.
de naar de weg of waterweg gekeerde zijde van een gebouw of in het geval van hoeksituaties de twee of drie zijden van een gebouw die naar de weg of waterweg zijn gekeerd.
de lijn die - evenwijdig aan de openbare weg - in het verlengde ligt van de voorgevel van het gebouw, dat het dichtst bij de weg is gelegen, gebouwen kleiner dan 6 m² niet meegerekend.
voormalig agrarisch bouwblok waar het agrarisch gebruik reeds is gestaakt.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
elk voor de vaart bestemd vaar- of drijftuig, dat is afgemeerd op een vaste plaats en dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor dan wel blijkens zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd als zijnde woning of zijnde verblijfsrecreatief onderkomen.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
bedrijf met als hoofd- of nevenactiviteit het verlenen van zorg en begeleiding middels dag- en/of nachtopvang aan mensen waarbij het meewerken aan agrarische activiteiten in, bij en rond het bedrijf een wezenlijk onderdeel kan zijn van resocialisatie of therapie.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
de breedte wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het breedst is, inclusief gangboorden en balkons.
vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
de lengte wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is, inclusief gangboorden en balkons, ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, het hart van de scheidingsmuren en/of de buitenwerkse maten van de draagconstructie, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de zijwanden of de uiterste randen van gangboorden en/of balkons, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m3 | 6 m | 10 m (12 m bij inpandige bedrijfs- woning) | |||||||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | ||||||||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | |||||||||
bedrijfsgebouwen | 6 m | 12 m | ||||||||||
kassen | 6 m | 9 m | ||||||||||
silo's | 12 m | |||||||||||
erf- en terrein- afscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - buiten het bouwvlak - binnen het bouwvlak |
1 m 1,5 m 2 m |
|||||||||||
- windturbine - windmolen buiten het bouwvlak, ten behoeve van waterhuishouding |
15 m 6 m |
|||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (geen erf- of terreinafscheidingen) | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder e ten behoeve van een grotere goot- en bouwhoogte van de kassen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder b ten behoeve van de overschrijding van bouwvlakken ten behoeve van een laad-/losinrichting indien de vergroting noodzakelijk is voor de aanleg van een laad-/losinrichting, waardoor de verkeersdoorstroming ter plaatse wordt verbeterd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder b ten behoeve van de overschrijding van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de inhoud van de woning te vergroten tot 900 m³, zulks ten behoeve van de inwoning van een tweede arbeidskracht of inwoning van een rustende boer met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder d ten behoeve van de bouw van een agrarische bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het agrarische bouwvlak te vergroten tot maximaal 2 ha, met inachtneming van het volgende;
met dien verstande dat het agrarische bouwvlak mag worden vergroot tot maximaal 2,5 ha indien sprake is van verbredingsactiviteiten bij agrarische bedrijven, waaronder zorg, recreatie, energieopwekking tot middel van biomassavergisting en de verkoop van producten uit eigen teelt, mits de agrarische functie de hoofdfunctie blijft en de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven niet wordt belemmerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' op te nemen, teneinde het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de toegestane goot- en bouwhoogte van kassen te verhogen van respectievelijk 6 en 9 meter naar 8 en 10 meter.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Tabel 4.1 Toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. oppervlak grond te gebruiken voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |||
veehandelsbedrijven; africhtingsbedrijven voor paarden | - | 400 m² | |||
veearts; hoefsmederij | - | 400 m² | |||
paardenhouderij | binnen het bouwvlak: een paardenbak met een afmeting van 1.200 m2 | 500 m² | |||
paardenstalling/paardenpension | binnen het bouwvlak: een paardenbak met een afmeting van 1.200 m2 | 500 m2 | |||
recreatief nachtverblijf (bed & breakfast) | 200 m2 | ||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 400 m² | |||
verkoop streekeigen producten, boerderijwinkel | - | 100 m² | |||
kinderboerderij | - | 400 m² | |||
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | - | 400 m² | |||
kleinschalig kamperen | 2.500 m² binnen het bouwvlak | 50 m2, uitsluitend ten behoeve van sanitair/opslag | |||
recreatief nachtverblijf (bed & breakfast) | - | 200 m2 | |||
kampeerboerderij | - | 400 m² | |||
kleinschalige horecagelegenheid, zoals bedoeld in artikel 1.63, 3e of 5e lid | - | 100 m² | |||
museum/tentoonstellingsruimte | - | 100 m² | |||
kunst- of antiekhandel | - | 400 m² |
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m3 | 6 m | 10 m (12 m bij inpandige bedrijfs- woning) | |||||||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | ||||||||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | |||||||||
bedrijfsgebouwen | 6 m | 12 m | ||||||||||
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' | 6 m | 9 m | ||||||||||
kassen ter plaatse van de aanduiding 'sierteelt' | 300 m2 | 6 m | 9 m | |||||||||
silo's | 12 m | |||||||||||
solitaire schuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 'solitaire schuur' | 4 m | 7 m | ||||||||||
erf- en terrein- afscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - buiten het bouwvlak - binnen het bouwvlak |
1 m 1,5 m 2 m |
|||||||||||
- windturbine - windmolen buiten het bouwvlak, ten behoeve van waterhuishouding |
15 m 6 m |
|||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (geen erf- of terreinafscheidingen) | 3 m | |||||||||||
zendmast maximaal 1 | 40 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2 onder a ten behoeve van de overschrijding van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de inhoud van de woning te vergroten tot 900 m³, zulks ten behoeve van de inwoning van een tweede arbeidskracht of een rustende boer, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 onder r, ten behoeve van het toestaan van de in tabel 4.2 genoemde niet-agrarische nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Tabel 4.2 Toegestane nevenfuncties na afwijking bij een omgevingsvergunning
nevenfunctie | max. oppervlak grond te gebruiken voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 t/m 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 500 m², uitsluitend in bestaande gebouwen | |
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m², uitsluitend in bestaande gebouwen | |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m², uitsluitend in bestaande gebouwen (niet zijnde kassen) | |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m², uitsluitend in bestaande gebouwen | |
mestvergisting | 1.800 m² | 400 m² | |
poldersport | buiten, maar aansluitend aan het bouwvlak 2 ha | 400 m² | |
verhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers | - | 100 m² | |
sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) | - | 400 m² | |
dierenpension | - | 400 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de typen nevenfuncties zoals genoemd in tabel 4.1 en 4.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 4.1 en 4.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 4.5.1.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 4.6.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische en landschappelijke waarden, zoals bedoeld in lid 4.1 onder c, in de directe omgeving niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen door de initiatiefnemer aangetoond dient te worden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het agrarische bouwvlak te vergroten tot maximaal 2 ha, met inachtneming van het volgende;
met dien verstande dat het agrarische bouwvlak mag worden vergroot tot maximaal 2,5 ha indien sprake is van verbredingsactiviteiten bij agrarische bedrijven, waaronder zorg, recreatie, energieopwekking tot middel van biomassavergisting en de verkoop van producten uit eigen teelt, mits de agrarische functie de hoofdfunctie blijft en de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven niet wordt belemmerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden zodanig te wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – de in tabel 4.3 genoemde vervolgfuncties toegestaan zijn, met dien verstande dat:
Tabel 4.3 Toegestane vervolgfuncties
vervolgfuncties |
wonen, hobbyboerachtige activiteiten |
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1, 2 en 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
veehandelsbedrijven, africhtingsbedrijven voor paarden |
hoefsmederij, veearts |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten |
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
opslag/stalling van goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bestaande gebouwen, niet zijnde kassen |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (onder andere aannemersbedrijf, schildersbedrijf, meubelstoffeerderij, pottenbakkerij) |
jachtwerf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
watersportbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
recreatiebedrijven, horeca (zoals bedoeld in lid 1.63 lid 1 t/m 6), verblijfsrecreatie |
kinderboerderij |
manege |
paardenstalling, paardrijactiviteiten |
verblijfsrecreatieve appartementen |
kampeerboerderij |
sociale vervolgfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) |
museum, tentoonstellingsruimte |
kunst- of antiekhandel |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de typen vervolgfuncties zoals genoemd in tabel 4.3, teneinde vervolgfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 4.3 toelaatbare vervolgfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 4.7.2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' op te nemen, teneinde het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van de Ruimte voor Ruimteregeling de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden te wijzigen in de bestemming Wonen ten behoeve van de bouw van een extra woning in ruil voor de sloop van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden te wijzigingen in de bestemming Wonen en Natuur ten behoeve van de realisatie van een nieuw landgoed, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de toegestane goot- en bouwhoogte van agrarische
bedrijfsbebouwing te verhogen van respectievelijk 6 en 12 meter naar 8 en 14 meter.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Tabel 5.1 Toegestane nevenfuncties
nevenfuncties | max. oppervlak grond te gebruiken voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |
veearts, hoefsmederij | - | 400 m² | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 400 m² | |
verkoop streekeigen producten, boerenwinkel | - | 100 m² | |
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | - | 400 m² | |
recreatief nachtverblijf (bed & breakfast) | - | 200 m² | |
kleinschalige horecagelegenheid, zoals bedoeld in artikel 1.63 horecabedrijf, 3e of 5e lid | - | 100 m² |
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m3 | 6 m | 10 m (12 m bij inpandige bedrijfs- woning) | |||||||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | ||||||||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | |||||||||
bedrijfsgebouwen | 6 m | 12 m | ||||||||||
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' | 6 m | 9 m | ||||||||||
kassen ter plaatse van de aanduiding 'sierteelt' | 300 m2 | 6 m | 9 m | |||||||||
silo's | 12 m | |||||||||||
solitaire schuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - solitaire schuur' | 4 m | 7 m | ||||||||||
erf- en terrein- afscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - buiten het bouwvlak - binnen het bouwvlak |
1 m 1,5 m 2 m |
|||||||||||
- windturbine - windmolen buiten het bouwvlak, ten behoeve van waterhuishouding |
15 m 6 m |
|||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (geen erf- of terreinafscheidingen) | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2 onder a ten behoeve van de overschrijding van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van de voor de bedrijfswoning geldende maximale inhoudsmaat, teneinde het mogelijk te maken de inhoud van de woning te vergroten tot 900 m³, zulks ten behoeve van de inwoning van een tweede arbeidskracht of een rustende boer met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder l, ten behoeve van het toestaan van de in tabel 5.2 genoemde niet-agrarische nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Tabel 5.2 Toegestane nevenfuncties na afwijking bij een omgevingsvergunning
nevenfunctie | max. oppervlak grond te gebruiken voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |
veehandelsbedrijven, africhtingsbedrijven voor paarden | - | 400 m², uitsluitend in bestaande gebouwen | |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bestaande gebouwen | - | 400 m², uitsluitend in bestaande gebouwen (niet zijnde kassen) | |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m2, uitsluitend in bestaande gebouwen | |
mestvergisting | 1.800 m2 | 400 m2 | |
paardenhouderij | binnen het bouwvlak: een paardenbak met een omvang van 1.200 m2 | 500 m2 | |
paardenstalling | binnen het bouwvlak: een paardenbak met een afmeting van 1.200 m² | 500 m² | |
kinderboerderij | - | 400 m2 | |
kleinschalig kamperen | 2.500 m² binnen het bouwvlak | 50 m2, uitsluitend ten behoeve van sanitair/opslag | |
kampeerboerderij | - | 400 m² | |
verhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers | - | 100 m² | |
sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) | - | 400 m² | |
museum, tentoonstelling | - | 100 m² | |
kunst- of antiekhandel | - | 400 m² | |
dierenpension | - | 400 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de typen nevenfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 en 5.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 5.1 en 5.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 5.5.1.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 5.6.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het agrarische bouwvlak te vergroten tot maximaal 2 ha, met inachtneming van het volgende;
met dien verstande dat het agrarische bouwvlak mag worden vergroot tot maximaal 2,5 ha indien sprake is van verbredingsactiviteiten bij agrarische bedrijven, waaronder zorg, recreatie, energieopwekking tot middel van biomassavergisting en de verkoop van producten uit eigen teelt, mits de agrarische functie de hoofdfunctie blijft en de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven niet wordt belemmerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' zodanig te wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – de in tabel 5.3 genoemde vervolgfuncties toegestaan zijn, met dien verstande dat:
Tabel 5.3 Toegestane vervolgfuncties
Vervolgfuncties |
wonen, hobbyboerachtige activiteiten |
veehandelsbedrijven, africhtingsbedrijven voor paarden |
hoefsmederij, veearts |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (onder andere aannemersbedrijf, schildersbedrijf, meubelstoffeerderij, pottenbakkerij) |
jachtwerf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
watersportbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
recreatiebedrijven, horeca (zoals bedoeld in lid 1.63 lid 1 t/m 6), verblijfsrecreatie |
kinderboerderij |
paardenstalling, paardrijactiviteiten |
verblijfsrecreatieve appartementen |
kampeerboerderij |
sociale vervolgfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) |
museum, tentoonstellingsruimte |
kunst- of antiekhandel |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de typen vervolgfuncties zoals genoemd in tabel 5.3, teneinde vervolgfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 5.3 toelaatbare vervolgfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 5.7.2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' op te nemen, teneinde het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van de Ruimte voor Ruimteregeling de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' te wijzigen in de bestemming Wonen ten behoeve van de bouw van een extra woning in ruil voor de sloop van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' te wijzigingen in de bestemming Wonen en Natuur ten behoeve van de realisatie van een nieuw landgoed, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de toegestane goot- en bouwhoogte van agrarische bedrijfsbebouwing te verhogen van respectievelijk 6 en 12 meter naar 8 en 14 meter.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
voor zover de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder d t/m o behoren tot categorie 3 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
voor zover de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder p en r behoren tot categorie 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) inpandige bedrijfswoning |
750 m3 | 6 m 6 m |
8 m gelijk aan bedrijfsgebouwen |
|||||||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | ||||||||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | |||||||||
betonfabriek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek' | 6 m | 12 m | ||||||||||
scheepsbouw- en reparatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw- en reparatiebedrijf' | 6 m | 8 m | ||||||||||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | 4 m | 8 m | ||||||||||
erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening' en 'gemaal' | 3 m | |||||||||||
overige erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
|||||||||||
windturbine | 15 m | |||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 6.2 onder h ten behoeve van de bouw van silo's tot een hoogte van 20 m waarbij de bouwwerken moeten worden geplaatst binnen een zone van 50 m uit de as van de Westerdijk.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van de bouw van maximaal 4 woningen de gronden voorzien van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek' alsmede de bijbehorende aanduidingen als bedoeld in artikel 34.5 en 34.6 te schrappen indien de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf ter plaatse zijn beëindigd en de omgevingsvergunning voor de milieu-activiteiten voor een betonfabriek is ingetrokken.
De voor 'Bedrijventerrrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) inpandige bedrijfswoning |
750 m3 | 6 m 6 m |
8 m gelijk aan bedrijfsgebouwen |
||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | |||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | ||||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | 4 m | 8 m | |||||
overige erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m3 | 6 m | 10 m | ||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | |||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de bedrijfswoning | 50 m2 | 3 m | 5 m | ||||
bedrijfsgebouwen | 4 m | 8 m | |||||
windturbines | 15 m | ||||||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daarin:
Op deze gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nader eisen te stellen aan speelvoorzieningen en voet- en fietspaden ten einde te waarborgen dat deze geen afbreuk doen aan de landschappelijke inpassing van de recreatieve voorzieningen die met de groenvoorzieningen is beoogd.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Groen' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 9.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke inpassing niet onevenredig wordt aangetast, hetgeen door de initiatiefnemer aangetoond dient te worden.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
hoofdgebouwen | 4 m | 8 m | |
bijgebouwen en overkappingen | 4 m | 7 m | |
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Maatschappelijk - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' geldt in afwijking en in aanvulling op het gestelde in lid 12.2.1 dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - overnachting en verblijf op een boot': geldt in afwijking en in aanvulling op het gestelde in lid 12.2.1 dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 12.1 onder a ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, met dien verstande dat het oprichten van de voorzieningen geen onevenredige afbreuk doet aan de in lid 12.1 onder a genoemde waarden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 12.2.2 onder a ten behoeve van de bouw van:
met inachtneming van de bepaling dat de omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend indien de bouw van de bouwwerken niet leidt tot onevenredige aantasting van de ter plaatse voorkomende natuurwaarden.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 12.5.1 is niet van toepassing op:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. aantal | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||||||||||
vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen | 50 m2 | 3 m | 5 m | |||||||||||||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ligweiden' | 3 m | 4,5 m | ||||||||||||||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension' | 6 m | 10 m | ||||||||||||||
overige gebouwen en overkappingen | 4 m | 8 m | ||||||||||||||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - buiten het bouwvlak - elders |
1 m 1,5 m 2 m |
|||||||||||||||
windturbine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension' | 15 m | |||||||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak zoals opgenomen in lid 13.2 onder f, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m3 | 6 m | 8 m | |||||||
sanitaire voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - categorie 1' | 60 m2 in totaal | 2,5 m | ||||||||
verblijfsrecreatieve onderkomens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - categorie 2' | 36 m2 (incl. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) | 2,5 m | 3,3 m | |||||||
verblijfsrecreatieve onderkomens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - categorie 3' | 60 m² (incl. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) | 3 m | 4 m | |||||||
verblijfsrecreatieve onderkomens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - categorie 4' | 90 m² (incl. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) | 3,5 m | 6 m | |||||||
bijgebouwen bij verblijfsrecreatieve onderkomens (niet zijnde categorie 1 of woonboot) | 50% van het hoofdgebouw | 3 m | gelijk aan of lager dan het hoofdgebouw, tot maximaal 5 m | |||||||
overkappingen | 3 m | |||||||||
aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | ||||||||
schuurtjes en overkappingen bij een woonschip | 12 m2 | 3 m | ||||||||
vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen | 3 m | 5 m | ||||||||
erf- of terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
|||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
gebouwen en overkappingen | 4 m | 8 m | |||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege' | 6 m | 10 m | |||
lichtmasten en ballenvangers | 5 m | ||||
lichtmasten ter plaatse van de aanduiding 'manege' | 15 m | ||||
vlaggenmasten ter plaatse van de aanduiding 'manege' | 6 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen | 2 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m | ||||
windmolens ter plaatse van de aanduiding 'manege' | 15 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende bepaling:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - A4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - HSL' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 19.2 onder e en f, ten behoeve van een andere maatvoering voor steigers, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 19.2 onder h, ten behoeve van steigers voor bouwvlakken, waarbij het bouwvlak niet aansluit op de bestemming Water, maar gescheiden is van het water door een weg en/of een dijklichaam, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 19.4 onder b, teneinde het afmeren/aanleggen van (plezier)vaartuigen bij agrariërs en openbare recreatieve doeleinden toe te staan, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tabel 20.1 Toegestane nevenfuncties bij voormalig agrarisch bedrijf
Nevenfunctie | max. oppervlak gronden in gebruik voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |||
veehandelsbedrijven; africhtingsbedrijven voor paarden | - | 400 m² | |||
veearts; hoefsmederij | - | 400 m² | |||
recreatieve paardenhouderij | 1.200 m² voor een paardenbak binnen het bouwvlak | 400 m² | |||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 400 m² | |||
verkoop streekeigen producten, boerderijwinkel | - | 100 m² | |||
kinderboerderij | - | 400 m² | |||
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | - | 400 m² | |||
kleinschalig kamperen | 2.500 m² binnen het bouwvlak | 50 m2, uitsluitend ten behoeve van sanitair/opslag | |||
recreatief nachtverblijf (bed & breakfast) | - | 200 m² | |||
kampeerboerderij | - | 400 m² | |||
kleinschalige horecagelegenheid | - | 100 m² | |||
museum/tentoonstellingsruimte | - | 100 m² | |||
kunst- of antiekhandel | - | 400 m² | |||
kantoor ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex met als nevenfunctie kantoor' | 400 m2 | ||||
hobbymatig houden van vee ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' | - | 50 m2 |
Op deze gronden mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
woningen, niet zijnde woonschepen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | 750 m³, |
6 m | 10 m | |||||||||
- aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen behorende bij de woning | 50 m2 | de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m | 5 m | |||||||||
- vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen behorende bij de woning |
3 m | 5 m | ||||||||||
schuurtjes en overkappingen bij een woonschip | 12 m2 | 3 m | ||||||||||
overige bouwwerken anders dan bergingen, zoals hobbykasjes en pergola's bij een woonboot | 10 m2 | 2,5 m | ||||||||||
gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' | bestaand | bestaand | bestaand | bestaand | ||||||||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - elders |
1 m 2 m |
|||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen lichtmasten zijnde | 3 m | |||||||||||
windturbine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' en 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex met als nevenfunctie kantoor' | 15 m |
met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 20.2 onder k ten behoeve van lichtmasten, waarbij de hoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 6 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 onder d, ten behoeve van het toestaan van de in tabel 20.2 genoemde nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Tabel 20.2 Toegestane nevenfuncties na afwijking bij een omgevingsvergunning
nevenfunctie | max. oppervlak in gebruik voor de nevenfunctie | max. vloeroppervlak (in bebouwing) voor de nevenfunctie | |
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m² | |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bestaande gebouwen | - | 400 m² | |
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 400 m² | |
paardenstalling | binnen het bouwvlak: een paardenbak met een afmeting van 1.200 m² | 500 m² | |
poldersport | buiten, maar aansluitend aan het bouwvlak 2 ha | 400 m² | |
verhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers | - | 100 m² | |
sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) | - | 400 m² | |
dierenpension | - | 400 m² |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in tabel 20.1 en 20.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 20.1 en 20.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 20.5.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 20.3 onder b punt 3 teneinde lichtmasten bij paardenbakken toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen naar 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' of 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' ten behoeve van het omzetten van de burgerwoning naar een agrarische bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van de Ruimte voor ruimteregeling de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' zonder aanduiding, ten behoeve van de bouw van een extra woning in ruil voor de sloop van alle op het bouwvlak aanwezige voormalige bedrijfsbebouwing, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een kerosineleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof' met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 21.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag uitsluitend ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 21.3 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) voor zover:
In het belang van het bepaalde in lid 21.1 is het verboden op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 21.5 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor de werken en werkzaamheden bedoeld in lid 21.5 kan slechts worden verleend indien en voor zover:
De voor 'Leiding - Gas 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 22.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag uitsluitend ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 22.3 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) voor zover:
In het belang van het bepaalde in lid 22.1 is het verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 22.5 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor de werken en werkzaamheden bedoeld in lid 22.5 kan slechts worden verleend indien en voor zover:
De voor 'Leiding - Gas 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een CO2-leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - co2' met daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 23.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 23.3 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 23.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad, het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een hoogspanningsleiding met de daar bijbehorende bouwwerken en andere werken ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanning' met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 24.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 24.3 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 24.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 24.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad, het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van een rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool' met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 25.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.3 onder b., indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 25.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 25.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 25.5.1 genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen ontstaat of kan ontstaan.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 25.5.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van een waterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - water' met daarbij behorende belemmeringenstrook.
Indien de belangen van de in lid 26.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 26.3 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad; ter beoordeling dient de aanvrager hiertoe een schriftelijk advies van de leidingbeheerder aan te leveren.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 26.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 26.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad; ter beoordeling dient de aanvrager hiertoe een schriftelijk advies van de leidingbeheerder aan te leveren.
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 27.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 27.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 28.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 28.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 29.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 29.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - primair bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 30.2 onder a, voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijn, die noodzakelijk zijn in het kader van waterstaatsbelang.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 30.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad; ter beoordeling dient de aanvrager hiertoe een schriftelijk advies van het hoogheemraadschap aan te leveren.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Waterstaat - Waterkering zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen:
Het verbod van lid 30.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor het waterkeringsbelang, zoals bedoeld in lid 30.1, niet onevenredig wordt of kan worden aangetast; ter beoordeling dient de aanvrager hiertoe een schriftelijk advies van het hoogheemraadschap aan te leveren.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Parkeren moet binnen het bouwvlak plaatsvinden.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen
te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten, zoals genoemd in lid 1.58:
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
1) Tenzij uit de 'Verordening geurhinder en veehouderij' vastgesteld d.d. 6 februari 2012 blijkt dat een
andere afstand tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten in acht genomen moet/kan worden.
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten, zoals genoemd in lid 1.58:
soort objecten | aan te houden afstand | ||
indien glastuinbouwbedrijf voor 1 mei 1996 is opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen) | indien bedrijf na 30 april 1996 is opgericht | ||
categorie I: bijvoorbeeld aaneengesloten woonbebouwing, gevoelig object | 25 m | 50 m | |
categorie II: bijvoorbeeld niet aaneengesloten woonbebouwing, restaurant | 10 m | 25 m |
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van dakkapellen dient voldaan de worden aan de volgende bepalingen:
Gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn bedoeld voor bescherming en behoud van vrije windvang van en het zicht op de molen.
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
Gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn bedoeld voor bescherming van de vaarweg.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' kan worden voorzien in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mits rekening wordt gehouden met het voorkomen van belemmeringen voor:
Voor de beoordeling of sprake is van belemmeringen als bedoeld onder a t/m d wordt advies gevraagd aan de vaarwegbeheerder.
Ter plaatse is ieder gebruik dat schade kan toebrengen aan de bestaande natuurwaarden verboden.
Binnen het voorkeurstracé voor buisleidingen is niet toegestaan een omgevingsvergunning te verlenen waardoor nieuwe, voor de aanleg van buisleidingen belemmerende, activiteiten uitgevoerd kunnen worden. Het gaat hierbij om activiteiten zoals genoemd in Barro art. 2.9.2, 2e lid. Op de verbeelding is rekening gehouden met een voorkeurstracé van 70 m breed. Indien de opgenomen breedte leidt tot knelpunten is het, in overleg met het rijk, mogelijk om de strook te versmallen naar bijvoorbeeld 30 of 40 m.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' zijn bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.1 onder s toegestaan.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 38.1 onder a lid 3 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in hoofdstuk 2 ten behoeve van het aanleggen van tijdelijke baggerdepots, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde hoofdstuk 2, ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen op agrarische gronden buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in hoofdstuk 2, ten behoeve van de realisatie van openbare recreatieve voorzieningen, zoals vis-, zwem- of aanlegsteigers, picknickplaatsen, speelvoorzieningen, informatiepanelen, fietsenrekken en soortgelijke bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de bouwregels teneinde het aantal wooneenheden in het hoofdgebouw van een rijks- of gemeentelijk monument te vermeerderen, met inachtneming van het volgende:
Afwijken is slechts mogelijk mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen één of meer bestemmingsvlakken van de bestemming 'Waarde - Archeologie' (1, 2 of 3) geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Indien blijkens het figuur 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, dan zijn voor het gebruik, het bouwen, bevoegdheid tot afwijken en wijzigingsbevoegdheden, de bepalingen met betrekking tot een 'enkel' bouwvlak van overeenkomstige toepassing, als waren de gekoppelde bouwvlakken tezamen één bouwvlak.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
In afwijking van het bepaalde in artikel 38.1 onder c en 38.2 onder d is op de adressen zoals opgenomen in bijlage 3 Persoonsgebonden overgangsrecht de bij dat adres aangegeven functie toegestaan op basis van persoons- en/of objectgebonden overgangsrecht, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Oost'.