Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Limbricht
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.limbr-va01

Artikel 20 Waterstaat - Beschermingszone primair water

20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.
20.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken mits:
  1. het belang van het primaire water niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5.1 Verbodsbepaling
Het is verboden op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden)  de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
  1. de aanleg van oppervlakteverhardingen;
  2. het aanbrengen of rooien van diepwortelende beplanting;
  3. het wijzigen van het bodemniveau (ophogen en afgraven);
  4. het verrichten van anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  5. het heien of anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem.
20.5.2 Weigeringsgronden
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen gebouw zijnde, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
20.5.3 Advies
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder. 
20.5.4 Toepassingsbereik
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 20.4.1 is niet vereist voor:
  1. werken, geen bouwwerk zijnde, die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  2. werken, geen bouwwerk zijnde, die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende omgevingsvergunning.