Plan: | Thienbunder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.Thienbunder-VA01 |
Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van woningen
In het kader van de planvorming is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform de NEN 5725 ter plekke van de voormalige woningen en het openbaar groen. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek zijn weergegeven in de rapportage die is opgenomen in bijlage 3. De huidige wegen binnen het plangebied zijn niet meegenomen in het verkennend bodemonderzoek, maar zijn apart onderzocht, omdat deze mogelijk zijn verontreinigd in verband met de mogelijke toepassing van metaalhoudende slakken in het funderingsmateriaal en de gedateerde riolering (verdachte deellocatie).
Gezien de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de voor de onderzoekslocatie opgestelde hypothese “onverdachte locatie”, strikt genomen niet juist is. De lichte verhoogde gehalten in de boven- en ondergrond vormen geen directe belemmering voor het huidige gebruik en toekomstige ontwikkelingen op de onderzoekslocatie.
Op basis van onderhavig onderzoek zijn er, behoudens enkele plaatsen waar sporen puin zijn aangetroffen, geen hergebruikbeperkingen binnen de zone voor wonen. Op deze plaatsen waar puin is gevonden is een verkennend asbestonderzoek noodzakelijk. De hergebruiksmogelijkheden van grond die vrijkomt ter plaatse van de hierboven benoemde plaatsen worden in overleg met de gemeente bepaald.
Verkennend asbestonderzoek ter plaatse van woningen
Het verkennend asbestonderzoek (zie bijlage 4) heeft bestaan uit een maaiveldinspectie en het met een kraan graven van 58 asbestgaten.
Tijdens de uitvoering van het veldonderzoek is op het maaiveld ter plaatse van vijf locaties asbesthoudend plaatmateriaal aangetroffen. In de grond is op één plaats asbesthoudend plaatmateriaal aangetroffen.
Geadviseerd wordt om een nader asbestonderzoek uit te voeren met als doel het bepalen van de concentratie asbest in de grond. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek dient beoordeeld te worden welke vervolgstappen eventueel benodigd zijn.
Nader asbestonderzoek ter plaatse van woningen
In het nader asbestonderzoek (zie bijlage 5) is de concentratie asbest in de bodem bepaald ter plaatse van de voormalige woningen, conform de NEN 5707. Het onderzoek bestond uit veldonderzoek en laboratoriumonderzoek.
Op het maaiveld van de gehele onderzoekslocatie en in de grondlaag van de vier ruimtelijke eenheden is het gehalte aan asbest onderzocht. Het gehalte aan asbest bevindt zich beneden de interventiewaarde en restconcentratienorm. Geconcludeerd kan worden dat ter plaatse van de voormalige woningen geen bodemverontreiniging is met asbest.
Verkennend en aanvullend bodem- en asbestonderzoek ter plaatse van wegen
Het verkennend en aanvullend bodem- en asbestonderzoek ter plaatse van de huidige wegen (zie bijlage 6) zijn gebaseerd op de NEN 5740 en de NEN 5707. Samengevat betreffen de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek:
Conclusies
Vanuit het aspect bodem bestaan ter plaatse van de voormalige woningen geen beperkingen voor het toekomstig gebruik van het plangebied als wonen met tuin. Ter plaatse van de voormalige wegen dient de bodem op twee plaatsen geschikt te worden gemaakt voor de beoogde bestemming wonen met tuin. Deze werkzaamheden zullen worden uitgevoerd bij het bouwrijpmaken van het terrein en in afstemming met de gemeente Sittard-Geleen.