3.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten
De volgende randvoorwaarden van ZO Wonen en gemeente zijn leidraad geweest bij de ontwikkeling van dit stedenbouwkundig plan. Hieronder staan de belangrijkste punten voor TASs algemeen en voor Thienbunder specifiek weergegeven:
Algemeen TASs: Woonmilieus
- verschuiving aanbrengen in woningtypen (differentiatie)
- verdunnen bebouwingsdichtheid (ontdichten)
- van kwantiteit naar kwaliteit
- creëren van een stedelijk woonmilieu met ruimte voor groen
- uit isolement halen van de wijk, nu erg in zichzelf gericht (Van doodlopend naar doorlopend)
- plekken maken
- vergroenen/verdunnen langs de spoorlijnen
- profileren deelgebieden
- aantrekkelijke entrees
- de kracht van identiteit
Algemeen TASs: Programma
- realiseren van nultredenwoningen, levensloopbestendig
- streefbeeld voor stedelijk wonen: afnemen, verhouding huur/koop verschuiven naar 40/60
- toename aantal duurdere woningen en qua typologie een toename van eengezinswoningen
- afname van hoogbouw en portieketageflats
- gevarieerd woningaanbod genereren
- voldoende kwalitatieve huisvesting voor lagere inkomens, starters, zorgbehoevenden en ouderen en voor bijzondere doelgroepen.
- energiezuinig en duurzaam bouwen
Specifiek Thienbunder
- centrumgericht
- bewoners gericht op flexibiliteit en mobiliteit
- goede aansluitingen op het stedelijke netwerk
- voordeel van voorzieningen nabij, niet de nadelen
- jonge alleenstaanden en koppels
- goedkoop/middensegment
- keuzevrijheid: grondgebonden woningen geschikt voor starters (koop/ soc. huur), gelijkvloerse woningen/ lofts (sociale huur)
- nieuwbouw: circa 100 woningen (ca. 50% soc. huur / 50 % koop)
- (Loft)-appartementen, compacte stadswoningen, vrije kavels en 2-onder-1-kapwoningen
- Parkeernormen: uitgaan van de normen beschreven in de CROW-plus (schil/overloopgebied; maximaal):
woning duur: 2,0 pp (waarvan min. 0,3 in de openbare ruimte)
woning middenduur: 1,8 pp (waarvan min. 0,3 in de openbare ruimte)
woning goedkoop: 1,6 pp (waarvan min. 0,3 in de openbare ruimte)
patiowoningen: 1,6 pp (waarvan min. 0,3 in de openbare ruimte)
- Ten aanzien van de inrichting aandacht voor:
-
1. de overgangen privaat naar openbare ruimte (erfscheidingen, plantsoentjes etc.)
-
2. de erfscheidingen van de patio's in het binnengebied
-
3. de beheerbaarheid algemeen
-
4. detaillering langsparkeren
-
5. de verkeerskundige structuur en het bordenplan
-
6. de achterpaden/ brandgangen t.b.v. ontsluiting van de tuinen en de behoefte die zal ontstaan om bergingen te maken.
-
7. de watertoets; wellicht water oplossen in een zichtbaar bovengronds systeem. Een ondergronds systeem kan, maar infiltratiekokers zijn geen optie in verband met bescherming grondwaterkwaliteit
-
8. de hiërarchie in de padenstructuur binnen het gebied
-
9. het lichtplan, dit zou moeten bijdragen aan de herkenbaarheid van de wijk en de oriëntatie binnen de wijk. In de verkeersstructuur en de verblijfsplekken zou bijvoorbeeld gedifferentieerd moeten worden. Verder zou de veiligheid, duurzaamheid en esthetica moeten meespelen in de uitwerking van het lichtplan voor Thienbunder.