Plan: | Reststroken |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.BPReststroken-VA01 |
het bestemmingsplan 'Reststroken' met identificatienummer NL.IMRO.1883.BPReststroken-VA01 van de gemeente Sittard-Geleen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Reststroken', bestaande uit de digitale en analoge verbeelding met projectnummer 211x07297 en identificatienummer NL.IMRO.1883.BPReststroken-VA01.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, een kapsalon hieronder begrepen.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten (resten uit het verleden).
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden.
onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, dan wel binnen
een bestemmingsvlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel, bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
de inpandige en overdekte ruimte die wordt benut in verband met de uitoefening van een bedrijf.
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
de grens van een bestemmingsvlak.
situatie ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een woning, die zich geheel of nagenoeg geheel bevindt boven de begane grond verdieping van een gebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur waaronder monumenten.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 30 cm (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik. Ploegen minder dan 30 cm diep wordt beschouwd als normaal onderhoud en beheer.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten
dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings-, advies-, reis- en uitzendbureau, een makelaars- en/of verzekeringskantoor of bank.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht.
een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens.
een uitbreiding van het hoofdgebouw op de begane grond, geen afzonderlijke ruimte zijnde, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
de bewoning van een woning door:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel kunnen vormen, alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van logies.
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij de openingstijden van de winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van spijzen en/of kleine maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak enontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen:
een ruimte of een complex van ruimten welke is bestemd om te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden.
een civieltechnische constructie of -installatie in de infrastructuur die één of meer functies vervult zoals onderdoorgangen, duikers, overkluizingen.
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang
voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve en openbare dienstverlenende instellingen.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een gebouw dat dient voor de huisvesting van meerdere huishoudens in afzonderlijke woonruimten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
gebouwen en overkappingen ten behoeve van de waterhuishouding, de energievoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de
bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen.
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden en andere ondergeschikte dakopbouwen.
beneden het peil.
de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel.
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton.
de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde bouwgrens.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings-, advies-, reis- en uitzendbureau, een makelaars- en/of verzekeringskantoor of bank.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en op het peil, zulks met inbegrip van erkers;
tussen het voorste en het achterste punt van het bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren dan wel scheidslijnen en op het peil;
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder f voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Ten aanzien van de in lid 4.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor de vestiging van een bedrijf uit de milieucategorie 4.1 als vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein, waar maximaal milieucategorie 3.2 is toegestaan, dan wel voor de vestiging van een bedrijf dat naar de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijkgesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot milieucategorie 2, 3.1 of 3.2, mits de aard en de activiteiten van het bedrijf geen afbreuk veroorzaken op het woon- en leefklimaat in de omgeving.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegde gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijke natuur- en landschapsdeskundige.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 is niet vereist voor:
De voor ‘Centrum - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 8.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder b, voor de realisatie van erfafscheidingen vóór de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m, met in achtneming van de bepaling dat de afwijking uitsluitend kan worden verleend indien een positief advies van de gemeentelijke welstandscommissie is ontvangen.
Onder verboden gebruik wordt tevens verstaan:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 9.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Burgemeester en wethouders zijn met het oog op externe veiligheid, ter beheersing van het groepsrisico, bevoegd nadere eisen te stellen aan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 11.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 12.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegde gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijke natuur- en landschapsdeskundige.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3.1 is niet vereist voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 13.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.2 onder a voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 15.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen dat:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met zowel een functie voor verblijf als voor verkeer gericht op aangrenzende en nabijgelegen bestemmingen,
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 16.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 17.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits deze bouwwerken het functioneren van de vaarroute niet belemmeren en de bouwhoogte maximaal 20 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 18.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 19.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
goothoogte | bouwhoogte | |
hoofdgebouwen | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
aangebouwde bijbehorende bouwwerken | hoogte eerste bouwlaag + 0,25 cm | goothoogte + afstand tot perceelsgrens, tot een maximum van 5 m |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3 m | goothoogte + afstand tot perceelsgrens, tot een maximum van 5 m |
erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens | - | 1 m |
erfafscheidingen in of achter de voorste bouwgrens | - | 2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 onder f voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum 2 m.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 35 wordt tevens verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Wonen - Garageboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 20.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor ‘Wonen - Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 21.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 21.2 onder c voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegde gezag daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijke natuur- en landschapsdeskundige.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 is niet vereist voor:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een brandstoftransportleiding voor het transport van kerosine.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 22.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een aardgastransportleiding.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke noodzakelijk zijn voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de leidingen wel zijn toegestaan.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een hoogspanningsleiding.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
Het in 24.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een rioolleiding.
Op de gronden met deze bestemming mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 25.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 25.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor ‘Waarde - Monumentale bomen’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
mits hierdoor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom niet wordt aangetast.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 29.4, in die zin dat het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig deze regels wordt toegestaan, mits deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Monumentale bomen' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 29.6.1 is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige aantasting van de betreffende monumentale boom plaatsvindt, in die zin dat door de werken of werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom niet negatief worden beïnvloed.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Monumentale bomen' wordt verwijderd, indien:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, beheer en onderhoud van watergangen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de doeleinden als aangegeven in 30.1 worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Op de gronden met deze bestemming is het bepaalde in de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, met dien verstande dat:
Op deze gronden met deze bestemming is de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering, alsmede het onderhoud en de instandhouding van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in 32.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 32.4.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 32.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels zijn voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Het bepaalde in lid 34.2.1 is niet van toepassing op gronden gelegen binnen de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4'. Op die gronden is ondergronds bouwen niet toegestaan.
Het bevoegd kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.2, voor ondergronds bouwen in overeenstemming met lid 34.2.1.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 34.2.3 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de stadsarcheoloog.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 35.1 wordt in elk geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 35.1 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het aantal dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag geen nieuw geluidsgevoelig object worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.1.2 voor het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone roerdalslenk, zone 2' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone roerdalslenk, zone 2' is het niet toegestaan om:
De in 36.2.2 onder a. en b. gestelde verboden gelden niet voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 36.2.2 onder a. en b. als gewaarborgd is dat geen sprake is van nadelige gevolgen voor de grondwaterwinning en met dien verstande dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend wanneer Gedeputeerde Staten vooraf gehoord is.
a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
b Uitzondering
Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor:
c Toelaatbaarheid
Indien er bij de werkzaamheden als bedoeld in dit artikel sprake is van een boorput, zijn de werkzaamheden slechts toelaatbaar indien de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, worden afgedicht met klei of bentoniet.
Het is niet toegestaan om ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied':
De in lid 36.3.1 gestelde verboden gelden niet voor:
Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de verboden in dit artikel.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - rijksmonument’ zijn de gronden en bouwwerken mede bestemd voor het behoud en bescherming van cultuurhistorische waarden in de vorm van een rijksmonument.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangststation' zijn de gronden primair bestemd voor het beperken van het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen door de leidingen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden ter plaatse van deze aanduiding de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen of wijzigen van de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangststation', met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn de gronden primair bestemd voor het beperken van het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen door de leidingen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden ter plaatse van deze aanduiding de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen of wijzigen van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.7.2 voor het bouwen van nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen, verplaatsen of verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg', met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn de gronden bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een transportroute van gevaarlijke stoffen over het het spoor en over de weg.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.8.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering, alsmede het onderhoud en de instandhouding van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de ter plaatse geldende bestemmingen, mag op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in 36.9.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 36.9.4 onder a is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 36.9.4 onder a mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 100 m.
Het is niet toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.11.1 teneinde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' op te richten mits de belangen vanuit het waterweg niet in het gedrang komen; hiertoe wordt de waterwegbeheerder gehoord.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in lid 36.11.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 36.11.3 onder a mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen van deze andere-werken en werkzaamheden zullen leiden tot een onevenredige aantasting van de zichthoeken van de vaarweg.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat Rijkswaterstaat is gehoord.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 36.11.2 is niet vereist indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 50 m uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook van de Rijksweg A2, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 100 m uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de Rijksweg A2, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.13.1 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen bestemming, bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bepaalde in het plan voor:
Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning dient een zodanige parkeergelegenheid te worden gerealiseerd dat wordt voldaan aan de normen zoals deze zijn neergelegd in de 'Beleidsregels nota parkeernormen 2012', in werking getreden 27 juni 2012. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, moet rekening worden gehouden met deze wijzigingen.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Reststroken'.